Het coalitiesysteem leidt tot veel problemen en onvrede: formaties duren lang en het resultaat is vaak zeer wankel, waardoor het vertrouwen in de politiek daalt. Maar is er een goed alternatief? Dat is er, en er zou niet eens een wetsverandering voor nodig zijn: als de politiek daartoe besluit zou het direct na de volgende verkiezingen uitgevoerd kunnen worden.
De nadelen van het coalitiesysteem
Natuurlijk is het coalitiesysteem niet zomaar te vervangen. Het heeft veel voordelen ten opzichte van het andere vaak gehanteerde democratische model: het winner-takes-it-allmodel.
De nadelen zijn echter ook groot. Coalities zijn vaak zo lastig te vormen, dat formaties vaak verworden tot maandenlange soapseries. Misschien wel pijnlijker is dat partijen na coalitievorming vaak anders gaan stemmen dan ze voor de verkiezingen beloofd hebben. Daarmee verliezen ze voor de kiezer een deel van hun gezicht en betrouwbaarheid: het vertrouwen in de politiek wordt zo ondermijnd.
Daarnaast leidt het systeem ertoe dat het debat in de kamer tussen oppositie en coalitie voor een groot deel een inhoudsloos ritueel wordt. De echte besluitvorming vindt plaats in het coalitieoverleg, achter gesloten deuren. Ook dit leidt weer tot een verdere ondermijning van het draagvlak voor de democratie.
Het zogenaamde ‘extraparlementaire kabinet’ dat we nu anno 2024 kennen blijkt meteen na aanvang al niets anders te zijn dan oude wijn in nieuwe zakken. Dit is de oplossing dus niet. Maar wat dan wel?
Direct ministers kiezen
Het kan anders. In plaats van een coalitie te vormen, kunnen ministers direct na de verkiezingen één voor één door de Tweede Kamer in functie gekozen worden.
Ministerskandidaten worden door een zittend Kamerlid voorgedragen, maar hoeven niet gelieerd te zijn aan een partij. Het kan dan gaan om een collega uit de Tweede Kamer, een oud-minister, een ambtenaar, of iemand uit het veld. Iedereen die geschikt geacht wordt kan worden voorgedragen voor de functie.
Alle voorgedragen kandidaten sturen naar de Tweede Kamer vervolgens een openbare sollicitatiebrief, waarin ze toelichten welk beleid zij willen voeren, en hoe zij de verdere invulling van de functie zien. Voordat er daadwerkelijk gestemd wordt, kan er een vragenronde plaatsvinden met de beschikbare kandidaten.
Zo vormt zich door de bewindspersonen te kiezen het beleidsprogramma, analoog aan de wisselende meerderheden in de Kamer. Hiermee wordt de politieke besluitvorming transparanter, sneller, stabieler en democratischer.
De vorming van beleid
Als een minister op deze manier in functie gekozen is, is deze in eerste instantie net als een demissionaire minister gebonden aan staand beleid en de staande begroting. De minister kan vervolgens beleidsvoorstellen en wetsvoorstellen indienen bij het parlement, en daar dan wisselende meerderheden voor vinden.
Ook het parlement zelf kan het beleid veranderen, door het indienen van moties en wetsvoorstellen. Moties worden in principe bindend: er mag alleen vanaf geweken worden als de motie praktisch onuitvoerbaar blijkt. Moties zonder financiële dekking worden niet meer in behandeling genomen.
Voor een dergelijke manier van werken is het niet noodzakelijk dat het parlement eerst tot een overeenkomst komt over het te voeren beleid. Sterker nog: dat is onwenselijk. Dit streven zou het proces namelijk alleen maar vertragen, vervolgens de creativiteit en oprechtheid van de ministerskandidaten beïnvloeden, en de transparantie in het proces zou weer verloren gaan. Het eindresultaat zou daarbij minder stabiel en werkbaar worden. Dit is kortom deel van de oude politieke cultuur, die juist zoveel problemen met zich meebrengt.
Voltooiing van het kabinet
Nadat alle vakministers in functie gekozen zijn, volgen de sollicitaties van de minister van financiën en de minister president. Zij solliciteren dus op een functie die voor een groot deel al inhoudelijk ingevuld is: zij zullen gaan over de samenhang, begroting, het bestuur en de vertegenwoordiging van een reeds bekend team. Indien nodig kunnen de ministers aan het parlement daarnaast kandidaten voor een staatssecretaris voorstellen. Wanneer al deze functies ingevuld zijn, is het kabinet missionair.
Het parlement kan vervolgens te allen tijde besluiten een minister naar huis te sturen. Voordeel van dit nieuwe systeem is dat daarmee het kabinet niet in gevaar wordt gebracht. Omdat de minister in eerste en laatste instantie verantwoording aflegt aan het parlement, en niet aan zijn of haar vakgenoten of een coalitie, en ook niet per se gelieerd is aan een partij, wordt niet alleen de formatie, maar ook het hele politiek bedrijf meer open, helder en transparant.
Natuurlijk zal ook deze manier van een kabinet vormen tijd en zorgvuldigheid vergen. Maar het proces is volstrekt helder, en met deze alternatieve methode kan met zekerheid binnen twee of drie maanden na de verkiezingen een stabiel nieuw kabinet geïnstalleerd worden, dat de steun heeft van het volledige parlement, en toch recht doet aan de verschillende stemverhoudingen op onderwerpen.
Wetten en uitvoering
Voor veel partijen zal deze manier van werken erg aantrekkelijk zijn. Voor gedoodverfde coalitiepartijen is dit een veel aantrekkelijker model, omdat zij aan tafel blijven zitten bij besluitvorming, en niet in praktijk buitengesloten worden. Voor partijen die anders in een coalitie zouden belanden is het aantrekkelijk dat ze niet op voorhand concessies moeten doen en met handen en voeten gebonden zijn aan een regeerakkoord: zij kunnen hun eigen geluid blijven laten horen.
Het mooiste is dat voor deze manier van werken geen enkele wet veranderd hoeft te worden, en al helemaal hoeft de grondwet niet herschreven te worden. Zelfs het reglement van orde van de tweede kamer hoeft niet aangepast te worden. De Kamer kan deze manier van formeren als opdracht meegeven aan een formateur, die dan vervolgens de rol van sollicitatiecommissie op zich neemt.
Slechts één van de Kamerleden hoeft dit model maar voor te leggen aan de Kamer tijdens een komend debat over de formatie, en met een simpele stemming zou tot deze werkwijze besloten kunnen worden. Een mooie kans om geschiedenis te schrijven.
Een nieuwe politieke cultuur
Het resultaat zal precies dat zijn waar de politiek van links tot rechts al jaren vruchteloos naar zoekt: een meer open en transparante politieke cultuur en bestuurscultuur, waarin partijen beter herkenbaar zijn.
Het verschil tussen coalitie en oppositie verdwijnt: alle partijen in het parlement krijgen de kans zich betrouwbaarder en transparanter te gedragen dan een coalitiepartij, en tegelijkertijd toch meer constructief bij te dragen dan een oppositiepartij. De voordelen van het huidige systeem blijven ondertussen behouden.
Natuurlijk zal het overleg in de wandelgangen blijven bestaan, net als het uitruilen en het sluiten van politieke deals. Dat is ook volstrekt normaal. Maar niet alles is vastgelegd in een dichtgetimmerd coalitieakkoord, en de politiek wordt meer open en flexibel.
Meer democratie
Deze manier van werken zou kortom de democratie sterk ten goede komen, en het draagvlak voor de politiek kunnen vergroten. Uiteraard zal alleen de praktijk kunnen uitwijzen of het werkt, en alles staat of valt bij de uitvoering. Maar ik sluit niet uit dat een systeem als hierboven beschreven zo succesvol zal blijken te zijn, dat na één zo’n kabinet nog maar weinig mensen zullen terugverlangen naar het oude coalitiesysteem: dat behoort dan tot de parlementaire geschiedenis.
Wellicht wordt Nederland met dit nieuwe politieke model zelfs weer een gidsland.
Kees Alders