Wil jij met mij delen? En jij en jij en jij en jij en….hé daar zit een business model in. Een nieuw business model (NBM) of oude wijn in nieuwe zakken? Miljarden mensen delen hun ziel en zaligheid met Facebook, hun honger naar informatie met Google, hun behoefte aan goedkoop vervoer met Über, hun oude spulletjes met Marktplaats of hun leegstaande kamer of zelfs hun hele huis met Airbnb. De bedrijven erachter realiseren astronomische beurswaarden en leveren aan de lopende band nieuwe rijken af. Startkapitaal vloeit weer rijkelijk in Silicon Valley en zelfs Nederlandse startups halen honderden miljoenen euro’s op. Delen is het nieuwe graaien geworden. Is dit duurzaam, zijn dit nieuwe business modellen?
Nieuwe business modellen zijn hard nodig. Als je echter niet oppast, dan moeten die ook weer gecertificeerd worden om ze voor het volk herkenbaar te maken als houdbaar en voor je het weet, zullen ook de traditionele partijen zich verenigen en zelf certificering in het leven roepen om hun traditionele bedrijfsmodel (winst voor enkelen) groen te wassen aan de buitenkant. Daarmee het maken van de juiste keuze voor de gewone mens steeds moeilijker makend. Waarom is alles wat we kopen, huren, eten en delen niet gewoon langdurig houdbaar?
Onlangs stelde een hoge ambtenaar (met decentraal duurzame energie in zijn portefeuille) dat lokale initiatieven geen organisatiekracht kunnen ontwikkelen. Ze zijn te klein om betekenisvol te zijn en daarmee zijn ze niet serieus te nemen. Ze moesten maar een voorbeeld nemen aan de Googles, De Übers, Airbnbs; dan zou het pas impact krijgen, dan zou hij wel naar ze luisteren.
“Oef”, dacht ik, “dit denkkader moet nodig door de wasstraat die zo mooi staat beschreven in het boek Nieuwe Business Modellen van Jan Jonker en ‘zijn zwerm’ van nieuwe, wel houdbare initiatieven”. Ook dacht ik aan de twintigste wet van Professor Albert Allen Bartlett: ‘Het woord ‘duurzaam’ toevoegen aan taal, rapporten en bedrijven is niet voldoende om een duurzame samenleving te bereiken’. Om daarna met een grote gedachtesprong te concluderen dat het wereldwijd realiseren van nieuwe vormen van samenwerken een verandering van grondhouding, van denkkader, van paradigma nodig heeft. In het bedrijfsleven, de politiek, in de kroeg, tijdens het sporten en natuurlijk thuis en op school. Maar hoe doe je dat?
Het wetenschappelijk uiteenrafelen van modellen en het analyseren van de achterliggende kritische succesfactoren is enorm behulpzaam ofwel keihard nodig. Wat daarmee echter niet verloren mag gaan, zijn de persoonlijke, dieperliggende verhalen die aan de basis van het ontstaan van het NMB schuilgaan. De initiatiefnemers van NBMs zijn gestart omdat ze een persoonlijk, zeer boeiend verhaal te vertellen hebben, een verhaal met een boodschap, een verhaal dat de ander raakt, recht in zijn hart, een verhaal waarvan de ontstaansbasis misschien wel wereldwijd broeit in de samenleving, een verhaal dat langzaam in het DNA van de mens aan het zakken is. Een verhaal dat misschien wel begint met de persoonlijke vraag ‘hoe kan ik bijdragen aan een houdbare toekomst voor mijzelf, mijn kinderen en kleinkinderen’ nu de wereldbevolking het aantal van 7miljard al is gepasseerd en de uitdagingen die daarbij komen kijken iedere dag in het nieuws zijn.
Daarom ben ik zelf vooral geïnteresseerd in de persoonlijke verhalen achter NBMs. Waarom beginnen mensen met een NBM? Wat is hun b(r)oeiende persoonlijke verhaal achter de materialisering ervan in een NBM? Waarbij broeiend uiteraard een combinatie van boeiend en broeiend is. Deze persoonlijke verhalen kunnen volgens mij sterk bijdragen aan de massale denkverschuiving die nodig is. Verteld door zoveel mogelijk mensen, op straat, in de kroeg, tijdens het werk, in het nieuws, in een (nieuw?) boek, in de tweede kamer en zelfs tijdens het vele oorlog voeren in deze wereld en daarbij hoop ik dat die hoge ambtenaar snel door de wasstraat gaat, zodat ook hij zijn eigen b(r)oeiende verhaal kan gaan vertellen. Hij heeft het namelijk wel, alleen hij weet het nog niet.
Martijn Messing