Het aandeel van hernieuwbare energiebronnen in de Europese elektriciteitsproductie is vorig jaar gestegen tot 32,3 procent. Het aandeel van steenkool daalt snel, maar dat van bruinkool onvoldoende, blijkt uit nieuwe cijfers van de denktanks Agora Energiewende en Sandbag.
Hernieuwbare energiebronnen zijn aan een gestage opmars bezig binnen de Europese energiemix. Uit de cijfers blijkt dat ze in 2018 goed waren voor 32,3 procent van de energieproductie, een stijging met meer dan 2 procentpunt tegenover het jaar ervoor.
Kolen
De nieuwe wind- en zonne-energiecapaciteit en biomassacentrales kwamen er vooral ten koste van de kolenproductie, die in dezelfde periode daalde met 6 procent. Vooral steenkool daalt snel, maar bruinkool daarentegen, vooral in Duitsland belangrijk blijft, daalde met maar 3 procent.
“Europa bewijst dat kolen vervangen door hernieuwbare energie de snelste manier is om de uitstoot te verminderen”, zegt Dave Jones, analist bij Sandbag. “In amper zes jaar, tussen 2012 en 2018, is de Europese uitstoot uit steenkool met 250 miljoen ton gedaald. Maar het is een verhaal van twee soorten kolen: de uitfasering van steenkool in de EU gaat steeds sneller, terwijl die van bruinkool eigenlijk nog moet beginnen.”
Zonne-energie was in 2018 goed voor amper 4 procent van de Europese energiemix, maar groeit snel. De productie steeg in 2018 met bijna 10 gigawatt en geschat wordt dat ze tegen 2022 zelfs kan verdrievoudigen omdat de prijzen snel dalen. In veel landen haalde de productie uit zonne-energie een piek dankzij de erg droge en hete zomer. Dat was ook nodig, omdat de productie uit waterkracht, wind- en kernenergie klappen kregen.
Nog lange weg
Hoewel de cijfers indrukwekkend lijken, toont de analyse van Sandbag en Agora Energiewende ook aan dat hernieuwbare energie nog sneller moet groeien om de Europese doelstellingen te halen. De EU wil tegen 2030 minstens 32 procent van de totale energiebehoefte uit hernieuwbare bronnen halen, en daarvoor moet het aandeel binnen de elektriciteitsproductie stijgen tot 57 procent. Daar komt nog bij dat die elektriciteitsproductie sterk zal moeten stijgen, omdat voor de vergroening van het transport en gebouwen vooral naar elektriciteit gekeken wordt.
Bemoedigend is wel dat de prijzen van hernieuwbare energie blijven dalen, stelt de analyse. In 2018 waren wind- en zonne-energie voor het eerst vergelijkbaar met de bestaande steenkool- en gascentrales. Dat heeft te maken met de dalende prijs van de hernieuwbare energiebronnen, maar ook met de stijgende prijzen van steenkool en gas.