Terwijl juist het mondiale Zuiden het merendeel van de grondstoffen én het grootste potentieel bezit voor het opwekken van wind- en zonne-energie, verdwijnt de winst in de zakken van de rijkste landen en multinationals. Zo bezit de Democratische Republiek Congo ruim 70% van de wereldwijde voorraad aan kobalt – essentieel onderdeel voor de batterijen van elektrische auto’s – maar verdient het daar nauwelijks iets aan. Congo behoort nog altijd tot de armste landen ter wereld. Dit blijkt uit het nieuwe Oxfam klimaatrapport Unjust Transition: Reclaiming the Energy Future from Climate Colonialism. Daarin wordt duidelijk hoe de wereldwijde energietransitie de kloof tussen rijke en lage-inkomenslanden verder vergroot.
“ De overstap van fossiele brandstoffen naar groene, duurzame energie is essentieel om de snelle opwarming van de aarde een halt toe te roepen. Maar de manier waarop dit nu gebeurt is oneerlijk. Vooral rijke landen en bedrijven profiteren van de energietransitie, terwijl de lage-inkomenslanden – vaak rijk aan de essentiële mineralen nodig voor deze transitie – de rekening betalen. Zij hebben te maken met enorme milieuschade en gaan gebukt onder landroof, uitbuiting, mensenrechtenschendingen en burgeroorlogen. En daar komt nog bovenop: deze landen verdienen weinig tot niets aan hun eigen grondstoffen. Dit is geen eerlijke energietransitie, dit is een nieuwe vorm van kolonialisme, namelijk klimaatkolonialisme , ” zegt Jacqueline Persson, klimaatexpert bij Oxfam Novib.
De transitie van fossiele naar duurzame energie is niet alleen essentieel om de klimaatcrisis te bestrijden maar biedt landen in het mondiale Zuiden ook enorme kansen; op industriële ontwikkeling, meer banen en meer welvaart. 95% van de wereldvoorraad kobalt, 75% van de lithiumvoorraden, ongeveer 65% van de nikkelvoorraden en circa 90% van alle voorraad aan zeldzame aardmaterialen is te vinden in deze landen.
Oneerlijke handel
Ondertussen verdienen landen in het mondiale Zuiden hier door oneerlijke handels- en investeringsregels nauwelijks aan. Net als tijdens het koloniale tijdperk worden ze opnieuw gedwongen slechts goedkope leveranciers te zijn van – in dit geval – kostbare mineralen. Zo bezit Congo ruim 70% van de wereldwijde voorraad aan kobalt, maar houdt het slechts 14% van de waarde hiervan over. Als Congo alle opbrengsten uit kobalt, zo’n 4 miljard dollar per jaar, zelf zou kunnen houden, zou het in minder dan een jaar de helft van de 110 miljoen inwoners van schone energie kunnen voorzien. Bijna de helft van de wereldwijde lithiumvoorraad bevindt zich in Latijns-Amerika, maar de landen daar zien slechts 10% van de uiteindelijke waarde daarvan terug.
Hoewel bijna 70% van het wereldwijde potentieel voor het opwekken van schone energie zich in het mondiale Zuiden bevindt wordt hier nauwelijks in geïnvesteerd. De investeringen in schone energie komen vooral ten goede aan rijke landen. In 2024 ging het grootste deel ervan naar de VS, de EU en China. Slechts 3% van de investeringen ging naar Latijns-Amerika, en maar 2% naar Afrika, en 2% naar Zuidoost-Azië. Vooral in Sub-Sahara Afrika – waar 85% van de mensen geen elektriciteit heeft – wordt amper geïnvesteerd in schone energie. In veel Afrikaanse landen zijn de kosten voor elektriciteit bijna twee keer zo hoog als in rijke landen.
Eén van de cruciale aanjagers in de wereldwijde race naar mineralen is het enorme verschil in energieverbruik van rijke landen ten opzichte van de rest van de wereld. Op dit moment verbruikt de rijkste 10% van de wereld meer dan de helft van alle wereldwijd beschikbare energie, terwijl de armste helft maar toegang heeft tot 8% van dit energieaanbod. Als het energieverbruik van die top 10% eerlijk verdeeld wordt, kan daarmee 9 keer in de energievraag van alle landen in het hele mondiale Zuiden voorzien worden.
Geen discussie
“ Het is waanzin dat onze enorme energievraag nauwelijks ter discussie wordt gesteld. Want om aan onze enorme behoefte aan energie te kunnen voldoen worden in het mondiale Zuiden grootschalige mijnbouwprojecten en projecten voor zonne-, wind en bio-energie uitgerold, vaak zonder toestemming van de lokale bevolking, leidend tot conflicten, geweld, dwangarbeid en milieuschade. 60% van het land van inheemse bevolkingsgroepen wordt direct bedreigd door dit soort projecten . De overstap naar schone energie veroorzaakt opnieuw dezelfde ongelijkheid en uitbuiting die we al kennen uit het koloniale tijdperk” aldus Persson.
In november, op nieuwe VN-klimaattop in Brazilië, gaat onderhandeld worden over de internationale spelregels voor een eerlijker energietransitie, zodat de kosten en baten rechtvaardiger worden verdeeld. Alleen met duidelijke en afdwingbare afspraken tussen alle landen is een eerlijke wereldwijde energietransitie mogelijk waarbij ook de rechten van mensen uit het mondiale Zuiden zijn gewaarborgd.
” De Nederlandse regering benadrukt al langer dat alle landen, ook lage inkomenslanden snel hun CO2-uitstoot moeten verminderen. Maar dan moet Nederland zich ook aan de eigen afspraken houden. Dat betekent allereerst de eigen internationale klimaatfinancieringsbelofte nakomen, zodat lage-inkomenslanden ook kunnen meedoen aan de zo broodnodige energietransitie. Daarnaast moet Nederland haar CO2-uitstoot zo snel mogelijk omlaag brengen, zoals is vastgelegd in de Klimaatwet. Eerlijker handels- en investeringsverdragen zijn hard nodig zodat de energietransitie haalbaar is voor alle landen ,” besluit Persson.
Documenten:
220925UnjustTransition.pdf
Blijf op de hoogte met de nieuwsbrief. Meld je hier aan.
( Je kunt ons ook steunen door lid te worden of te doneren )