Voedsel, energie en zorg zijn, na wonen, de grootste uitgavenposten van burgers. Maar het zijn ook sectoren bij uitstek waar burgers zelf waarde kunnen creëren. Kijk naar de voedsel-, energie en zorgcoöperaties die overal verschijnen waarin mensen zelf het heft in handen nemen en wegbewegen van de zuigkracht van anonieme organisaties.
Voor gemeenten is deze beweging goud waard. Taken van het Rijk worden trendmatig gedecentraliseerd, zonder dat toereikende budgetten meekomen. Daardoor zijn veel gemeenten al jarenlang gedwongen tot structurele en voortdurende bezuinigingen. Waar burgers taken overnemen besparen ze kosten voor de gemeente. Als ze daarmee ook nog waarde kunnen toevoegen aan de samenleving, worden ze een motor voor de lokale economie.
Bouwen op vertrouwen
Door schaalvergroting en centralisering is de afstand tussen de burger en zijn bronnen van voedsel, energie en zorg zo groot geworden, dat die bronnen nauwelijks nog kunnen worden vertrouwd. Ons voedsel wordt geproduceerd met hulp van gif en genetische manipulatie. De productie van onze energie vergiftigt ons klimaat en onze ecosystemen. En in de zorgfabriek is de patiënt een klant geworden aan wie moet worden verdiend.
Dat zelfde gaat ook op voor de bron van de economie: ons geld. Dat is feitelijk waardeloos geworden door ongelimiteerde geldschepping en ophoping aan de top van de samenleving. De kredietcrisis en de daarna voortdurende economische malaise zijn daarvan het bewijs.
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan met een donatie. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
Door zichzelf lokaal te organiseren winnen burgers het vertrouwen in de bronnen van hun dagelijkse bestaan terug. Ze verbouwen hun eigen voedsel, wekken hun eigen energie op en zorgen zelf zo veel mogelijk voor elkaar. Lokaal en dus voor ieder helder zichtbaar.
Gemeenschap van waarde
Door zorg, energie en voedsel lokaal te produceren ontstaat waarde. Die waarde kun je afrekenen in Euro’s waar je geen grip op en vertrouwen in hebt, maar die kun je ook ruilen. Een bloemkool voor het lappen van de ramen. Een dag stroom voor een kilo vis. En boodschappen doen voor een paar kuub biogas. Er ontstaat een ruileconomie.
In tegenstelling tot de huidige bubbel-economie, drijft de ruileconomie op het creëren van waarde. Die waarde blijft gelijk bij een ruil. En wanneer je lokaal ruilt blijft die waarde ook binnen de gemeenschap. Ter vergelijk: van een Euro die je besteedt bij een filiaal van een grootbedrijf blijft gemiddeld minder dan 20 cent in de gemeenschap.
Geld anders
Geld is feitelijk een afspraak tussen mensen waarbij waarde in een rekeneenheid is vastgelegd. Het is een hulpmiddel om te ruilen. Wanneer je dat zo houdt, blijft geld ook waardevast.
Ook als gemeenschap kun je afspreken om een eigen ruilmiddel in te stellen. Een ruilmiddel dat democratisch wordt beheerd en dat kan worden vertrouwd. Gewoon geld dus, maar dan anders.
Om dat met succes te kunnen doen moeten er wel aan een aantal voorwaarden worden voldaan:
• er moeten voldoende deelnemers zijn;
• deelnemers moeten waarde kunnen creëren;
• er moet een solide en betrouwbare administratie zijn.
Duurzame gemeente
Gemeentebestuurders met visie hebben al lang gezien dat waardegedreven gemeenschappen binnen hun grenzen een flink deel van hun problemen kunnen helpen oplossen en voor de toekomst voorkomen. In Bristol bij voorbeeld, waar de Bristol Pound de lokale economie een stevig fundament heeft gegeven. Door het accepteren van lokaal geld voor het voldoen van lokale belastingen wordt de gemeente zelf onderdeel van de waardeketen. Ze kan werkgelegenheid creëren door mensen meer waarde te laten genereren en door hun waarde door te geven. In Euro’s of in Ponden kan dat niet, want die komen gemeenten structureel te kort. Met een eigen munt kan het wel.
De praktijk
Een Waardegedreven Gemeenschap ontstaat op het moment dat voldoende mensen zelf waarde creëren en samen afspraken maken over het ruilen ervan met een gemeenschappelijk ruilmiddel.
Van dat ruilmiddel wordt zoveel aangemaakt als de deelnemers in een periode aan waarde produceren.
De een produceert stroom met zijn zonnepanelen, de ander teelt groenten in zijn moestuin of zorgt voor haar hulpbehoevende buurvrouw.
Aan dat systeem kun je ook waarde toevoegen door te investeren via Euro’s. Dat is zinvol, want Euro’s worden steeds minder waard. Als je er bij voorbeeld zonnepanelen mee koopt blijven die waarde produceren in het systeem. Zo converteer je inflatiegeld naar waardegeld.
Een gemeente kan Euro’s investeren in een windmolen en in plaats van de stroom voor 5 cent te verkopen aan een energiebedrijf, deze leveren aan een gezin dat er 11 cent in Euro’s mee bespaart en die waarde kan voldoen in eigen ruilmiddel, dat is verkregen door het leveren van zorg. Daardoor spaart de gemeente op zorguitgaven in Euro’s en kan deze Euro’s weer investeren in zaken die nieuwe waarde toevoegen aan de gemeenschap.
Waar zien we mogelijkheden?
In een wereld waar zekerheden steeds minder zeker zijn, is het belangrijk dat mensen en hun gemeenschappen een handelingsperspectief hebben. Een handelingsperspectief dat aansluit bij de transitie naar een maatschappij die volhoudbaar is – inherent duurzaam en rechtvaardig dus.
Mogelijkheden daarvoor zien we in het ontwikkelen en beheren van energie, zorg en voedsel voor en door lokale gemeenschappen, meestal via coöperaties. Dat kan vrijwel overal, maar dat wordt des te sterker wanneer dat kan in een gemeente die deze visie deelt.
En door een eigentijds ‘wisselkantoor’ in te richten kunnen de waarden onderling, met andere gemeenschappen en tegen steeds andere goederen en diensten worden geruild.
De nieuwe economie komt er aan. De economie van meerwaarde. Zorg dat je er bij bent.
Peter van Vliet – Duurzaamnieuws.nl
Richard Kok – In de Tussentijd