Tussen vallen (verongelukken/instorten) en heel blijven zit meestal een flinterdun evenementje. De bananenschil is een sterk voorbeeld, maar de meeste ongevallen zijn te herleiden tot iets compleet lulligs. Ga je echter beter naar zo’n situatie kijken dan zie je vaak bepaalde condities in de beslisser zelf die voorkomen hebben dat hij de schil ging ontwijken. Die condities zijn legio want waarom en hoe ben je daar terecht gekomen? Mijn nieuwsgierigheid gaat vooral uit naar het feit waarom je op dat moment geen geduld kon opbrengen, of geen ruimte meer nam, om de foute boel te ontwijken of te herstellen (zoals de bananenschil op te ruimen).
Een belangrijke rol speelt macht (= middelen) hierbij. Mijn vader zei ons vaak: Geld is makkelijk maar dat is ook het probleem. Want met veel geld op zak, denk je dat je je overal uit kan redden, dus je verliest de voorzichtigheid uit het oog, plus je leert af om op tijd je verlies te nemen en hard weg te rennen. Sommige dingen kunnen gewoon niet, en andere dingen hebben hun tijd nodig en die moet je op dat moment wel hebben wil je ze niet in de soep draaien.
Waarom kom ik hierop: Om ons heen zien we op dit moment een wereldwijde haast ontstaan om via een mega-investeringsgolf ons energieverbruik uitstootloos te maken, met als hoofdvoorwaarde dat onze florissante levensstijl (vrijheden, etc.) daar niet wezenlijk door beperkt mag worden. Die haast komt ongetwijfeld voort uit het samenvallen van de shock van de pandemie met het toenemend alarmerender klimaat- en biodiversiteitsnieuws.
Hoofdvraag: Hebben we nog genoeg tijd? En hebben we niet teveel geld om eventueel terug te kunnen deinzen (i.e. ons verlies te nemen) en door een deel van onze weelde op te geven de uitstoot onder controle te krijgen? Die laatste stemming zie ik eerlijk gezegd nergens opbloeien.
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan als ondersteunend lid. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
Integendeel, zodra beleidsvoornemens daar naar beginnen te ruiken gaan de hakken in het zand. Men is gewend om via muisbewegingen tot alle informatie, goederen en diensten op aarde toegang te hebben, en elke inbreuk daarop wordt opgevat als een persoonlijke aanval op die riante positie. Zie de virulentie waarmee recent Baerbock van de Duitse Grünen door de lobby-organisatie INSM (gefinancierd door de Duitse Metaal en Elektro werkgeversbond) via paginagrote advertenties (“Wir brauchen keine Staatsreligion”) is afgeschilderd als de moderne Mozes (die de tien geboden invoerde), omdat ze een paar levensstijl beperkende voorstellen heeft geopperd.
Die stijfkoppigheid geen centimeter te willen dimmen vis-a-vis de opwarming, is een heel slecht teken. Een teken dat we totaal (obsessioneel) gevangen zitten in een denkbubbel die ons de toegang tot bepaalde uitwegen ontzegt.
Een sterk voorbeeld van hoe het gevangen zitten in een bepaald spel een duidelijk zichtbare bananenschil onzichtbaar maakt, vind ik nog altijd wat er 1 uur voordat de Titanic een ijsberg raakte gebeurde tussen radio-man Phillips (van de Titanic) en radio-man Evans (van de Californian). Evans meldt dan aan Phillips dat er veel ijsbergen in de buurt zijn, en dat de Californian nu stil gaat liggen tot het weer licht wordt. Het antwoord van Phillips: “Shut up, shut up! I am busy; I am working Cape Race!”, en geeft de melding niet door aan de brug. Na zo afgeblaft te zijn, dacht Evans waarschijnlijk ‘val dood’ en is gaan slapen. Achteraf is duidelijk geworden dat Philips toen druk bezig was onbelangrijke telegrammen van rijke passagiers te versturen naar station Cap Race (Newfoundland) voor doorzending naar New York City. Even later knalt de Titanic full-speed op een ijsberg en zinkt.
Vorige week kreeg ik een mail van Bill McKibben. Naar aanleiding van mijn “Current plans are crap” artikel vroeg hij me: “Je stelt hele interessante uitwegen voor, maar hoe denk je dat te organiseren?”. Zijn vraag suggereert dat de ondenkbaarheid van die organisatie binnen onze huidige denkbubbel ons zicht op de bananenschil zou moeten bepalen.
Ik deel die opvatting niet, want zolang de klimaatbeweging de oplossing blijft zoeken in het straatje van de weelde-verdedigende denkstijl (en sociaal-economische spelregels) van de bezitters, hoeven we volgens mij niets meer te organiseren want dat straatje loopt dood. De huidige alarmachtige bezieling in die rangen zagen we al 25 jaar in golven langskomen. De opstelling van luchtvaart-denker Sadiq Gillani die durft te beweren dat de luchtvaart op dit moment met haar zak vol dromen (more fuel efficient aircraft, alternative fuels, new technology, carbon capture and carbon offsets) en energievretende versnelde innovatie (“Ein wesentliches Instrument zum Klimaschutz im Luftverkehr ist die schnelle und kontinuierliche Erneuerung der Flugzeugflotten”) eindelijk naar Greta Thunberg (en Fridays for Future) luistert is een prototypische inpakker. Dit is peptalk om weer zo snel mogelijk de meute tot vliegen te bewegen, meer niet. Als de luchtvaart echt naar de familie Thunberg had geluisterd lag nu de hele luchtvaartvloot diep in zee begraven of stond te verzakken op het Mojave desert airplane kerkhof.
Maar goed, ik heb Bill – die ik hoog heb – wel op een degelijke manier geantwoord natuurlijk. Als volgt.
Antwoord aan Bill
De race naar steeds ambitieuzere reductietrajecten in nationale emissieplannen
zullen leiden tot een enorme investeringsgolf in nieuwe technologie en infrastructuur. Die enorme investeringsberg zal de wereldwijde productieprocessen de komende vijf jaar naar een ongekend niveau stuwen.
Maar dat razende tempo staat volledig haaks op wat de aarde op dit moment acuut nodig heeft, namelijk kalmte en zero-emissies. En dus: de komende jaren zullen de ppm’s nog harder pieken (de 450 overschrijden), nog meer sociale wanhoop veroorzaken, nog meer overhaast ingenieursbeleid genereren, en intussen loopt het klimaat fataal uit de hand.
Er is maar één redding mogelijk, namelijk massaal terugvallen op productie en consumptie van het hoognodige via een lokale low-tech levenswijze. Er gaan onder modelbouwers en fysici al steeds meer stemmen op de weg van mitigatie via supersnelle sociale transformatie steviger te omarmen. Maar de klimaatbeweging zou die optie voor 100% moeten onderschrijven, hightech laten vallen, en zich daartegen keren. Internationale stromen (luchtvaart, scheepvaart, snelwegen, internetverkeer) moeten sterk inkrimpen, en innovatie naar praktisch nul.
Echter, hoe krijgen we de samenleving (of in ieder geval de klimaatbeweging) zover dat ze daar hun tanden in willen zetten. Hier komen we bij McKibben’s pijlpunt. Hij zegt: “Dat soort politieke organisatie lijkt me altijd even belangrijk als het hebben van het juiste plan“.
Ik denk echter dat in het huidige geval (van totaal vastlopen in de manier waarop we met elkaar en de natuur omgaan) het hebben van een juist betrouwbaar plan onze eerste zorg moet zijn, en ben ook van mening dat ‘het juiste plan’ nog steeds niet klaar is.
Waarom is een juist plan in dit geval zo cruciaal?
We staan aan de rand van de afgrond, kunnen ons dus geen vergissing meer veroorloven, en het is duidelijk dat de Way Out die nog voor ons open ligt, niet bepaald in harmonie zal zijn met de manier waarop we ons naar deze rand hebben laten afglijden, anders hadden we wel eerder in die richting gekeken. Het lag niet voor de hand, was ondenkbaar zelfs.
Het juiste plan zal dus voor alle betrokkenen een zeer drastische aanblik krijgen. En dus wordt de uitvoering (het politiek organiseren) dan natuurlijk een vreselijke klus – op dat punt ben ik het helemaal met McKibben eens – want niemand wil veranderen, zich er zelfs niet in verdiepen, al zal het steeds meer helpen dat nu we zo diep verstrikt zijn geraakt in de klimaatchaos en er steeds meer bloed van de muren gaat druipen, er steeds minder mensen zullen denken dat we hier heelhuids en ongeschonden uit zullen kunnen komen. Kijk maar hoe overheden, bedrijven en individuen recentelijk al steeds leniger worden in hun verwachtingen en voornemens.
Ondertussen moeten wij (klimaatbeweging) verdomd goed weten waar we uiteindelijk heen willen. Als je een kudde koeien naar de stal brengt om te overwinteren heb je hetzelfde probleem. Ze willen voor geen prijs de stal in. Het maakt niet uit. Je kunt ze een paar dagen de tijd geven, ze elke dag een beetje dichterbij brengen met een rantsoen hooi, de kou zal de rest doen en ze er steeds rijper voor maken.
Een goed plan dan
Eerste vraag: wat hebben we verkeerd gedaan sinds we voor het eerst de ernstige aftakeling van essentiële klimatologische levensvoorwaarden hebben besproken (i.e. Kyoto)? Welke manier van doen heeft ervoor gezorgd dat we gevaarlijke grenzen hebben overschreden? Alleen met dat antwoord kunnen we een goed en betrouwbaar klimaatplan maken.
Het probleem is dat onvoldoende is gekeken naar de aandrijving in ons economisch systeem (de ontsteker/ignition/trigger) die ons economisch handelen onophoudelijk en onvermijdelijk over gevaarlijke menselijke, sociale en ecologische grenzen blijft jagen. Sterker nog, we worden zo strak beheerst door deze ontsteker dat we ons geen werkelijkheid zonder die trigger kunnen voorstellen. We zijn gekooid in een spel dat ons de dood in zal jagen.
Laten we die ontsteker (binnen dat spel) hier identificeren.
Economie gaat over efficiënt beheer van schaarse middelen, en betreft dus hoe een bevolking de uitwisseling van (of concurrentie om) schaarse goederen en diensten organiseert. Het gaat over dingen die veel mensen willen (nodig hebben) en waar ze niet zo maar toegang toe hebben. Men reikt naar iets wat anderen aanbieden. Schaarste lijkt centraal te staan.
Maar dieper gekeken draait deze onderlinge strijd om toegang te krijgen tot activa, producten en diensten in feite volledig op de angst (= het aanvoelen van eventualiteiten) van alle deelnemers dat zij misschien niet genoeg kunnen binnenhalen uit wat er beschikbaar is (d.w.z. onvoldoende toegang krijgen tot). In die angst schuilt de ontsteker van de dynamiek van het hele spel, en vooral van de expansie- en groeidrang. Omdat? Waar we moeten concurreren, blijven we proberen elkaar te overtreffen (door innovaties), krijgen we nooit genoeg (want hoe hoog we ook stijgen, concurrenten blijven ons bedreigen), en dus blijven we die uitwisseling collectief intensiveren en uitbreiden.
Op het vastlopen van die groeidwang als gevolg van grenzen (omgevingsvariabelen) is al vaak gewezen. Er zijn voorstellen gedaan (b.v. degrowth, gemeinwohl-ökonomie) om eraan te ontsnappen, maar in die voorstellen is men niet toegekomen aan de ontsteker (trigger) van de inherent expanderende dynamiek van alle uitwisselingen die op concurrentie zijn gebaseerd.
Wat een goed plan op zijn minst zal moeten bevatten
Stel dat straks blijkt dat de huidige zwaar aangezette technologische energie-transitie continu meer uitstoot blijft genereren, dan zullen we op zeer korte termijn de economische activiteit drastisch moeten verminderen. Een soort energie lockdown dus. Daarvoor zijn twee dingen nodig: (a) je moet omschakelen naar lokaal en veel eenvoudiger leven om de vraag naar energie scherp omlaag te krijgen, en (b) je moet de competitieve manier om in bepaalde essentiele behoeften te voorzien liquideren, anders haal je de angst misdeeld te worden – die expansie triggert – niet uit de dagelijkse praktijk.
Om vervolgens niet af te glijden naar een totale planeconomie (met hoge lasten door ambtenaren, veel vervreemding, geen vrijheid), stel ik voor om alleen de concurrentie om bezittingen uit te schakelen, d.w.z. huizen, land en hulpbronnen worden niet langer verhandeld (of geërfd) maar toegewezen. Dus stel ik voor (zie ook de ’triple jump’ in het kindness-artikel):
- om activa uit de circulatie te nemen;
- en iedereen (d.w.z. jonge volwassenen voor de duur van hun actieve leven, onverhandelbaar, maar onderling ruilbaar) een gelijkwaardige habitat toe te wijzen;
- waar zij op een geïntegreerde veelzijdige manier (evenwicht tussen handenarbeid en intellectuele arbeid), geheel onafhankelijk van anderen, in velerlei opzichten (ruimte, voedsel, water, onderdak, liefde, kleding) in hun basisbehoeften kunnen voorzien. Daar blijven natuurlijk ook veel onderlinge uitwisselingen mogelijk (wederzijdse hulp, opvang van leerlingen, uitwisseling, omgang) en noodzakelijk (afzet op markten, en gezamenlijke bejaardenzorg).
Dit plan valt zonder opstand niet te realiseren, dat klopt, maar er is voedingsbodem: een aanzienlijk deel van de bevolking staat vrij sceptisch tegenover de mogelijkheden van technologie, en er zijn veel back-to-basics en off-grid initiatieven door jongeren aan de gang.
Als de verwachte klimaattoestand er veel slechter en onverbiddelijker uit gaat zien, en we erger in het nauw gedreven worden, zal er ongetwijfeld een enorme opstand komen.
Er zijn feiten (en vermoedens) die geen lobby, geen druk, geen IQ’s, en geen media nodig hebben om razendsnel tot de ziel van ieder mens door te dringen. Vlees wil leven, koste wat kost.
Jac Nijssen