Platforms brengen op een nieuwe manier vraag en aanbod bij elkaar. Digitaal, en vaak met hulp van algoritmen. Dat voorziet in behoeften van mensen, en schept kansen voor werkgelegenheid en welvaart. Platforms brengen ook vragen mee, over marktregulering, privacy en de aard van arbeidsrelaties. Er bestaan grote verschillen tussen de bedrijven, de manier van werken, de werkenden en de werkomstandigheden op de platforms.
Platforms beïnvloeden ook de rest van de economie. De SER onderzocht de wereld van de platforms, trekt conclusies en geeft aandachtspunten voor beleid in de verkenning “Hoe werkt de platformeconomie” .
Kluseconomie
Een specifieke vorm van platforms zijn de werkplatforms. Die brengen vraag en aanbod in werk bij elkaar. Het werk dat zo ontstaat wordt de kluseconomie genoemd. De kluseconomie is een klein deel van de totale platformeconomie en het aantal platformwerkers in Nederland is nog klein: ongeveer 1% van de beroepsbevolking. Maar de werkplatforms bieden kansen. Ze vormen een snelle en laagdrempelige manier om aan werk te komen. Ondernemers kunnen meer omzet maken door bijvoorbeeld een bezorgdienst op te zetten en consumenten krijgen meer keuze en gemak.
Er zijn ook risico’s. Vooral bij platforms waar werkzaamheden worden gedaan waarvoor weinig opleiding nodig is, eenvoudig werk zoals bezorgen, oppassen of schoonmaken. En voor platformwerkers die volledig afhankelijk zijn van het inkomen vanuit platforms. Zij werken soms voor lage tarieven en moeten dan veel uren maken. Er zijn echter ook platformwerkers die goed verdienen. Zij beschikken vaker over specifieke vaardigheden en een betere opleiding en gebruiken platforms als een extra kanaal om aan werk te komen. Al lopen ook zij risico’s op het terrein van sociale bescherming en inspraak.
“Iedereen die werkt heeft recht op een eerlijk inkomen, sociale bescherming, scholing en inspraak. Overheid, werkgevers en werknemers, laten we samen, in Nederland en Europa, zorgen dat dat goed geregeld is én dat bestaande regels worden gehandhaafd”. Mariëtte Hamer, voorzitter SER
Arbeidsrelatie van platformwerkers
De SER trekt vier belangrijke conclusies in de verkenning. Op de eerste plaats speelt de arbeidsrelatie van platformwerkers een belangrijke rol. Die is vaak onduidelijk. Zijn ze werknemer of (zelfstandige) ondernemer? De meeste werkplatforms zetten de werkers als zzp’ers in, maar het is de vraag of dat altijd terecht is. De aard van de arbeidsrelatie is bepalend voor de geldigheid van cao’s en andere werknemersrechten, en dus van groot belang voor de positie van werkers. De SER beveelt aan om hierover snel besluiten te nemen, en het toezicht door de Belastingdienst en de Inspectie SZW hierop snel te intensiveren.
Eerlijk inkomen, veilig werk
De tweede conclusie van de SER gaat over decent work, wat inhoudt dat mensen een eerlijk inkomen verdienen, en aanspraak kunnen maken op sociale bescherming, scholing, inspraak en veilig werk. Een deel van de platformeconomie schiet hier tekort. Platformwerkers die op locatie werken, zoals schoonmakers, chauffeurs en maaltijdbezorgers, hebben vaak weinig zekerheden, lage verdiensten en geen recht op sociale zekerheid zoals WW. Voor online platformwerk zijn de vergoedingen vaak nog lager, door het grotere aanbod aan werk en de concurrentie van platformwerkers uit lagelonenlanden. Werkplatforms gebruiken daarnaast vaak algoritmen om het werk te verdelen en sturen, wat de autonomie en privacy van platformwerkers kan aantasten. Om dit te verbeteren moeten de Nederlandse en Europese wetgeving goed op elkaar aansluiten, waarbij er aandacht moet zijn voor de verschillen in werkwijze van de platforms.
Gelijk speelveld
De SER constateert op de derde plaats dat nieuwe toetreders, zoals platforms, de markt kunnen verstoren als voor hen niet dezelfde regels gelden als voor andere bedrijven. Dat kunnen bijvoorbeeld fiscale regels zijn, of regels over de inzet van data. Er is een Nederlandse en Europese aanpak nodig om ervoor te zorgen dat er een gelijk speelveld is en om de rechten van ondernemers en consumenten te beschermen. Hierbij moet de inzet zijn om oneerlijke concurrentie en ongewenste machtsposities te voorkomen. Tegelijkertijd zetten zulke nieuwe toetreders andere bedrijven aan tot vernieuwing van hun manier van werken, hun producten en diensten.
Nieuwe technologie
Tenslotte benadrukt de SER dat de platformeconomie veel kansen biedt. Mensen komen relatief gemakkelijk aan werk via een platform, consumenten krijgen meer keuze en service en bedrijven kunnen meer omzet maken. Om de kansen die de platformeconomie biedt beter te kunnen benutten, zal Nederland meer moeten doen aan het ontwikkelen en implementeren van nieuwe technologieën. Dit vraagt om meer durfkapitaal, meer passend opgeleid personeel, met name bij de grotere platforms, en investeringen in digitale vaardigheden. Werkgevers, werknemers, overheid en de platformbedrijven moeten hierin samen optrekken.