Shell en de Italiaanse multinational ENI betaalden meer dan een miljard dollar voor een offshore olieveld in Nigeria. Het geld verdween via een ingewikkelde constructie in de zakken van een corrupte ex-minister. En Shell was daarvan op de hoogte, besluiten twee onderzoeksjournalisten van het Nederlandse OneWorld.
Olieveld 245 is bijna tweeduizend vierkante kilometer groot en bevat een kwart van alle (nu bekende) Nigeriaanse oliereserves: 9,23 miljard vaten, of voldoende om heel Afrika zeven jaar van energie te voorzien. Sinds de ontdekking is het veld meerdere malen van eigenaar gewisseld, er werden rechtszaken om gevoerd en geheime deals over gesloten. De hoofdrolspelers komen uit de hoogste Nigeriaanse kringen. Een sleutelrol is weggelegd voor Shell.
Onderzoekersjournalisten Sanne Terlingen en Idris Akinbajo reconstrueerden het verhaal voor OneWorld op basis van interviews, openbare documenten en rechtbankvonnissen. Ze kregen ook inzage in een intern rapport van de Nigeriaanse onderzoekscommissie tegen economische en financiële misdaden EFCC. Shell en ENI wilden niet reageren op hun bevindingen.
Gigantisch olieveld
Alles begint in 1998, als in de Golf van Guinee het gigantische olieveld OPL 245 wordt ontdekt. Nigeria wordt op dat moment geleid door de militaire dictator Sani Abacha. Zijn minister van olie, Dan Etete, kent het olieveld toe aan het pas opgerichte bedrijfje Malabu Oil and Gas, eigendom van onder meer de zoon van dictator Abacha en van Etete, onder een pseudoniem. Minister van Olie Etete zal op termijn hoofdaandeelhouder worden van het bedrijf.
Malabu Oil and Gas bezit dan wel een olieveld, maar heeft geen werknemers of capaciteit om in diep water naar olie te boren. Daarvoor is een grote oliemaatschappij nodig zoals Shell, maar officieel mag Malabu niet samenwerken met een buitenlands bedrijf dat al actief is in de exploratie in Nigeria. Toch sluiten Malabu en Shell in 2000 een deal. Shell gaat olieveld 245 exploiteren en krijgt 40 procent van de aandelen.
Getouwtrek om de licentie
Maar nog geen twee maanden nadat het olieveld is toegewezen, sterft dictator Abacha, en in 2001 trekt de nieuwe Nigeriaanse regering de licentie terug in. Shell, dat inmiddels miljoenen in het olieveld heeft geïnvesteerd, wil de licentie terug. Na heel wat getouwtrek daagt Shell Malabu en de Nigeriaanse regering voor het gerecht en kaart het de zaak aan bij het arbitragetribunaal van de Wereldbank. Shell-ceo Jeroen van der Veer vliegt naar Nigeria om de offshore-belangen van Shell te behartigen. Maar intussen blijft het olieveld onbenut.
In 2010 veranderen de kansen opnieuw: de nieuwe president Goodluck Jonathan is net als Etete een christen uit de Bayelsa-regio, en al binnen twee weken na zijn aantreden wordt het olieveld weer aan Malabu en Etete toegewezen, die de vergunning vervolgens te koop aanbieden. Maar ondanks de grote waarde haken kopers als het Russische Rosneft en het Franse Total af, mede door de slechte reputatie van Etete, die inmiddels in Frankrijk veroordeeld is wegens witwassen en corruptie. Kopers vrezen ook de claims van Shell op het olieveld.
Gedragsregels
Een overname door Shell zelf is geen optie, omdat de gedragsregels van de multinational witwassen verbieden. “Er is sprake van witwassen als de criminele herkomst of aard van gelden of goederen wordt gecamoufleerd onder legitieme zakelijke transacties”, stellen de regels. “Handel nooit met vermoedelijke criminelen en raak niet betrokken bij transacties waarin de opbrengst van strafbare feiten een rol speelt.”
Een miljard betalen voor een licentie die een ex-minister zichzelf onder een dictatuur heeft toegekend, is dus uit den boze.
De zaak lijkt muurvast te zitten, maar op 7 december 2011 raakt plots het nieuws bekend dat OPL 245 toch in handen komt van Shell en het Italiaanse energiebedrijf ENI. De deal blijkt zelfs al gesloten op 29 april van dat jaar. Vreemd genoeg is er volgens de officiële persberichten geen geld betaald aan Malabu Oil and Gas, enkel aan de Nigeriaanse regering.
Maar hoe kun je een licentie overnemen zonder geld aan de eigenaar te geven? De onderzoeksjournalisten leggen de ingewikkelde constructie bloot die achter gesloten deuren is opgesteld. Ze krijgen daarbij onverwachte hulp: twee ‘fixers’, de Rus Ednan Agaev en de Nigeriaan Ameka Obi, hielpen de koop regelen maar zijn naar eigen zeggen niet correct betaald. Ze trekken naar de rechtbank. Shell en ENI zijn geen betrokken partij, maar door de rechtszaken in de VS en Groot-Brittannië komen tientallen e-mails en getuigenissen over de besprekingen met Etete en de Nigeriaanse regering aan het licht.
Drie overeenkomsten
Uit de rechtbankvonnissen blijkt dat Shell en ENI het geld inderdaad aan de Nigeriaanse overheid hebben betaald. Maar wat de bedrijven er niet bij vermelden is dat de overeenkomst zó is geconstrueerd dat ze dit statement kunnen maken zonder dat het een aperte leugen is. Op de bewuste vrijdag in april 2011 werd namelijk niet alleen een deal gesloten tussen Shell en ENI en de Nigeriaanse overheid, maar ook tussen die overheid en Malabu.
In de eerste overeenkomst, tussen de Nigeriaanse overheid en Malabu, draagt Malabu de OPL-aandelen over aan de Nigeriaanse overheid, en ziet het bedrijf af van iedere aanspraak op het olieveld. In ruil betaalt de Nigeriaanse regering 1.092.040.000 dollar.
In de tweede overeenkomst kent de Nigeriaanse regering het olieveld toe aan dochterondernemingen van Shell en ENI in ruil voor exact hetzelfde bedrag, 1.092.040.000 dollar, en een zogenaamde signature bonus van 207 miljoen dollar.
Er wordt ook nog een derde overeenkomst gesloten, waarin Malabu en Shell hun lopende onderlinge juridische procedures schikken.
Tijdens de rechtszaken blijkt ook de betrokkenheid van Shell en ENI bij de deal met Etete. Vertegenwoordigers van de bedrijven hebben voorafgaand aan de deal verschillende ontmoetingen met Etete in Lagos, Den Haag en in Italië. ENI-directeur Claudio Descalzi dineert in februari 2010 met Etete in het Principe di Savoia hotel in Milaan. Een vertegenwoordiger van Shell getuigt over “lunch en heel wat koude champagne” met Etete.
Onderzoekscommissie
De gebruikte drietrapsovereenkomst zou er op aanraden van de Russische consultant Agaev zijn gekomen, blijkt uit een intern rapport van de Nigeriaanse Onderzoekscommissie tegen Corruptie (EFCC). “Eind maart 2011 lijkt de Nigeriaanse regering deze suggestie te hebben opgevolgd”, stelt het rapport.
Ook de Nigeriaanse procureur-generaal Mohammed Bello Adoke beaamt dat tijdens een hoorzitting van het Nigeriaanse parlement. De Nigeriaanse regering was slechts tussenpersoon, en Shell was er volgens Adoke volledig van op de hoogte dat de betalingen voor OPL 245 doorgesluisd zouden worden naar Malabu en Etete.
De drie deals worden in april 2011 beklonken, maar de overdracht van OPL 245 is pas officieel nadat de minister van Olie zijn handtekening onder de nieuwe licentiebestemming heeft gezet. Dat gebeurt in december 2011. Toevallig is vlak daarvoor (half november) een nieuwe minister aangesteld: Osten Olorunsola, voor zijn aanstelling nog vicepresident Gas van Shell Upstream International. In april 2013 is hij alweer minister-af.
Internationale gemeenschap
Het is inmiddels een jaar geleden dat het Nigeriaanse parlement vroeg om de licentie voor OPL 245 af te nemen van Shell en ENI, maar er is niets gebeurd. “Zolang de huidige regering aan de macht is, gaat er ook niets gebeuren”, zegt Olanrewaju Suraju van de Nigeriaanse anti-corruptieorganisatie HEDA. “Het zijn de president, de minister van olie en procureur-generaal Adoke die het advies van het parlement moeten uitvoeren. Maar zij waren zelf betrokken bij het opstellen van de deal.” Suraju doet daarom een oproep aan de internationale gemeenschap: “Het geld verdwijnt vanuit Nigeria naar buitenlandse rekeningen. Hier kunnen wij als Nigeriaanse anti-corruptieorganisatie onmogelijk iets aan doen.”
Shell houdt vol dat het correct heeft gehandeld. “Betalingen met betrekking tot de afgifte van de licentie alleen werden gedaan aan de Nigeriaanse overheid”, stelt het bedrijf in een verklaring. “Shellbedrijven hebben zich te allen tijde aan de Nigeriaanse wet gehouden, als wel aan de bepalingen die werden gesteld aan de licentieovereenkomst met de Nigeriaanse overheid. We zijn open en transparant over alle betalingen die door Shell aan de Nigeriaanse overheid zijn gedaan.”