Hoe een Turks-Koerdische migrant de VS verovert met zijn yoghurtmerk en daarmee het internationale bedrijfsleven een gouden idee aanreikt. Hamdi Ulukaya’s zuivelfabriek Chobani laat zien hoe bedrijven in de staat New York overleven dankzij de aanwezigheid en economische bijdrage van nieuwkomers. In VPRO Tegenlicht: het succesverhaal van een antiheld.
In 2005 koopt Hamdi Ulukaya, zoon van Turks-Koerdische ouders, een verlaten yoghurtfabriek in de staat New York. Beginnend met vijf voormalige werknemers domineert hij binnen een paar jaar het koelvak in de Amerikaanse supermarkten met het Griekse-yoghurtmerk Chobani (‘herder’). Hamdi’s bedrijfsvoering wijkt af van die van zijn concurrenten: full-time werknemers kunnen aandelen verwerven en meer dan 30% van het personeel bestaat uit vluchtelingen en migranten.
In het plaatsje Utica (New York) wonen veel migranten die werkzaam zijn in Ulukaya’s zuivelfabriek. Zonder deze nieuwkomers zou het stadje – zoals zoveel voormalige industriegebieden in de VS – op sterven na dood zijn. Nu worden er nieuwe bedrijven gestart en bloeit de lokale economie. In het opvangcentrum dat statushouders wegwijs maakt, is het een komen en gaan van verschillende nationaliteiten op zoek naar werk en huisvesting. Directeur Shelly Callahan werkt aan campagnes die meer migranten naar de regio moeten trekken. Zij vreest een ‘migrantentekort’ door Trumps anti-migratiebeleid.
Ulukaya’s succes is niet onopgemerkt gebleven. Hij reist de wereld over om lezingen te geven en probeert met zijn initiatief Tent Partnership for Refugees andere CEO’s te bewegen zijn voorbeeld te volgen. Volgens hem kan het bedrijfsleven bij uitstek een sleutelrol spelen in de aanpak van zaken als groeiende inkomensongelijkheid, werkgelegenheid in krimpgebieden, integratie en racisme.
Regie: Nirit Peled