2014 wordt weer een groei-jaar, zo voorspellen economen. En het herstel van de economie wordt in een adem verklaard met het succes van de bezuinigingsmaatregelen. Maar wat groeit er dan eigenlijk en wat hebben we daar aan?
Economische groei is de geldwaarde van de totale productie van een land of regio. Die waarde wordt berekend aan de hand van de nationale rekening, volgens een methode die om de zoveel jaar verandert. Zo wordt het mensen die willen weten of er wel echt groei is erg lastig gemaakt om dat te controleren. Dat zal overigens wel de bedoeling zijn.
Groei die er is levert nauwelijks meer werkgelegenheid op, en extra druk op wie werk heeft: als het goed gaat moet de productiviteit omhoog om aan de vraag te kunnen voldoen, als het slecht gaat moet de productiviteit omhoog om de kosten te drukken. Het aantal banen per eenheid product blijft ondertussen verder dalen.
De ene groei is bovendien de andere niet. Vergelijk maar eens het besteedbaar inkomen van burgers met de bedrijfswinsten: het besteedbaar inkomen van burgers (grofweg loon minus vaste lasten) steeg tussen 1980 en 2012 met 40%. Bedrijfswinsten stegen in die zelfde periode met maar liefst 800%. Burgers werden derhalve 20 maal armer ten opzichte van bedrijven, oftewel de inkomensverschillen exploderen.
Een ander voorbeeld is een alledaags product als een ei. Daarvan is de werkelijke (productie)prijs tussen 1960 en 2012 gedaald met meer dan 75%. In de winkel is de prijs van een ei in die periode meer dan verdubbeld. De prijsdaling in de productie is het directe gevolg van de invoering van de legbatterijen en de grootschalige industriële veeteelt. Dat de prijsdaling niet wordt doorberekend aan de consument is mede het gevolg van de opkomst en de positie van de grootgrutters, die het grootste deel van de winst incasseren.
De vraag naar energie en naar grondstoffen neemt enorm toe als gevolg door de combinatie van toenemende bevolking en groeiende welvaart in grote delen van de wereld. En als gevolg van de oplopende schaarste wordt de strijd om grondstoffen steeds grimmiger.
Vorige week begon het Russische boorplatform, dat doelwit was van het recente Greenpeace protest, met de daadwerkelijke productie van olie. Daarmee lijkt het doodvonnis van de noordelijke poolzee getekend. En in Nicaragua begon een Canadees bedrijf een proces tegen de staat van Nicaragua, omdat het een omstreden open goudmijn wil exploiteren midden in uniek oerbos, dat de regering en de bevolking willen beschermen tegen de extreme vervuiling door de goudwinning.
Het zijn maar een paar voorbeelden die laten zien wat er vooral groeit: dat zijn de hebzucht van bedrijven en de vernietiging van onze leefomgeving. Het zijn vooral de dingen waarvan we juist niet willen dat ze groeien.
Maar er groeit ook iets anders. Steeds meer mensen worden zich bewust van de perverse gevolgen van de groeidwang, waar ze zelf uiteindelijk nauwelijks iets mee opschieten. Ze gaan samen op zoek naar een andere invulling van het bestaan, die waarde en geluk oplevert. Die het milieu schoon houdt en de wereld leefbaar.
Ze wekken zelf hun energie op en verbouwen hun voedsel in de buurt. Ze maken hun eigen geld en werken in coöperaties die niet kunnen worden overgenomen en waarmee niet kan worden gespeculeerd. Waarin samen wordt gewerkt aan het creëren van echte waarde.
De groei van klein en de groei van echt, laat die maar doorgaan in 2014. Daar worden we wel gelukkig van.