2019 was het warmste jaar sinds het begin van de metingen door het Europese Copernicusprogramma. Wereldwijd was het het tweede warmste jaar, na recordjaar 2016.
De metingen van het Europese satellietsysteem geven een eerste globaal beeld van 2019 wat betreft gemiddelde temperaturen en CO2-concentratie in de atmosfeer. Ze bevestigen de vermoedens: het voorbije jaar was op beide vlakken opnieuw een recordjaar.
Vijf warmste jaren
Uit de metingen blijkt dat de gemiddelde temperatuur van de atmosfeer boven het aardoppervlak net 0,04 graden onder die van het absolute recordjaar 2016 afklokt. Daarmee is 2019 wereldwijd het tweede warmste jaar ooit gemeten.
De laatste vijf jaar zijn meteen de vijf warmste jaren ooit gemeten. De gemiddelde wereldwijde temperatuur van de vijf laatste jaren lag tussen 1,1 en 1,2 graden Celsius hoger dan de gemiddelde temperatuur voor de industriële revolutie. Door die vijf recordjaren eindigt het decennium 2010-2019 ook als het warmste decennium tot nog toe.
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan als ondersteunend lid. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
Uit de CO2-metingen blijkt dan weer dat de concentratie van CO2 het voorbije jaar bleef stijgen, met zo’n 2,3 deeltjes per miljoen.
Europa
Het wereldwijde gemiddelde verbergt een aanzienlijk verschil in snelheid tussen werelddelen en regio’s. Zo warmen Alaska en grote delen van de poolgebieden veel sneller op dan de rest van de wereld. Het vasteland warmt veel sneller op dan de zee, en die stijging is vooral te merken in Oost- en Zuid-Europa, Zuidelijk Afrika en Australië. Delen van Canada warmen dan weer minder snel op.
In Europa waren alle seizoenen warmer dan normaal en werd 2019 nipt het warmste jaar ooit gemeten, net voor 2014, 2015 en 2018. “Dit zijn zonder twijfel alarmerende signalen”, zegt Jean-Noël Thépaut, hoofd van Copernicus Climate Change Service (C3S).
Gras op de Mount Everest
Ook in andere delen van de wereld wordt het steeds warmer. Rond de Mount Everest en in de rest van de Himalaya rukken grassen op naarmate het ijs zich terugtrekt. Wetenschappers vrezen gevolgen voor de watervoorziening van 1,4 miljard mensen.
Op basis van satellietgegevens van de NASA hebben wetenschappers de “subnivale vegetatie” in kaart gebracht – de planten die voorkomen tussen de boomgrens en de sneeuw. Daaruit blijkt dat die vegetatie gestaag oprukt op hoogtes tussen 4150 en 6000 meter boven de zeespiegel.
Rond de Mount Everest vond het team van de Universiteit van Exeter een toename in de vier bestudeerde hoogtebanden. Tot nog toe werd aangenomen dat de planten in het hoogste deel van het spectrum nauwelijks kunnen groeien.
Hoewel de wetenschappers geen uitspraken doen over de oorzaak van de toename, lopen de bevindingen gelijk met de klimaatmodellen die een terugval tonen in de oppervlakte van gebieden waar planten niet kunnen overleven door de extreem lage temperatuur. Eerder onderzoek toonde ook al aan dat het Himalayagebergte bijzonder kwetsbaar is voor de veranderingen in vegetatie als gevolg van de klimaatverandering.
De studie verscheen in het vakblad Global Change Biology.