Ingrid Robeyns is een van de vier wetenschappers die een Stevin- of Spinozapremie ontvangen dit jaar. Ze ontvangt de prijs voor haar onderzoek naar ongelijkheid en limitarisme. De premies zijn de belangrijkste onderscheidingen in de Nederlandse wetenschap.
De Spinozapremies gaan naar Thijn Brummelkamp en Judith Pollmann. Ilse Aben krijgt de andere Stevinpremie, voor haar onderzoek naar methaanlekken met satellieten. Alle vier de wetenschappers krijgen 1,5 miljoen euro voor verder onderzoek. De Spinozapremies worden uitgereikt voor baanbrekend onderzoek. De Stevinpremie beloont maatschappelijke impact.
Ideeën en theorieën voor het verbeteren van de samenleving
De prijs is bijzonder betekenisvol, aldus Robeyns, omdat het voor politieke filosofen vaak lastig is om de maatschappelijke impact van hun werk aan te tonen.
Voorbeelden van haar werk zijn de capability approach (bekend in Nederland via onder meer het SCP en het debat over brede welvaart), en limitarisme – het idee dat er naast een armoedegrens ook een bovengrens aan extreme rijkdom zou moeten zijn.
“Het is fantastisch dat dit soort onderzoek nu erkenning krijgt via de Stevinpremie,” zegt Robeyns.
Er is een nieuw economisch systeem nodig
Volgens Robeyns staan we op een kruispunt in de geschiedenis. Het sociaaleconomisch model van de afgelopen decennia – neoliberaal kapitalisme – ligt onder vuur. Binnen het project Visions for the Future onderzoekt zij met haar team mogelijke toekomstmodellen.
“We zien al dat neoliberaal kapitalisme op sommige plekken verlaten wordt,” zegt Robeyns. “Trump beweegt bijvoorbeeld richting een conservatief-autoritair model. Maar met zo’n systeem offeren we de democratie op, en het welzijn van burgers zal er waarschijnlijk niet op vooruitgaan. Zeker niet als wetenschappelijke kennis, bijvoorbeeld over klimaatverandering, wordt ontkend.”
Wetenschappers moeten samenwerken
Wetenschappers spelen volgens Robeyns een cruciale rol in het analyseren en ontwikkelen van toekomstgerichte economische systemen. Ze wil het prijzengeld gebruiken om een internationaal, interdisciplinair netwerk op te zetten van topwetenschappers die werken aan nieuwe economische modellen.
Kritische stem binnen en buiten de universiteit
De Stevinpremie wordt ook toegekend aan onderzoekers die jonge wetenschappers inspireren. Op de vraag wat haar typeert als academicus, noemt Robeyns haar interdisciplinaire werk:
“Ik beweeg me tussen disciplines. Dat was aan het begin van mijn carrière erg lastig. Interdisciplinair onderzoek wordt zelden gewaardeerd in toptijdschriften, en universiteiten nemen vaak mensen aan die puur binnen één discipline werken.”
Ze noemt zichzelf ook altijd kritisch op hoe dingen worden gedaan:
“Als me iets gevraagd wordt dat zinloos of schadelijk is, zeg ik dat. Het is de professionele plicht van wetenschappers om de waarheid te zeggen.”
Zo kaartte ze al vroeg de werkdruk in de academie aan, op een moment dat dat onderwerp nog weinig aandacht kreeg. Ook strijdt ze sinds 2009 voor een bredere toegang tot het promotierecht, dat volgens haar nu te beperkt is.
Strijdbaar voor het hoger onderwijs
De afgelopen jaren was Robeyns actief binnen WOinActie, een beweging van studenten en medewerkers die opkomt voor het hoger onderwijs.
“Ik had nooit gedacht dat een Nederlands kabinet onze universiteiten zó drastisch zou onderfinancieren.”
Ze waarschuwt ook voor aanvallen op de academie van buitenaf:
“Kijk naar wat er in de VS gebeurt. Dat is uiterst zorgwekkend. We moeten de unieke rol van universiteiten in de samenleving beschermen. Maar we moeten óók kritisch blijven kijken naar hoe we onszelf intern organiseren: zijn we een echte gemeenschap, of toch vooral een hiërarchische organisatie?”
Foto: Studio Oostrum / Universiteit Utrecht
Blijf op de hoogte met de nieuwsbrief. Meld je hier aan.
( Je kunt ons ook steunen door lid te worden of te doneren )