
Een team van de Amerikaanse universiteit Caltech heeft een nieuwe mijlpaal bereikt in de ontwikkeling van quantumcomputers: een werkende opstelling met 6.100 qubits. Het gaat om zogeheten neutraal-atoomqubits die met optische ‘tweezers’ worden vastgehouden. Daarmee is het de grootste en meest stabiele qubit-array die ooit is gebouwd. Voor de internationale quantumwereld geldt dit als een doorbraak: voor het eerst wordt schaalbaarheid gecombineerd met hoge nauwkeurigheid en lange coherentie.
De prestatie wordt gezien als bewijs dat quantumtechnologie sneller volwassen wordt dan velen hadden verwacht. “We laten zien dat het mogelijk is duizenden qubits stabiel te controleren,” zegt een van de onderzoekers. “Dat opent de deur naar foutgecorrigeerde quantumcomputers die echt praktische problemen kunnen oplossen.”
Van laboratorium naar klimaatoplossingen
Die praktische problemen liggen niet alleen in de hoek van natuur- en scheikunde, maar raken direct aan de klimaatcrisis. Huidige supercomputers verbruiken enorme hoeveelheden stroom om complexe modellen te draaien, variërend van weersimulaties tot energienetwerk-optimalisatie. Quantumcomputers daarentegen hebben voor bepaalde berekeningen slechts een fractie van die energie nodig.
Onderzoek wijst erop dat hybride datacenters – waar quantumprocessoren samenwerken met klassieke GPU’s – tot 15 procent minder elektriciteit zouden verbruiken. Voor een sector die verantwoordelijk is voor een groeiend deel van de wereldwijde CO₂-uitstoot kan dat een gamechanger zijn. Het betekent concreet dat AI-modellen, die steeds groter en energie-intensiever worden, op een duurzamere manier getraind en ingezet kunnen worden.
Impact op AI
De snelle groei van kunstmatige intelligentie legt de beperkingen van de huidige infrastructuur pijnlijk bloot. Het trainen van een groot taalmodel zoals GPT kost miljoenen kilowatturen, vergelijkbaar met het energieverbruik van duizenden huishoudens. Quantumalgoritmen zouden dit proces aanzienlijk efficiënter kunnen maken, vooral bij taken als clustering, optimalisatie en parameterafstemming.
Dat betekent niet dat quantumcomputers morgen al de backbone van AI worden. Integratie met bestaande systemen is ingewikkeld en de voordelen gelden voorlopig alleen voor specifieke rekenintensieve onderdelen. Toch ziet de sector de Caltech-doorbraak als een duidelijk signaal dat de dag dichterbij komt waarop quantum de reusachtige energiehonger van AI kan helpen temmen.
Botsende prioriteiten
De timing is opmerkelijk. Terwijl klimaatdoelen wereldwijd steeds verder uit zicht raken en datacenters exponentieel groeien, biedt quantumtechnologie een zeldzaam dubbel perspectief: meer rekenkracht én minder energieverbruik. Maar dat vraagt wel om forse investeringen en langetermijnvisie.
Critici waarschuwen dat, zonder duidelijke politieke keuzes, quantumcomputing vooral ten goede zal komen aan Big Tech en defensietoepassingen, en minder aan klimaatoplossingen. Voorstanders benadrukken juist dat de schaalbaarheid die Caltech nu laat zien, een kans biedt om de technologie wél breed en duurzaam in te zetten.
Vooruitblik
Met 6.100 stabiele qubits in handen is de stap van sciencefiction naar toepasbare realiteit kleiner geworden. De komende jaren zal moeten blijken of quantumcomputers daadwerkelijk bijdragen aan een schonere AI en betere klimaatmodellen – of dat ze vooral een nieuwe machtsstrijd in de techsector ontketenen.
Wat vaststaat: de opmars van quantumtechnologie is niet meer te negeren. En de race gaat niet langer alleen over snelheid en schaal, maar ook over duurzaamheid.
Blijf op de hoogte met de nieuwsbrief. Meld je hier aan.
( Je kunt ons ook steunen door lid te worden of te doneren )