Het boek met de titel “What has gone wrong with Mitigation?” dat zojuist is uitgekomen, is een bundel van 24 analyses die ik sinds 2018 schreef over de internationale besluitvorming en bekvechterij rond klimaatverandering. Ongeveer twee derde van die analyses werden ook door Duurzaamnieuws gepubliceerd, sommige in een rudimentaire vorm, en alle artikelen verschenen in het Engels en het Frans en werden in die taalgebieden wijd verspreid. Het is eigenlijk via een terloopse suggestie van Peter van Vliet dat ik er een boek van gemaakt heb. Om een brug te slaan.
Want naar mijn gevoel
- sluit het een periode af waarin we op een nogal zakkerige manier de kans om fatale klimaatverandering af te wenden voorgoed hebben verspeeld,
- en sluit het aan op een recente lijn in klimaatdiscussies (ruzies!) waarin de pro’s en contra’s steeds beter beginnen door te krijgen waar nou eigenlijk de hete brei van de klimaatproblematiek in schuilt die we nu al 33 jaar (d.w.z. sinds de Earth Summit in Rio, 1992) niet door de strot kunnen krijgen en dus met vereende krachten ontlopen.
Laat me even teruggaan naar het begin om die lijn (d.w.z. mentale bewustwording) op te pikken.
Aanvankelijk
Klimaatverandering kwam als onderwerp van zorg 30 jaar geleden op kousenvoeten de menselijke denkwereld in. Aanvankelijk waren er wat gespecialiseerde wetenschappers en politici mee bezig. Door hen werd het meteen wel als iets groots onderkend, zeker, maar pas sinds Al Gore’s indringende beeldvorming kreeg het veelkoppige monster ook voor gewone mensen een gezicht, en daaruit volgde ook continue aandacht in de media.
Langzaam zie je dan patstellingen ontstaan tussen bevolkingsgroepen en partijen. Voor zo’n 25% was het meteen volslagen onzin want onvoorstelbaar. Edoch zo’n 75% is toenemend onder de indruk geraakt, en via hun aandacht en keuzen is wetenschappelijk onderbouwde beleidsvorming tot stand gekomen die struikelend over steeds grotere tegenstellingen niet de onverbiddelijke richting en slagkracht heeft kunnen inladen die nodig was geweest om de klimaatbeer te vellen voordat ie uit zijn zachtzinnige en ververwijderde voegen groeide.
Waarom niet? Des te duidelijker de veelkoppige economische consequenties van de opwarming in de media ter sprake kwam raakte men toenemend verdeeld. Het werd een door elkaar roepen van aanklachten, grieven, en valse sporen. Men sprong van isolatie en verwarming als boosdoeners naar verkeer en luchtvaart, vervolgens naar vlees, om dan via China en mijnbouw uiteindelijk bij de grote oliemaatschappijen te belanden. Door zo ieder jaar dat rijtje af te werken is menig kordaat deelplan in de onderste la van het bureau belandt. We kozen niet, we schrapten en krabbelden terug op beleid als implementaties tegenvielen of op te veel verzet stootten. Verkiezing na verkiezing jongleerden we met vereende krachten de klimaaturgentie uit het gezichtsveld door geschillen over koopkracht, migratie, wonen, sociale issues, en veiligheid te laten prevaleren. En terwijl we ondertussen, badend in steeds wijdere zeeën van keuze-mogelijkheden, toch nog een wat grotere auto aanschaften, de keuken moderniseerden, steeds intensiever met schermen communiceerden, vakanties aaneenregen, en ons bord vol laadden met goedkope Argentijnse riblappen, susten we al gemak zoekend onze emissie-zorgen met groeicijfers rond renewables, met het ambitieuze EU-ETS emissieplan, en met de opgeblazen positieve toon van het jaarlijkse decarbonisation rapport. O jee we waren eigenlijk best goed bezig.
Maar wat gingen we ondertussen, elkaar de bal toespelend, uit de weg? Wat verstikte onze moed en vastberadenheid om door te pakken?
De kern
Ik laat een paar recente figuren uit de klimaatdiscussie aan het woord om dit bloot te leggen. Eerst twee pro’s.
Pierre Charbonnier, de auteur van La Coalition Climat, stelt in een recent interview (zie wat ie zegt tussen 1h27 en 1h32): “Waar niemand over praat is als je carbon-rijke takken wilt downsizen, en carbon-vrije takken wilt opschalen, moet je dat budgetteren, plannen, begeleiden, eigenlijk volledig samen op- en afbouwen door elkaar perspectief te geven en vooral degenen in de afbouw-sectoren wat betreft omscholing en begeleiding in nieuwe vervangende banen in opbouwende sectoren, anders lukt het nooit”.
Vervolgens wijst Charbonnier op het feit dat je een hele sterke sociale ruggengraat nodig hebt om zo’n strakke sturing te implementeren. En dit is ook precies waar Méda, een sociologe (voorzitster van L’Institut Veblen) die decennia lang de problematiek rond een ecologische omschakeling heeft bestudeerd, in haar beschouwing over ‘a realistic restrictive scenario’ de vinger op legt: It requires radically coordinated policies, that we stop thinking in boxes, it requires ecological planning. What we need is a general secretariat for ecological planning. We need to plan 20 years from now what new jobs we are going to create. How are we going to re-skill people? ….A lot of anticipation is needed, and we also need to consult with the regions and with the social partners. We need to get everyone back around the table. That’s why I say it’s an absolutely gigantic project. Our whole society has to be redesigned.”
“The great fear of Trump and his billionaire backers in the petrochemical and infotech industries appears to be that humanity could come together to find a solution to shared problems. For them, this would mean regulation, stagnation and higher taxes on the rich”.
De bijdrage van Jonathan Watts in deze discussie schraapt ook de open zenuw van de contra’s bloot. Hij haalt, om het huidige tegenstribbelen te snappen, de metafoor erbij dat bomen in het Amazone-gebied op stress en droogte reageren met “.. to shut down their periphery. They shed leaves so that any remaining moisture can be cycled inside the trunk and branches. Recent history, however, suggests that the first instinct of many individuals is to also shut down their periphery – ‘close the borders’, ‘build walls’, ‘impose tariffs’, ‘stop the boats’ – in an attempt to conserve jobs, food and money for themselves.”
Dit is allemaal niet zo bijzonder want elk systeem heeft ‘afsluitgedrag’ in crisissituaties. Maar dan identificeert ie de coalfire daaronder: “The great fear of Trump and his billionaire backers in the petrochemical and infotech industries appears to be that humanity could come together to find a solution to shared problems. For them, this would mean regulation, stagnation and higher taxes on the rich”.
En dit klopt helemaal met Trump’s eigen bijdrage aan het identificeren van de gloeiend hete kern van de klimaatproblematiek die we al 33 jaar mijden als de pest, en dus niet duidelijk benoemen, noch onderling bevechten, en dus niet implementeren. In zijn UN speech (september 2025) geeft hij zich in één zin volledig bloot: “This hoax destroys freedom”. Dat klopt helemaal: Planning betekent afspraken maken en iedereen tussen die lijnen laten lopen. Trump heeft 100% gelijk. Einde vrijheid.
Voilà: De afschuw voor externe regulatie van al onze belangrijke levensaspecten gelijktijdig is de gloeiend hete kern die ons als bezeten mieren heeft doen zoeken naar remedies die onze levenswijze qua energiebehoefte alle ruimte van expansie zou blijven geven, en realiseerbaar zou zijn in ons huidig maatschappelijk bestel van zwak bijsturende overheden die de beslissingsruimte van samenlevingsleden wel enigszins kaderen maar voor de rest grotendeels overlaten aan degenen die al dan niet georganiseerd (in banken, bedrijven, stichtingen, fondsen) over vrij alloceerbare middelen beschikken en daarmee het gros van sturing realiseren.
Was die afschuw dan gewoon gezwam dat weggepoetst had kunnen worden? Nee, zeker niet. Een mens kan op lange termijn onmogelijk mens blijven als ie geen flinke zwik manoeuvreerruimte heeft in zijn omgang met een uitdagende omgeving. In een strak keurslijf van commando’s functioneren maakt ons ontwikkelingsvermogen en onze waarde-ontwikkeling op den duur morsdood. Maar het is natuurlijk wel gelul van Trump en Musk en ettelijke andere stinkend rijke CEO’s dat hogere belastingen hun vrijheden zouden inperken. Die verzuipen immers so wie so in geld en machtsposities. Hun vrijheid leidt niks aan een paar procent belasting dokken per jaar. M.a.w. zij gebruiken het vrijheidsberoving argument tegen klimaatbeleid louter (stelt Watts) to stir up fear, hostility and support for “strong leaders”.
De knok
Gaan we hier op vastlopen. Ik denk het niet. De pro’s beginnen helder te beseffen dat er een absurd zware collectieve sturingsmacht in de benen zal moeten komen, en de contra’s dat ze een enorme hap uit hun huidige stuurcapciteit zullen moeten inleveren. Daar gaat dus de knok liggen. Die begint weliswaar op sommige plekken al naargeestige vormen aan te nemen: in sommige landen worden pro’s al uit hun werk (d.w.z. klimaatonderzoek) gezet, vervolgd zelfs. Maar hoe die knok ook gaat verlopen, uitendelijk zullen we als enorm ernstige klimaatstoringen het voortbestaan van totale populaties gaan bedreigen toch midden in de hete brei belanden nl. bij zeer strakke collectieve sturing die bestaat uit distributie en rantsoenering van essentiële levensbehoeften en die ook de productie van die essentialia zeer strak bestuurt.
Is dat voor eeuwen onvermijdelijk? Dat hoeft niet. Het is niet onmogelijk dat mensen juist dank zij de extreme klimaatellende die we gaan proeven hun ambities dusdanig gaan bijstellen dat ze onder een leefbaarder stuurregime kunnen voortleven. Ik bedoel?
In de huidige discussie komt de kern van onze onmacht steeds scherper op tafel. Zoals gezegd: Het vechtpunt draait om de mate van regulatie. Maar let op: de tegenstelling tussen de partijen wordt nu van beide kanten opgeblazen tot Free Society ⇌ Autoritarisme, en dat is een dwaalfiguur. Omdat?
Beide partijen slaan door in hun inschatting omdat ze elk alle consumptie-ballen in de lucht willen houden. Ja, als je door wilt gaan met optimaal innoverende long-chain productieprocessen die op wereldwijde inputs draaien en wereldwijd hun producties afzetten (zie ook de insteek van Stern), ja dan betekent zero-emissies nastreven dat je een totaal autoritair overheidsapparaat, ook internationaal, voor eeuwen in de benen moet brengen. Zowel de pro’s (inclusief veel degrowth voorstanders) als de contra’s zitten in dat paradigma gevangen Ook Watts die met zijn ‘interdependence’ concept aangeeft dat voor hem de doorgaande innoverende globaal interacterende ontwikkeling van de mensheid vanzelfsprekend heilig is. Hij snapt niet dat in zo’n toekomstbeeld nooit de cohesie kan groeien waarmee de oersterke sociale ruggegraat gevormd zou kunnen worden om uit die stuur-verlamming (d.w.z. de angst binnen nauwe grenzen gereguleerd te worden) te komen.
Juist om uit die stuur-impasse te komen (en qua waarden onderling gelijkgerichter) heb ik voortdurend voorgesteld de transitie veel dieper aan te pakken nl. alle processen veel autonomer en lokaler (korte ketens) maken zodat je regelprobleem lokaal zeer veel minder complex en compulsief wordt. Ontkoppel, verdeel, en heers als het ware. Zie hoofdstuk 9.3 in Solid societal solutions to stop climate change waarin ik betoog dat we de opwarming van de aarde alleen onder controle kunnen krijgen als we overschakelen naar een gedecentraliseerde low-tech structuur van nationale economiën en een enorme afschaling van de interacties (flows) tussen die nationale economiën, omdat in die vorm de nationale en internationale stuurproblemen zo minimaal worden dat de striktheid en strakheid ervan (voor eeuwen) haalbaar, realiseerbaar en leefbaar wordt voor mensen.
Hoe diep?
Vanuit die visie is het feit dat de recente klimaatruzie de gloeiend hete kern nadert en pro’s en contra’s elkaar openlijker op het punt van regulatie om de oren gaan slaan, alleen maar goed. Want die ruzie gaat krachten wakker maken (de universiteiten bedoel ik, zie de recente reactie van MIT, en de jeugd in het algemeen, zie ook de genZ opstanden) die de strijd tussen pro’s en contra’s zo hevig zal aanwakkeren − in een decor van toenemende klimaatontsporing en dreiging − dat de pro’s zich via die confrontaties misschien eindelijk gaan realiseren dat wat ze nu willen om net-zero te bereiken, namelijk Green Growth, zowel technisch materieel als qua daartoe vereiste nationale en nternationale sturing helemaal niet kan, en op wensdenken berust.
En zodoende gaan inzien dat we alleen via een paar diepe ingrepen in ons huidig economisch wisselwerkingscircus tijdig naar net-zero kunnen toe glijden, namelijk (a) de macht van het vrije kapitaal veel dieper ontmantelen als nu met een paar belachelijke miljardair-belastingen her en der wordt voorgesteld, (b) een stel strikt overbodige consumptie-ballen uit de lucht halen, en (c) de resterende essentiële productieprocessen lokaliseren, daar autonomer (zie bijvoorbeeld het recente EU steel plan) inrichten, en verregaand standaardiseren. Dusdanige wereldwijd ontkoppelde èn van wild west investeerders (graaiers) verloste lokale producties versimpelen dan, zoals gezegd, de vereiste lokale en internationale sturing dusdanig dat strak en leefbaar samen kan gaan, en op die basis volgehouden kan worden.
Het boek
In ‘What has gone wrong with Mitigation?” wordt bovenstaande problematiek eigenlijk voortdurend in concrete situaties opgerakeld, steeds weer anders benadert, en verwoordt. Ook voor mij een groeiproces natuurlijk.
Het boek is express alleen op papier. Alle internet-links zijn − omdat websites een zeer vergankelijk leven leiden − teruggebracht tot een uitleg in noten en verwijzingen naar literatuur. Als zodanig geeft het een zorgvuldig gecomponeerd tijdbeeld van alle inzichten, standpunten en voorstellen die de afgelopen 10 jaar in discussies rond klimaatverandering vanuit steeds meer invalshoeken te berde zijn gebracht.
Het is bedoeld voor de mens die de opwarming gaat overleven, en naar mijn idee flink anders zal zijn dan de mens die het nu wil overwinnen. Die laatste zal reikend naar meer en verder op een gegeven moment doodlopen. When you don’t use it, you lose it.
Want er valt nergens iets te halen als je ondertussen je gevoel voor leven verliest, die bestaat uit beleving vinden in verzorging − in plaats van verwaarlozen, beschadigen, en ruïneren − van alles (d.w.z. dieren, planten, bomen, buren, grond, lucht, en zeeën) wat ons hier op aarde als cadeau in de schoot is geworpen, en via die verzorging aan ieder van ons alle noodzakelijke levenswaarden (voeding, reproductie, moed) teruggeeft. Het is in dat antwoord dat je bestaat, voldoening voelt, en het reiken tot rust komt. De tijd gaat stil staan.
Verderop is niets. Alleen ontheemding en kilte.
Naar mijn idee.
Jac Nijssen
Blijf op de hoogte met de nieuwsbrief. Meld je hier aan.
( Je kunt ons ook steunen door lid te worden of te doneren )