Er zijn tenminste drie prangende redenen om zeer energiezuinig te willen bouwen: lagere energiekosten voor de consument, meer comfort en gezondheid voor de bewoner of gebruiker én om de klimaatcrisis te bezweren door een energieneutrale samenleving te creëren. Deze drie aspecten worden niet betrouwbaar in kaart gebracht door de EPC. Zoals reeds door de Nederlandse en Europese overheid onderkend, is de EPG-berekening daarom ongeschikt als instrument voor opdrachtgevers en opdrachtnemers om de kwaliteit van een gebouw te borgen, en zoals nu blijkt ook als stuurmiddel om de bakens te verzetten naar energieneutraal bouwen.
Drie faalpunten van de EPC
- De EPG-norm is ooit door de Nederlandse overheid ontwikkeld voor de toetsing van gebouwen op minimale energieprestatie-eisen. Gedreven door lage kosten omhelsde de bouwwereld de minimale eisen echter als maximale ontwerpkaders. Ambitie en doorontwikkeling bleef uit. Een gemiste kans.
- Het EPC-kengetal is een abstracte relatieve waarde. Een in de praktijk toetsbare voorspelling van de werkelijke energieprestaties, energiekosten of verbruikte KWh is met een EPC-berekening onmogelijk. Ook de achterliggende rekenmethodiek is vanwege de gekozen waardering van maatregelen en de versimpelingen in de bouwfysica niet geschikt om de werkelijkheid te benaderen. De formulering in NEN-publicatie ‘Bouwbesluit Energieprestatie” 2013, pag. 57, laat hierover aan duidelijkheid niets te wensen over:
“De EPC-berekening geeft een karakterisering van de energieprestatie van de bouwkundige onderdelen van het gebouw en de installatie bij standaardgebruikersgedrag en – condities, afhankelijk van de gebruiksfuncties en onder standaard omgevingscondities, er is daarom geen rechtstreeks relatie tussen het berekende energieverbruik en het werkelijke energieverbruik.”
- De EPG-norm maakt geen gebruik van de kracht van zogenaamd integraal ontwerpen. Maatregelen staan niet los van elkaar, maar hebben vaak een verband. Door dit verband inzichtelijk te maken en slim integraal te ontwerpen kun je kosten besparen en hoeft duurzaam bouwen helemaal niet duurder te zijn. Soms is het zelfs goedkoper. Dit kan echter niet met de EPC.
Wat zijn de gevolgen in de praktijk?
Enkele zwaarwegende effecten van dit falen van de EPC noem ik hier:
- Functionaliteitsproblemen (bijvoorbeeld discomfort of ongezond binnenklimaat) worden met een EPC verdoezeld. Juist bij zeer energiezuinige goed geïsoleerde gebouwen heeft dit ernstige gevolgen zoals onze vooruitstrevende oosterburen reeds de afgelopen decennia al door schade en schande hebben ontdekt: slecht ontworpen energieneutrale huizen en hun bewoners krijgen te maken met technische, comfort- en gezondheidsproblemen.
- Door maatregelen te ‘stapelen’ wordt duurzaam bouwen (te) duur en de prestaties blijven achter bij de beloftes.
- Er ontstaat een vertekend beeld van hoever we werkelijk op weg zijn naar een CO2-neutrale samenleving. Huizen met een compleet verschillende vorm, grootte of type krijgen wanneer zij dezelfde maatregelen nemen, dezelfde EPC-prestatie toebedeeld. Dat betekent in feite dat een huis met groot dak- en geveloppervlak meer energie mag verbruiken om dezelfde EPC prestatie te krijgen. Dezelfde EPC, een hogere energierekening, meer CO2-uitstoot.
Alternatief om de kwaliteit wel te kunnen borgen
Door middel van passiefhuistechnologie worden wereldwijd al zo’n 20 jaar hoogwaardige woningen gebouwd nagenoeg zonder een energierekening. Door het Passive House Institute is hiervoor een intelligente rekenmethodiek ontwikkeld die werkt op basis van bouwfysische input en zo nauwkeurig voorspelt hoe een gebouw zich gaat gedragen met betrekking tot energieverbruik, comfort en gezondheid.
Met de Nederlandse vertaling nZEB-tool is deze methodiek dit voorjaar beschikbaar gekomen voor de Nederlandse markt. De nZEB-tool is uitermate geschikt om al vanaf de ontwikkelfase het bouwteam inclusief de opdrachtgever te ondersteunen bij hun technische en investeringsbeslissingen. Hij brengt comfort, bouwfysisca en werkelijk energieverbruik cq CO2-uitstoot in beeld.
Prestaties en kwaliteit écht berekenen
Op 13 juni aanstaande organiseert DNA in de Bouw in de Jaarbeurs in Utrecht het NulNu congres. Op dit congres zullen topsprekers toelichten hoe de kwaliteit in duurzame gebouwen wel berekend, beoordeeld en geborgd kan worden. Concrete verhalen over concrete hulpmiddelen voor opdrachtgevers en opdrachtnemers. Kom ook ontdekken hoe we écht kwaliteit kunnen maken in de duurzame bouw!
Joyce van den Hoek Ostende
Bestuurslid DNA in de Bouw