Op 31 juli werd Amerika met een pennenstreek 3% rijker. In geld uitgedrukt is dat ongeveer de waarde van de hele Belgische economie. Dat kwam omdat afgelopen woensdag de definitie van het Bruto Binnenlands Product (BBP) van de Verenigde Staten voor de 14e keer werd aangepast. De dienstdoende economen van het Witte Huis volgen wel vaker een bijscholingscursus op Zweinstein, anders is hun economie niet meer in de hand te houden.
Een van de directe gevolgen van die aanpassing is het beïnvloeden van aandelenkoersen. Op 1 augustus lees je de voorspelbare commentaren van beursanalisten dat ‘de koersen worden gesteund door gunstige macrocijfers uit de VS’ of uitingen van soortgelijke kretologie. En het merendeel van de zichzelf serieus nemende media laat het daarbij. Verdere uitleg overbodig, dan wel ongewenst, lijkt het.
Bovendien werd er achter de gordijnen nog een andere truc uitgevoerd die alleen voor insiders bedoeld is. Om hun schuld te financieren schrijven landen leningen uit. Dat doen ze allemaal. De VS echter ‘koopt’ die leningen zelf op. Hoe? Door een paar miljard dollar onder het kopieerapparaat te leggen en met dat ‘geld’ de centrale bank de leningen te laten betalen. Daarmee wordt geld gecreëerd uit het niets en neemt de buitenlandse schuld niet toe, in procenten zelfs af.
Door het aanpassen van de regels voor welke geldstromen bijdragen aan economische groei en die stromen te voeden met niet bestaand geld vergroot de VS dus de economische groei.
Hoe lang de beurs dit sprookje nog blijft geloven is de vraag, die bepalend is voor het moment van de volgende beurscrisis. Want de indicaties dat de aanpak van de VS niet werkt zijn er al, bij voorbeeld in de steeds tegenvallende banengroei. Als het echt goed gaat met de economie kopen mensen meer, moeten er meer spullen worden gemaakt en moeten er meer mensen aan het werk. Maar dat gebeurt vrijwel niet.
Kan het beter?
Als de enige maatstaf voor het meten van de economische prestatie van een samenleving de groei van de geldhoeveelheid is, kan het nauwelijks beter; tenminste, totdat de wal het schip keert en de hele wereld op een moment failliet gaat.
Als de maatstaf de werkelijke waarde is van wat we samen aan de samenleving toevoegen (en er aan onttrekken!) is er een veel betere manier voorhanden. Daarvoor moeten we dan terug naar de basis van de moderne economie en vooral de definitie van groei tegen het licht houden. Dat kan door terug te gaan naar de grondlegger van het begrip BBP, Simon Kuznets, en zijn uitgangspunten te combineren met ons huidige inzicht in de rol en de waarde van natuurlijke bronnen, schaarse grondstoffen en energie en de waarde van arbeid.
De directe consequentie van een dergelijke aanpak is dat we moeten afkicken van de verslaving aan economische groei. Die wordt uiteindelijk nul, ook als je diensten en creatieve arbeid (die niet zijn gebaseerd op gebruik van grondstoffen) meetelt. Immers, een mens heeft nu eenmaal geen onbegrensde behoefte aan meer kunst, meer software, meer boekhouders of meer overheid. En ook de toename van de bevolking houdt een keer op. Dat houden ook Perkamentus en zijn kliek niet tegen.
Links:
Definities voor BBP en de aanpassingen daarop
Meer over Kuznets