Klimaatverandering heeft een steeds grotere impact op de stabiliteit van individuele financiële instellingen en op het financiële systeem als geheel. Het beïnvloedt de soort activiteiten die financiële instellingen zullen bekostigen en de kost van die financiering.
Zo maakt de toegenomen frequentie van overstromingen, stormen en droogtes het moeilijker voor de verzekeringsindustrie om risico’s in te schatten van hun verzekeringen. En dat jaagt de verzekeringskosten de hoogte in.
Het bemoeilijkt ook de capaciteit van pensioenfondsen om hun investeringsstrategie te bepalen. Banken krijgen te maken met grotere risico’s voor hun reputatie en investeringen en als ze activiteiten financieren die bijdragen aan de klimaatverandering, zoals de steenkoolsector of industriële veeteelt.
Juridische gevolgen
Wereldwijd lopen financiële instellingen en hun klanten steeds meer risico op juridische klachten omdat ze er niet in slagen de risico’s die gepaard gaan met de klimaatverandering te beheersen. Zo werd de Commonwealth Bank of Australia aangeklaagd omdat ze investeerders had misleid door in haar jaarrapport 2016 geen informatie te geven over de klimaatrisico’s.
Financiële regelgevers beginnen te reageren op die ontwikkelingen. De Centrale Bank van Brazilië vraagt banken om uit te leggen hoe ze omgaan met de milieurisico’s bij het bepalen van hun investeringen. De Centrale Bank van China houdt rekening met milieufactorenbij haar beslissingen.
Nieuwe internationale standaarden moedigen financiële instellingen aan om meer transparant te zijn over hun blootstelling aan klimaatrisico’s.
Zuid-Afrikaanse centrale bank
Het is tegen die achtergrond dat de recente beslissing moet gezien worden van de South African Reserve Bank (SARB) om zich aan te sluiten bij het Network on Greening the Financial System. Dat netwerk bestaat uit 42 centrale banken en overzichtsinstellingen, waaronder de centrale banken van China, Groot-Brittannië, Frankrijk, Maleisië, Mexico, Nederland en de Europese Centrale Bank (ECB).
De bedoeling van dat netwerk is precies om meer aandacht te vragen voor de beheersing van milieu- en klimaatrisico’s in de financiële sector. Het netwerk wil ook die sector mobiliseren om de transitie naar een meer duurzame economie te steunen. De leden waarschuwden onlangs dat als banken er niet in slagen zich aan te passen aan de klimaatverandering, ze “er ook niet in zullen slagen om te blijven bestaan”.
Aandacht voor klimaat
De oprichting van het Netwerk is een impliciete erkenning dat centrale banken en andere financiële overzichtsinstellingen niet altijd voldoende aandacht hebben gegeven aan de milieu-impact van de financiële sector. Het bestaan ervan is ook een erkenning dat de financiële sector een verantwoordelijkheid heeft om meer ecologisch verantwoordelijk te worden.
Dat is een uitdaging voor centrale banken. Hun onafhankelijkheid vereist dat ze werken zonder “angst of voorkeur”. Maar de strijd tegen de klimaatverandering vereist dat ze banken aanmoedigen om bepaalde activiteiten te prefereren boven andere. Zo legt de Libanese Centrale Bank andere regels op voor banken die geld uitlenen voor projecten in hernieuwbare energie.
Als centrale banken niet zouden discrimineren, kunnen financiële instellingen activiteiten blijven financieren die de uitstoot van broeikasgassen de hoogte injagen. Daarmee stijgt ook het risico op droogte, overstromingen en meer extreme temperatuurverschillen. Dat heeft gevolgen voor de beschikbare grond en water voor de productie van voedsel, en de bouw van huizen en gezondheidscentra. Die factoren hebben dan weer invloed op migratiepatronen en de prijzen van voedsel en grondstoffen, en zo op de vraag, werkgelegenheid, volksgezondheid en het vertrouwen in de economie. Het zijn allemaal factoren die wegen op de financiële stabiliteit en de inflatie.
Juridische uitdaging
Het mandaat van de South African Reserve Bank staat omschreven in de Zuid-Afrikaanse grondwet: de SARB moet “de waarde van de munt beschermen in het belang van een evenwichtige en duurzame groei”. Het is een ongewone maar geen unieke omschrijving: de centrale banken van de Filipijnen, Rusland, Maleisië en Tanzania hebben een gelijkaardig mandaat.
Maar wat betekent dat precies? De term “evenwichtige en duurzame” groei heeft geen precieze en universeel aanvaarde economische betekenis. Het is ook niet duidelijk wat de grondwet bedoelt met het beschermen van de waarde van de munt “in het belang” van “evenwichtige en duurzame groei”.
Zoals de gouverneur van de bank onlangs opmerkte “vertelt de grondwet ons wat te doen, maar is die niet specifiek over hoe we dat moeten doen”. Momenteel wordt de omschrijving erg eng geïnterpreteerd, als het beschermen van de munt, maar die interpretatie kan ook breder: ook ecologisch duurzame groei promoten.
Met andere woorden: groei is voor deze generatie zonder de kansen van volgende generaties in het gedrang te brengen. In dat geval zou de SARB dus haar grondwettelijke plichten schenden als ze, in een poging om de munt te beschermen, meer zou investeren in bedrijven die veel uitstoten.
De beslissing van de SARB om zich bij het netwerk te voegen is voorzichtig en verantwoordelijk. De klimaatverandering is een realiteit en brengt risico’s met zich mee voor de financiële sector. Maar nu moet de bank ook de volgende stap nemen. Dat betekent heroverwegen hoe ze haar mandaat interpreteert op een manier die niet alleen grondwettelijk te verantwoorden is, maar ook maatschappelijk verantwoord.
Bron: The Conversation