De ontwikkeling van een lineaire naar circulaire economie wordt vaak beschreven als een grote sprong voorwaarts. Als je er wiskundig naar kijkt verander je de richting van een beweging en zet je een stap van afstand naar oppervlakte. Maar nog steeds bestrijk je niet meer dan twee dimensies. Net zoals het denken in de middeleeuwen over de aarde als een platte schijf. Pas wanneer je aan de schijf de derde dimensie toevoegt ontstaat een bol die letterlijk inhoud geeft aan de complexiteit van de materie en die recht doet aan het fenomeen van onze wereld.
Is dit beeld theoretisch? Ik denk van niet. Eerder is het de metafoor van een cirkel, van iets maken uit grondstoffen en energie, het gebruiken, uit elkaar halen en opnieuw maken, die veel te simplistisch is. Een vaak gehoorde kritiek zegt dat te veel projecten die alleen hergebruik bevorderen als circulair worden voorgesteld. Circulair is meer dan recycling. Maar het beeld dat we gebruiken nodigt daar wel toe uit.
De consequentie van deze denklijn is dat we gaan spreken over globale economie – globaal in de zin van allesomvattend en bolvormig. Dat is een term die meer recht doet aan de complexiteit van de opgave zoals we die in de praktijk ervaren.
Neem een willekeurig product als uitgangspunt, iets simpels, een spijkerbroek. We noemen het al circulair als we oude spijkerbroeken verzamelen, wassen en oplappen en opnieuw verkopen of verhuren. Mooi, een stapje vooruit. Maar het vergt heel wat meer kennis en inspanning om een systeem op te zetten waarin het materiaal zo wordt gekozen en verwerkt dat opnieuw gebruiken eenvoudiger is en minder energie kost. Een systeem waarin grondstoffen op een duurzame manier worden gewonnen en geteeld, die ecosystemen niet aantast of uitput. Waarin arbeid menswaardig wordt ingezet en eerlijk wordt beloond (wat zoveel betekent als: dat menselijke energie en waardigheid niet worden uitgeput). Een systeem dat geen energie verspilt aan onnodig transport en waarin de energie die wordt gebruikt door het hele proces hernieuwbaar en schoon is.
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan als ondersteunend lid. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
Als je dat proces visualiseert zie je een netwerk ontstaan van onderling afhankelijke verbindingen tussen organisaties, mensen, locaties, gewassen, processen, kennis en toepassingen. Dat netwerk verbindt honderden, misschien wel duizenden elementen en omspant de hele wereld.
Het beeld van zo’n wereldomvattend netwerk roept meteen de vraag op welke organisatie dat alleen kan overzien. Wie is alléén in staat om zo’n complex proces te ontwerpen en te laten functioneren? Als we vaststellen dat dit proces te groot en te ingewikkeld is voor een enkele organisatie, raken we ook aan de wortels van ons economisch systeem. Dat systeem is gebouwd rond het uitgangspunt van concurrentie. En dan vooral concurrentie op één enkele waarde: geld. Wie het goedkoopste produceert wint de markt. Maar extreme concurrentie op prijs kan alleen functioneren ten koste van andere waarden: de ecologische en sociale waarden die verbruikt, maar niet hersteld of vergoed worden.
Een globaal hernieuwend systeem kan alleen ontstaan en functioneren op basis van samenwerking. Binnen die samenwerking kan alsnog concurrentie spelen: ook hier geldt dat wie het meest efficiënt functioneert de voorkeur wint. Maar als die concurrentie plaatsvindt op basis van het hele waardenpalet, wint uiteindelijk iedereen. En ook alleen dan. Wie dat bedoelt, mag zich wat mij betreft circulair noemen….
Peter van Vliet
PS: Wil je zelf serieus aan de slag met circulaire economie in jouw organisatie? Volg dan de Collegereeks Circulaire Economie met onder andere Jan Jonker en Hans Stegeman.