Hij gruwt van de term ‘duurzaamheid’. Een te moralistische boodschap, waar je geen meter mee opschiet, vindt Douwe Jan Joustra, een van de architecten van de Nieuwe Economie van het One Planet Architecture Institute. Bovendien is het wat duurzamer aan doen in een systeem dat ronduit vierkant draait, niet meer dan nutteloos gerommel in de marge. De tijd is rijp voor een rethinking & remaking op alle fronten. Zo luidde onlangs het pleidooi van Douwe Jan Joustra op de Community Day van Plan C.
De lineaire economie draait vierkant
Sinds de industriële revolutie loopt de economie als volgt: take, make and dispose the rest (zie figuur 1). Maar de dagen van dit lineaire model zijn geteld. De voorraden van grondstoffen slinken zienderogen. Een groeiende wereldbevolking met een uitgesproken honger naar meer welvaart – hoewel een groot deel hiervan gewoon snakt naar een minimum voor een menswaardig bestaan – brengt de beschikbaarheid van grondstoffen in nog nauwere schoentjes. Allerlei duurzame technologieën slagen er niet in om het tij te keren. Integendeel, op de keeper beschouwd sukkelt de lineaire economie van kwaad naar erger: een kwistig gebruik van grondstoffen en energie, hoge prijzen, volatiele markten, geopolitieke hoogspanning en strijd, milieuvervuiling, de onherroepelijke klimaatveranderingen…
Verantwoordelijkheid, circulair opgenomen
Volgens Douwe Jan Joustra loopt het ernstig fout met dit model, omdat de verantwoordelijkheid van elke schakel uit de lineaire keten zich strikt beperkt tot zijn eigen schakel, en geen millimeter verder. Het plaatje kan er helemaal anders uitzien als de producent eigenaar is en blijft van zijn product en hij ten allen tijde de verantwoordelijkheid voor zijn product, mét alle verwerkte grondstoffen en materialen, draagt. Ook als het product defect of versleten is of als de consument het gewoon niet meer langer wil. Want dan geeft hij het product gewoon terug aan de rechtmatige eigenaar, de producent. Douwe Jan Joustra: “Dan zullen producenten anders beginnen denken over hun product. Want alles wat ze in hun product steken, krijgen ze ooit op de een of andere manier op hun bord terug. Daar kan je dus maar beter vooraf over nagedacht hebben.” Op die manier is een product niet meer dan een tijdelijke verblijfplaats voor onderdelen, materialen en grondstoffen. Daarna vormen ze de grondstof voor een nieuwe productiecylcus. Zo zijn onderdelen, materialen en grondstoffen continu in roulatie, in een gesloten technische kringloop van take-make-use-retake-make-use… Zoals de biologische kringloop van nutriēnten die telkens weer afbreekbaar en bruikbaar zijn in het natuurlijke systeem, dat zo al 3,5 miljard lang functioneert.
De energetische achillespees
In deze technische kringloop is het continue behoud van materiaal een cruciaal speerpunt. Meteen is Douwe Jan Joustra critici te snel af: “Ja, dat vergt de input van energie. Deze kringloop werkt niet als een perpetuum mobile. Dat kan ook niet, eenvoudigweg omdat het in de natuur ook niet bestaat. Want daar heerst de tweede wet van de thermodynamica, de wet van de toenemende entropie of de harde wet van het verlies van bruikbare energie. IJzer roest, onbewoonde huizen vervallen tot ruïnes… Behoud van materialen, het in zwang houden van de technische kringloop vergt dus energie en dat systeem laat je dus best draaien op hernieuwbare energie. Zoals de zon dat doet voor de natuur. En de technische kringloop heeft om gesmeerd te lopen ook nood aan menselijke energie: arbeid, kennis, innovatief vermogen… ”
Visionair ontwerpen
Je kunt er donder op zeggen dat, als producenten eigenaar zijn en blijven van hun producten, de gemiddelde levensduur van producten er met rasse schreden op zal vooruitgaan. In die optiek mag de consument voortaan rekenen op producten die makkelijker herstelbaar zullen zijn. Defecte onderdelen of hun grondstoffen vinden via feedbackloops een nieuwe, nuttige bestemming in een of andere productiecyclus. Dat kan enkel als designers al bij hun ontwerp duidelijk een nieuwe route voor grondstoffen en onderdelen uitgetekend hebben. Douwe Jan Joustra wil duidelijk niet terug naar De Tijd van Toen: “Die oude TV van mijn ouders wil ik echt niet meer in huis halen. Maar onderdelen van oude toestellen kunnen best via upgrading hun weg vinden in het nieuwste model.” Of drijf het design tot het bittere levenseinde door, zoals Philips dat doet met hun LED-lampen met ingebouwde breuklijnen. Zo valt deze lampen bij het shredden uiteen in delen die uit eenduidige grondstoffen bestaan. Hierdoor zijn ze eenvoudig terug te winnen. Design for disassembly dus, in dit geval zelfs design for recycling.…”
Producent wordt provider
“Als de producent eigenaar blijft van zijn product, dan kan de consument het ook niet langer kopen. De consument wordt een gebruiker, die diensten koopt. Hij koopt niet langer een stoel, noch een lamp of een auto: hij koopt zitcomfort, licht en mobiliteit als hij zich van A naar B wil begeven. Zo verschuift de rol van de producent van het maken en verkopen van goederen naar het maken van goederen en verkopen van de bijhorende services: hij wordt een provider van diensten. In deze product-diensteneconomie is eigendom niet langer de heilige koe. Centraal staat de kwaliteit van de geleverde prestatie, waar de gebruiker voor betaalt, een fee for use. ‘In dit model van performance-based contracting zullen ondernemers,” zo voorspelt Douwe Jan Joustra, “wel spitsvondig uit de hoek komen om hun servicepakket uit te breiden en voortdurend te verbeteren. De service bij een bureaustoel bestaat niet alleen uit het leveren van zitcomfort maar kan aangevuld worden met persoonlijk ergonomisch advies, montage, onderhoud, herstelling, …” In dit model is de serviceovereenkomst, het prestatiecontract tussen producent en gebruiker, de economische drijfveer.
De producent draagt dus niet alleen de verantwoordelijkheid voor zijn product in een technisch gesloten kringloop maar ook voor de prestaties van zijn product. Hiermee ontstaat een systeem dat de verantwoordelijkheid voor economie, ecologie en samenleving opnieuw bundelt en aan elkaar koppelt. Zo creëert de circulaire economie meerwaarde, zowel in economisch, ecologisch als sociaal opzicht. Ze realiseert een positieve spiraal, die welvaart bevordert in een wereld van eindige hulpbronnen.
Maak je hier een kopietje van?
Helemaal nieuw is dit circulaire model niet. Xerox veranderde tien jaar geleden al het geweer van schouder. Klanten kopen niet langer een kopieerapparaat, maar betalen voor een servicepakket: 10.000 kopies per jaar, inclusief onderhoud en herstellingen van het apparaat. Xerox haalt de oude apparaten op en hergebruikt de onderdelen hiervan in nieuwe toestellen. Bij de Lighting divisie van Philips koop je straks niet langer lampen en armaturen. Nee, je bestelt er licht: “Ik wil 400 lux op kantoor, 1200 uur per jaar, twee jaar lang. Hoeveel kost dat?” Douwe Jan Joustra schetst de kracht van deze nieuwe economie: “Met hun product-dienstenmodel slaagde Xerox in een materiaalbesparing van 80% en Philips in een energiebesparing van 60%. Laten we nu alsjeblief eens stoppen met onszelf doelstellingen in de trend van ‘met 10% minder’ op te leggen. Dat is zielig gerommel in de marge.”
Ook een redesign voor de overheid
Douwe Jan Joustra geeft toe: “Het zal niet volstaan om deze goed werkende praktijkvoorbeelden te kopiëren. De omslag naar de circulaire economie is een omwenteling, waar zowel de industrie, de financiële wereld, de consument, het onderwijs, de overheid, … betrokken partij zijn. En deze omwenteling zal zich op verschillende schaalniveaus afspelen: van lokaal tot mondiaal. Dit vergt een heus transitiemanagement dat telkens de volgende stap of interventie identificeert en begeleidt. De overheid kan hier een belangrijke rol spelen. Waar ze in het huidig milieu- en duurzaamheidsbeleid vooral regelt en handhaaft, wordt het haar roeping om de juiste condities te creëren, uit te lokken om vandaag de circulaire economie van morgen op gang te trekken en te versnellen.” Niet dat Douwe Jan Joustra ondernemers, investeerders, consumenten, … wil aanzetten om te talmen om alvast initiatief te nemen: “Helemaal niet. Martin Luther King zei namelijk ‘I have a dream’. Hij zei niet ‘I’m waiting for a policy.’”
Patrick Verheye