De kans is groot dat er, naast cremeren en begraven, straks een nieuwe uitvaartechniek bijkomt. Het gaat om resomeren, ofwel alkalische hydrolyse. Dit is een methode waarbij het lichaam in een soort chemisch bad wordt ontbonden. Het grote voordeel is dat resomeren veel duurzamer is dan de bestaande uitvaarttechnieken.
Bij dieren is resomeren al toegestaan, maar bij mensen nog niet. Daarvoor moet de Wet voor de lijkbezorging worden aangepast. De kans dat dit gaat gebeuren, lijkt steeds groter te worden. De Gezondheidsraad heeft namelijk deze week een advies uitgebracht waaruit blijkt dat resomeren veilig, duurzaam en waardig genoeg is om in Nederland toe te staan bij het menselijke lichamen, meldt Uitvaartverzekering.nl.
In 2018 bleek een meerderheid van de Tweede Kamer al positief tegenover resomeren te staan. Binnenkort wordt er waarschijnlijk weer een debat gevoerd over dit onderwerp.
Wat is resomeren precies?
Bij resomeren wordt het lichaam van de overledene niet begraven of verbrand, maar op een waardige wijze opgelost in een vloeistof. Dit gebeurt middels water en een basische stof, meestal kaliumhydroxide.
Het lichaam wordt eerst in speciale wollen kist gelegd en ingebracht in een afgesloten stalen cabine. Onder invloed van druk en temperatuur lost het lichaam op in de chemicaliën. Dit hele proces duurt tussen de 2 en 10 uur, afhankelijk van de installatie.
Na de cyclus blijft er enkel een wit poeder over van de botten. Dat kan net als bij cremeren worden gebruikt als een soort asbestemming. Ook protheses en vullingen blijven geïsoleerd na het resomeren.
Waarom duurzamer?
Volgens onderzoek van TNO is resomeren aanzienlijk duurzamer dan begraven of cremeren.
Daarvoor zijn een aantal belangrijke redenen:
- Bij resomeren is er geen directe uitstoot van broeikasgassen (CO2) omdat er, in tegenstelling tot cremeren geen aardgas nodig is voor het verbranden van het lichaam.
- Bij resomeren is er daarom ook geen uitstoot van fijnstof
- Er is bij resomeren minder water nodig dan bij cremeren of begraven
- Resomeren neemt geen ruimte in beslag, zoals bij begraven wel het geval is. Daarnaast is er geen verontreiniging van de grond