[ update ] Er was al veel weerstand tegen de slimme meter. Vooral onder bezitters van zonnepanelen, voor wie de oude Ferrarismeter een veel praktischer instrument is om hun zelf opgewekte stroom af te trekken van hun verbruik. Nu ontstaan er problemen met de slimme meter tijdens de energiecrisis.
Veel consumenten zijn er niet gerust op dat hun privacy gewaarborgd is als een energiebedrijf zomaar hun verbruiksgegevens kan uitlezen en deze als big data over het internet gaan zwerven. Inmiddels heeft de praktijk al laten zien dat die data dus ook gewoon gehackt kunnen worden.
Dan is er de fabel van de energiebesparing, die welhaast vanzelf zou optreden als een slimme meter wordt geïnstalleerd. Met slechts een mager procentje besparing is dit argument vorig jaar ontmaskerd.
Ook de mogelijkheid om een stroomgebruiker op afstand af te kunnen sluiten geeft veel consumenten een ongemakkelijk gevoel en maakt groepen mensen in de samenleving die toch al onder druk staan extra kwetsbaar.
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan met een donatie. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
Meer problemen tijdens energiecrisis
Op het moment dat de energierekening van de meeste stroomgebruikers omhoog schiet, geven steeds meer slimme meters storingen. Daardoor kunnen energieleveranciers hun klanten niet op tijd over hun verbruik informeren. Als gevolg vroeg energiebedrijf Eneco aan toezichthouder in te grijpen.
Er zijn inmiddels 9 miljoen slimme meters geïnstalleerd die draadloos de meterstanden doorgeven aan het energiebedrijf. Sinds enige maanden zijn volgens Eneco ‘hele gebieden geregeld in storing’. Dit zou komen doordat de draadloze communicatie van de meters niet goed functioneert. Ook zou nieuwe software voor de apparaten tot een ‘verslechtering’ hebben geleid. Alleen Eneco al heeft twee miljoen klanten met zo’n meter. Het FD schreef hier uitvoerig over op 28 september 2022.
Uit eigen gegevens van de energiesector blijkt een storingspercentage van 4% tot 4,5%. Dat zijn meer dan een half miljoen gas- en stroommeters. Energieleveranciers en netbeheerders hebben afgesproken dat er hooguit 1% van de meters in storing mag zijn.
Problemen met slimme meter van begin af aan
En dan was er al de betrouwbaarheid van het apparaat zelf die het laat afweten, met een kwart van de geïnstalleerde slimme exemplaren die domweg (soms veel) te veel registreren.
Dat bleek al in 2017 uit onderzoek van de Universiteit Twente (UT) in samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam (HvA). UT-hoogleraar Frank Leferink schat dat in de meterkasten van zeker 750.000 Nederlandse huishoudens een meter is geïnstalleerd die potentieel foute meterstanden kan weergeven. Het onderzoek is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift ‘IEEE Electromagnetic Compatibility Magazine’.
Het gaat daarbij om meters die tussen 2004 en 2014 zijn geproduceerd. De meters werden via een schakelbord aangesloten op verschillende energiegebruikers zoals spaarlampen, kachels, ledlampen en dimmers. De onderzoekers vergeleken vervolgens het daadwerkelijke verbruik van het systeem met de waardes op de elektronische energiemeter.
Vijf van de negen meters gaven in de (reproduceerbare) experimenten een veel hogere waarde aan dan het daadwerkelijke stroomverbruik: tot wel 582 procent hoger in bepaalde opstellingen. Bij twee meters was de waarde juist zo’n 30 procent lager. De grootste afwijkingen traden op als er dimmers in combinatie met spaar- en led lampen waren aangesloten.
Verklaring voor de afwijkende standen is het ontwerp van de energiemeter in combinatie met een toenemend gebruik van moderne (vaak energiezuinige) schakelende apparaten. Hierbij volgt de opgenomen stroom niet meer een perfecte golfbeweging, maar krijgt hij een grilliger patroon. De ontwerpers van de moderne energiemeters hebben onvoldoende rekening gehouden met deze schakelende apparaten.
Rogowsky spoel de boosdoener
De onderzoekers hebben de energiemeters gedemonteerd en constateerden dat de geteste energiemeters waarin een zogenoemde Rogowski spoel was verwerkt een te hoge uitslag gaven, terwijl energiemeters met een ‘Hall-sensor’ juist een te lage uitslag gaven. Leferink, hoogleraar Electromagnetic Compatibility aan de UT: “De energiemeters die we onderzochten voldoen aan alle wettelijke eisen en zijn gecertificeerd. In de eisen wordt echter onvoldoende rekening gehouden met die moderne schakelende apparaten”
Consumenten die hun energiemeter niet vertrouwen kunnen de meter laten testen door een ‘Erkende keurder’. Ze zijn zelf verantwoordelijk voor de kosten als de meter wél goed blijkt te werken. De gestandaardiseerde test houdt echter geen rekening met ‘vervuilende’ gebruikers en is daarmee volgens de onderzoekers niet geschikt om foutieve meterstanden aan te tonen. Leferink en Keyer raden consumenten die twijfelen over hun meterstanden aan om contact op te nemen met hun energieleverancier, die daarop de klacht zal doorspelen naar de netbeheerder.
Het onderzoek is onder de titel ‘Static Energy Meter Errors Caused by Conducted Electromagnetic Interference’ gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift ‘IEEE Electromagnetic Compatibility Magazine’. Het Van Swinden Laboratorium, ons Nationaal metrologisch instituut, dat een contraexpertise heeft uitgevoerd, bevestigt de resultaten. Het onderzoek is uitgevoerd door prof. dr. Frank Leferink (hoogleraar Electromagnetic Compatibility aan de UT), Cees Keyer (docent bij de HvA en promovendus aan de UT) en Anton Melentjev (tijdens het onderzoek student aan de HvA).
Lees ook: Een slimme meter met zonnepanelen, niet altijd de slimste combinatie
[ Eerste publicatie 17 maart 2017 ]