De Europese Commissie gaat de wetgeving op F-gassen herzien. Dit is onderdeel van een pakket aan milieuvoorstellen van de Commissie. Al in 2013 loodste GroenLinks-Europarlementariër Bas Eickhout wetgeving over F-gassen door het Europees Parlement.
Om ieders geheugen op te frissen, hieronder kort uitgelegd waar het over gaat en wat er gaat komen.
Wat zijn F-gassen?
Verschillende gassen vallen onder de verzamelnaam F-gassen: HFK’s (fluorkoolwaterstoffen), PFK’s (perfluorkoolwaterstoffen), SF6 (zwavelhexafluoride) en NF3 (stikstoftrifluoride). Deze stoffen dragen bij aan de opwarming van de aarde. Afhankelijk van het soort F-gas, hebben ze een opwarmend effect dat ongeveer 100 tot 22.000 keer sterker is dan CO2. Daarom worden ze ook wel superbroeikasgassen genoemd.
Het overgrote deel van de uitstoot is afkomstig van koelingsapparatuur, zoals in koelkasten, airconditioning en koelwagens. Ook worden de gassen gebruikt als oplosmiddel of bij schakelstations in het elektriciteitsnet.
F-gassen zijn ontwikkeld als alternatief voor cfk’s. Cfk’s (chloorfluorkoolwaterstoffen) breken de ozonlaag af. Daarom werd in het Montrealprotocol in 1987 afgesproken om cfk’s uit te faseren, hierdoor moesten er alternatieven ontwikkeld worden. Daarmee zijn er dus superbroeikasgassen ontwikkeld.
Wat is er tot nu toe gedaan hieraan?
In 2013 nam het Europees Parlement een wet aan die het gebruik aan banden legt. Voor deze wetgeving was Bas Eickhout rapporteur. In 2015 trad de wetgeving in werking. In 2016 werd bovendien een internationaal verdrag gesloten dat ervoor moet zorgen dat het gebruik van F-gassen wordt teruggedrongen. Dit zogenoemde Akkoord van Kigali werd een kopie van de Europese wetgeving. Al met al moeten deze maatregelen de opwarming van de aarde met ongeveer een halve graad remmen.
Wat houdt de huidige EU-wetgeving in?
Deze EU-wet moet ervoor zorgen dat de F-gassen met tweederde zijn afgenomen in 2030 ten opzichte van 2014. De wet heeft betrekking op importeurs en producenten. Dit gebeurt op de volgende manieren:
- een verbod op het gebruik van F-gassen in apparatuur waarbij ook minder schadelijk alternatieven beschikbaar zijn. Denk hierbij aan ammoniak, koolstofdioxide, propaan, isobutaan of pentaan. Deze zijn een stuk minder klimaatbelastend;
- het voorkomen van weglekken van F-gassen uit bestaande apparatuur. Bijvoorbeeld met controles, onderhoud of het terugwinnen van de gassen bij einde levensduur;
- het beperken van de totale hoeveelheid F-gassen die in de EU wordt verkocht, door de import hiervan te beperken.
Was dit niet voldoende? Waarom is deze herziening nodig?
Toch zijn er een aantal belangrijke zaken die de vorige keer de wet niet hebben gehaald. Zo wilde GroenLinks in 2013 al een algeheel verbod op een aantal F-gassen – zoals SF6 -, maar een hevige bedrijfslobby zorgde ervoor dat dit niet in de wet terechtkwam. Diezelfde lobby vraagt nu juist om een verbod op SF6. Mede door de wet uit 2013 is een technologische ontwikkeling voor alternatieven van F-gassen in gang gezet, waardoor het aantrekkelijker wordt om in te zetten op alternatieven en niet te hoeven concurreren met de ouderwetse F-gassen. Meer beleid is nu nodig om innovatie te stimuleren.
Ook bestaat er een illegale handel in F-gassen en F-gas certificaten. Hiermee komen er meer F-gassen op de EU-markt dan volgens de quota is toegestaan. Dit vraagt om strenger toezicht op de regels.
Daarnaast zorgt Europese regelgeving voor wereldwijde standaarden. Een duurzame airco die wordt ontwikkeld voor de Europese markt, wordt straks over de hele wereld geïnstalleerd. Daarom is ook voor F-gassen een scherper doel nodig.
Wat kunnen we verwachten van de herziening van de Europese Commissie?
Naar verwachting presenteert de Europese Commissie een voorstel om:
- F-gassen sneller uit te faseren, met een ambitieuzer doel en een verbod op een groter aantal producten en apparaten;
- het toezicht op de import en het weglekken van F-gassen te verbeteren;
- meer transparantie over het rapporteren van F-gassen door producenten en importeurs.