Duurzame kunst was er al. Denk aan de sloophouten tafels van Piet Hein Eek of de schoudertassen gemaakt van autobanden. Maar er is meer aan de hand. Duurzaamheid lijkt niet langer een toevalligheid, maar juist steeds vaker een vast gegeven in de kunst. Hoe komt dat? En in hoeverre biedt de kunst duurzame oplossingen? In een nieuwe serie artikelen gaan we op zoek naar de rol van kunst in de transitie naar een duurzame samenleving.
Deel 1: Footprints en vaandeldragers in de kunst
Het ene seizoen zijn stoere camouflageprints in de mode en is de trendkleur legergroen. Een paar maanden later kun je je daarin al niet meer vertonen en is het lieflijke bloemetjes en zoete pasteltinten wat de klok slaat. Want: elke trend is een tegenreactie op een andere. In de kunst is het al niet anders, al zijn stromingen in de kunst minder vluchtig dan de trends in de mode. Zo propageerden de intellectuele Verlichters uit de zeventiende eeuw de redelijkheid, terwijl de Romantiek daarop reageerde door juist de verbeelding te prediken.
Belangrijke veranderingen in de maatschappij gaan gepaard met kritiek uit intellectuele hoek. Anno 2013 gaan er steeds meer stemmen op tégen het consumentisme en vóór een duurzamere samenleving. In hoeverre komen die geluiden uit de kunstsector? En zijn die geluiden een vluchtige trend of een serieuze stroming die een verandering in de maatschappij teweeg kunnen brengen?
Een geluid kwam deze winter onder andere uit Den Haag, waar de expositie Ja Natuurlijk opende, te zien tot en met eind augustus 2013 in het Fotomuseum en in en om GEM in Den Haag. Uitgangspunt voor de expositie is dat ‘de manier waarop we nu omgaan met onze planeet moet veranderen. Met af en toe groen doen gaan we de wereld niet redden’. De kunstwerken bij Ja Natuurlijk laten zien hoe het anders kan.
Koraalriffen van plastic
Vlaams kunstenaar Maarten Vanden Eynde maakt koraalriffen van plastic afval dat hij opvist uit de zee. Maarten: “Duurzaamheid is een belangrijk thema in mijn werk. Met mijn koraalriffen laat ik bijvoorbeeld zien hoe je anders kunt omgaan met materialen.” Een mooi voorbeeld van duurzaam omgaan met materialen vindt hij de Shedboatshed van Simon Starling. “Starling maakte een huisje dat hij kon ombouwen tot een boot. Vervolgens ging hij ermee varen en daarna bouwde hij de boot weer om tot een huisje. Zo laat hij zien dat je gebruikte materialen niet vanzelfsprekend hoeft weg te gooien, maar opnieuw kunt gebruiken.”
Dat principe van cradle to cradle wordt ook een steeds belangrijker uitgangspunt voor kunststudenten. Nelly van der Geest is docent duurzaamheid aan de master Kunsteducatie van de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht (HKU). “Vijf jaar geleden is gekeken naar welke vraagstukken in maatschappelijke context bepalend zouden zijn in kunsteducatie. Een daarvan was duurzaamheid.” In de master komt onder andere aan bod hoe duurzaamheid onderdeel kan zijn van een creatief proces. Dat is niet altijd eenvoudig. “Als je bezig bent met een ontwerp en je doet duurzaamheid aan het eind, dan heeft het te weinig effect. Maar als je duurzaamheid als uitgangspunt neemt kan dat de creativiteit beperken.”
Kartonnen boot
De footprint is voor studenten een van de randvoorwaarden voor een ontwerp. “Vroeger bleef een ontwerp voor eeuwig of je gooide het weer weg. Nu wordt er veel meer over nagedacht dat een ontwerp misschien ook weer hergebruikt kan worden.” Dat zijn behoorlijk andere ontwerpprincipes. Een goed voorbeeld van zo’n duurzaam ontwerp is de kartonnen boot van student Joost Haas, waarmee hij de tweede prijs van de HKU Awards won.
“Die boot kun je opvouwen en meenemen, achter op de fiets bijvoorbeeld. Het gebruik van karton voor een boot is bijzonder. Je ziet vaak dat kunstenaars met nieuwe toepassingen van materialen komen in hun werk die later ook in de industrie worden gebruikt.”
Enerzijds kunnen kunstenaars zelf duurzaam werken, anderzijds is voor hen ook een rol weggelegd om met hun werk de discussie over duurzaamheid aan te jagen. En dat gebeurt, blijkt uit de inzendingen voor de ZomerExpo, de grootste landelijke tentoonstelling voor beeldende kunst samengesteld door een open inschrijving, waar zowel gevestigde als niet-gevestigde kunstenaars aan meedoen.
Het thema dit jaar, Aarde, nodigt dan ook uit tot nadenken over duurzaamheid. Carlien Oudes, artistiek leider van ZomerExpo: “Je ziet in de maatschappij dat we bezig zijn met een herbepaling van waarden en met uitvinden hoe we met onze materie moeten omgaan. Veel mensen vinden dat we de aarde niet goed behandeld hebben. Dat zie je duidelijk terug in de kunstwerken.” Een leuk voorbeeld is het werk van Willem Jan van Ginkel. Hij ergerde zich aan de hoeveelheid plastic zakken die hijzelf en anderen gebruiken. Zo ontstond het idee om een stoel van Albert Heijn-tassen te maken (zie foto). Carlien: “Deze kunst zet aan tot nadenken. We zijn zelf onderdeel van de massaconsumptie. En erkenning is de eerste stap naar veranderen. Dat is wat kunstenaars kunnen doen.”
Snoepjesfabriek
Ook Gert de Mulder exposeert op de ZomerExpo, vanaf 8 juni te zien in het Gemeentemuseum in Den Haag. Zij maakte van zogenoemde Recy Blocks het werk Floating Water Bottles. “Het is in feite een schilderij van drijvende plastic flessen en tegelijkertijd een decoratief kamerscherm waar ook licht doorheen kan. Ik heb het gemaakt om te laten zien wat we allemaal weggooien. Sinds ik met recyclen aan de gang ben gegaan zie ik overal afval; de wereld is voor mij een grote snoepjesfabriek van plastic.”
Van de Recy Blocks maakt Gert onder andere stoelen, tafels en lampen. “Die blokken hebben jaren ongebruikt in mijn stellingkast gelegen. Pas nu is de tijd er rijp voor. Nu zijn steeds meer mensen met recyclen bezig, met onderzoeken hoe het anders kan.” Maar Gert heeft ook een grotere droom: “Ik zou zo’n blokkenmachine als ik heb wel in een derdewereldland willen zetten. Mensen kunnen dan zelf hun plastic verzamelen, bij de machine hun blokken maken en zo hun eigen huis bouwen.”
En zo rijst de vraag of kunstenaars, naast hun aanjagersrol in het debat over een duurzamere samenleving, ook iets kunnen betekenen in grootschalige, duurzame oplossingen. Nelly van der Geest: “Ik denk dat goede oplossingen uit een interdisciplinair team moeten komen. Daar kunnen kunstenaars een bijdrage aan leveren. Zij kunnen bepaalde vraagstukken van een andere manier benaderen en met creatieve oplossingen komen.”
Volgens Maarten vanden Eynde zouden die oplossingen dan vooral uit de toegepaste kunst zoals design, mode en architectuur moeten komen. “Ik vind niet dat het aan kunstenaars van conceptuele kunst is om met praktische oplossingen te komen voor duurzaamheidsvraagstukken. Een kunstwerk kan aanzetten tot nadenken, tot actie, maar alleen de toegepaste kunst kan daadwerkelijk bijdragen aan innovatie.”
Volgende keer in deze serie: toegepaste kunst