‘Dat je in interessante tijden mag leven’. Het zou een Chinese verwensing zijn, maar dat is nooit echt vastgesteld. Dat we in interessante tijden leven is daartegen wel een feit. Hoe interessant, wordt goed weergegeven door het WEF Global Risks Report, waarvan dit jaar de negende editie verscheen.
In de Global Risk rapportages geeft het World Economic Forum jaarlijks een overzicht van de belangrijkste bedreigingen voor de samenleving en het laat ook zien hoe die risico’s (of in elk geval de inschatting daarvan door de ingehuurde experts) van jaar tot jaar verschuiven.
De lijst voor 2014 ziet er als volgt uit:
1 Fiscale crisis in belangrijke economieën
2 Structureel hoge werkloosheid
3 Water crises
4 Extreme inkomensongelijkheid
5 Falend klimaatbeleid
6 Toename van extreme weer en klimaatgerelateerde rampen
7 Falend internationaal bestuur
8 Voedselcrises
9 Failliet van een wereldwijde financiële instelling
10 Fundamentele politieke en sociale onrust
Dat de inschatting van de experts weinig voorspellende waarde heeft waar het om timing van de risico’s gaat, laat de lage waardering van politieke onrust wel zien, tegenover de realiteit van Oekraïne, Israel, Syrië en Afghanistan.
Aan de andere kant valt de hoge inschatting van het risico van fiscale crises op. Dat komt voort uit de toenemende tekorten van overheden, die als gevolg belastingen moeten verhogen om aan hun verplichtingen te kunnen voldoen, en daarnaast tevens stevige bezuinigingen moeten doorvoeren. Het Griekse scenario, maar dan een schaal groter, waarbij een land of stuk gaat aan de alsmaar hogere rente die moet worden betaald op herfinanciering, of aan de overname van banken die stuk gaan aan de financiering van failliete landen.
Niet genoemd in het rapport, maar wel degelijk een bijkomend (maatschappelijk) risico is dat landen de grip op grote delen van belangrijke functies in de economie en maatschappij volledig kwijtraken. Dat kan doordat deze als gevolg van het financiële falen van de overheid geheel kunnen worden overgenomen door de industrie. Ofwel een gedwongen uitverkoop van wat tot nu toe nog niet geprivatiseerd was, met een volledige afhankelijkheid van winstgedreven exploitanten als gevolg.
Op zichzelf ziet de lijst van toprisico’s er al behoorlijk grimmig uit, maar de werkelijk angstaanjagende dreiging gaat uit van het achterliggende systeemrisico, dat alle afzonderlijke dreigingen verbindt. Wanneer het op een punt fout gaat, kan al snel een domino-effect ontstaan dat de ene na de andere desastreuze ontwikkeling in gang zet. Elke verstoring heeft invloed op het vertrouwen in de economie van consumenten, zakenmensen en bestuurders. Verstoring van de economie heeft direct effect op de stabiliteit van de maatschappij en op het vermogen van landen en bedrijven om crises te bestrijden. En elke fysieke verstoring zoals rampen en oorlog heeft rechtstreeks effect op zowel de economie als gevolg van schade en kosten, als op het vertrouwen van mensen.
Bovendien is de lijst nog lang niet kompleet en ontwikkelen een aantal van de genoemde risico’s zich op dit moment al tot concrete bedreigingen. Daarbij gaat het niet allen om de onrust in het Midden-Oosten en Oost Europa. Het weer wordt over de hele wereld merkbaar extremer. Ebola en resistentie tegen antibiotica bedreigen actief de gezondheid. Zware vervuiling treft grote delen van Azië. Nieuwe economische ballonnen worden opgepompt, doordat de lage rente beleggers naar steeds risicovoller investeringen duwt. Steeds meer oogsten dreigen te mislukken.
Het zal niemand verbazen dat er een direct verband bestaat tussen globalisering en de toenemende complexiteit van vitale systemen. Een logische vraag is dan waarom we dan nog steeds streven naar meer groei en naar grotere en ingewikkelder systemen waarvan we het gedrag niet kunnen voorspellen en waarvan we de gevolgen niet kunnen overzien. De geschiedenis is gevuld met voorbeelden van beschavingen die aan onbeheersbare complexiteit ten onder gingen. En dat zal ons niet overkomen?
Een verstandig mens piest niet tegen de wind in. Het World Economic Forum geeft duidelijk aan van welke kant de wind komt. Het zou er dan ook verstandig aan doen om zichzelf zo snel mogelijk overbodig te maken door alle betrokken partijen te helpen om de trend om te keren. Om te de-globaliseren, te regionaliseren en te lokaliseren. Om te helpen om lokaal te doen wat lokaal kan, en alleen die zaken globaal te regelen die echt niet anders kunnen. Dat zou nog eens risicobeheersing zijn. En een forse herverdeling van de winst.
Maar dat is waarschijnlijk niet helemaal de bedoeling van het Forum. Vorig jaar nog bevestigde Klaus Schwab als voorzitter van het WEF in het voorwoord van het rapport het streven tot herstel van vertrouwen en van groei. Zijn focus ligt dit jaar op samenwerking tussen wereldleiders. Misschien is dat een voorzichtig teken van begrip. Maar ondertussen gaan het WEF en de rest van de wereld nog wel wat interessantere tijden tegemoet.
Peter van Vliet