Amory Lovins, de bekende klimaat- en energiewetenschapper van het Rocky Mountain Institute, zegt dat het helemaal niet nodig is om eerst grootschalige energieopslag te installeren, voordat we op grote schaal hernieuwbare energie kunnen inzetten. Grote fossiele en atoomcentrales zijn volgens hem niet meer nodig als basislast voor een stabiel stroomnet.
Lovins baseert zijn uitspraak op de voorspelbaarheid van zowel de stroomproductie, als de vraag naar stroom. Door slim te schakelen met apparaten die niet continu, of heel precies op een bepaald moment stroom gebruiken, kan de pieklast enorm worden verlaagd. De overblijvende pieken kunnen met kleinere en lokale opslag worden opgevangen.
Een voorbeeld: wanneer je het licht aandoet, wil je ook meteen licht hebben. Dat kan niet wachten. Maar wanneer je koelkast, vriezer, wasmachine of airconditioning een half uurtje later inschakelt maakt dat vaak helemaal niets uit. Ten minste, voor jou als gebruiker. Voor de stroomleverancier is het voordeel enorm. Hij kan al die apparaten netjes achter elkaar aan- en uit laten gaan in plaats van allemaal tegelijk, waardoor grote pieken in het verbruik worden vermeden.
Door het beter balanceren van stroomafname kunnen grote voordelen worden behaald: er is minder capaciteit nodig waardoor minder fossiele en atoomcentrales nodig zijn. Het klimaat is beter af, stroom kan goedkoper worden en dus zijn consumenten en bedrijven beter af.
Lovins en het Rocky Mountain Institute maakten er een film over waarin het idee verder wordt uitgelegd en onderbouwd: