Omicron is het nieuwste onderwerp in een niet aflatende stroom van elkaar opvolgende, overlappende en beïnvloedende crises. De grote drie zijn klimaat, corona en de economie. En onder aan de streep zijn ze ieder het gevolg van een gebrek aan duurzaamheid in de samenleving.
Niemand wil een klimaat dat op hol slaat, een pandemie die het leven lamlegt of een economie waarin je niet zeker bent van je bestaan. En toch zitten we daar midden in en is verbetering niet in zicht. Terwijl politici mooipraten slaat de realiteit ons om de oren met tegenovergestelde feiten. We krijgen corona er samen onder was het verhaal. Omicron is de volgende stap in de werkelijkheid.
Hoe heeft dat kunnen gebeuren en was het te voorkomen geweest?
Een begin van een antwoord op beide vragen kunnen we bijna 50 jaar geleden vinden. In de jaren 80 van de vorige eeuw ontstonden zowel de huidige definitie van duurzaamheid, als de politieke invulling van de neoliberale economie waar we zoveel problemen aan te danken hebben. De begrippen bestonden beide al langer, maar hun praktische invulling kwam op vrijwel hetzelfde moment in een versnelling.
De veel gebruikte definitie van duurzaamheid – vrij vertaald zorgen dat toekomstige generaties dezelfde keuzes kunnen maken als de huidige – kwam voort uit het werk van de Brundtland-commissie van de Verenigde Naties, die in 1983 werd opgericht. Het resultaat werd gepubliceerd in 1987, met het rapport ‘Our Common Future’, waarin de definitie van duurzaamheid voor het eerst werd beschreven.
Vrijwel op het zelfde moment vonden twee vooraanstaande politici elkaar in een nieuwe economische aanpak. Dat waren de Amerikaanse president Ronald Reagan en de Britse premier Margaret Thatcher. Zij vormden de economie tot het vraatzuchtige neoliberale monster wat ze nu is.
Duurzaamheid en de neoliberale economie staan lijnrecht tegenover elkaar. Winst staat waarde in de weg, vrijheid gaat ten koste van verantwoordelijkheid, het primaat van het individu ontrafelt gemeenschappen. In de neoliberale economie moeten overheden en zorg geld verdienen in plaats van mensen beschermen en genezen.
In die oorlog heeft duurzaamheid de eerste slag verloren. En bijna alle grote problemen van dit moment zijn daar een gevolg van.
Van Washington naar Wuhan
Toen Washington en Londen de wereld cadeau deden aan het bedrijfsleven stond niets een grenzenloos winstbejag meer in de weg. Consumeren werd het doel waarom mensen op aarde rondlopen. En om aan dat doel te kunnen beantwoorden werden onder andere met steeds grotere snelheid en op steeds grotere schaal bossen gekapt, veeteelt omgevormd tot bio-industrie en biodiversiteit opgeofferd.
Die ontwikkeling speelt een belangrijke rol in de veel gehoorde verklaring voor de uitbraak van het coronavirus. Het kernbegrip daarin is zoönose, de overgang van dierlijke virussen op de mens.
We weten al lang dat er in de dierenwereld een overvloed van virussen voorkomt. En in een evenwichtige natuur is dat geen groot probleem, want de meeste soorten leven in een evenwichtig ecosysteem dat ook voor een natuurlijke bescherming tegen die virussen zorgt.
Waar dat evenwicht wordt verstoord kunnen echter problemen ontstaan. In steeds kleiner wordende vrije natuurgebieden komen soorten dichter op elkaar te leven. En er ontstaat een steeds frequenter contact met mensen. Dat maakt de kans op overdracht steeds groter.
Parallel daaraan ontstond een economie, waarin zoveel mogelijk geld verdienen in zo kort mogelijke tijd voorop staat. Dus werden waar mogelijk kosten bespaard, ook op zaken die voor stabiliteit van belang zijn. Zoals zorg. Of zoals voorraden, en productie in de buurt. Zorg is duur. Niemand wil voorraden aanhouden, want die kosten geld. En iedereen wil produceren waar het goedkoop is. Dus ontstond er een ‘just-in-time’ economie die over de hele wereld is verspreid en waarin grondstoffen en onderdelen continu over de hele aardbol worden versleept. Daarbovenop kwam nog een mega toeristenindustrie die mensen voor bijna niets de wereld rondvliegt. En ziekteverspreiders liften gratis mee.
Het is uiteindelijk toeval dat een virus in Wuhan de oversprong waagde en met dank aan reisbureau Washington zich in no time wereldwijd vestigde. Het had op veel andere plekken kunnen gebeuren. Maar het had zich op dezelfde manier verspreid.
Voor het risico op het uitbreken van een pandemie was overigens al veel eerder gewaarschuwd, vanuit wetenschap en duurzaamheid. Maar ja, maatregelen daartegen treffen kost geld. Dat doen we misschien later wel een keer.
Van corona naar Omicron
Een pandemie hebben is één ding, er vanaf raken is een heel ander verhaal. Dat vergt samenwerking, discipline en solidariteit. Niet alleen in de eigen omgeving, maar ook internationaal. En ook hier speelt geld een frustrerende hoofdrol.
In de neoliberale economie zijn de verschillen tussen arme en rijk geëxplodeerd. Tussen mensen onderling, tussen landen en tussen de samenleving en bedrijven. In die verschuiving zijn onder andere patenten van belang. Wanneer jij iets slims hebt bedacht, zorgt een patent ervoor dat niemand anders dat mag gebruiken.
Ook op de vaccins die het coronavirus moeten bestrijden rusten patenten. Rijke overheden hebben dat toegelaten. En ze hebben vooraf de hele productiecapaciteit van de leveranciers opgekocht, voor zichzelf. De arme landen hadden het nakijken en moesten het doen met kleine overschotten die sommige landen wel wilden doneren, want door de patenten mogen ze zelf de vaccins niet maken. Zo konden grote delen van de wereld niet of onvoldoende worden gevaccineerd.
Opnieuw werd gewaarschuwd dat in niet-gevaccineerde groepen snel mutaties van het virus konden ontstaan. Zoals Omicron. En de volgende mutaties die er ongetwijfeld nog zullen komen.
En verder
Het is nu wel duidelijk dat de generaties van na 1984 lang niet meer dezelfde keuzemogelijkheden hebben dan hun voorgangers. Toenemende armoede, onzekerheid over bestaan en klimaat, en nu dus ook gezondheid, beperken die keuze enorm. De wereld is er volgens de definitie enorm in duurzaamheid en welzijn op achteruit gegaan. De corona pandemie is er één van de nare gevolgen van.
Had een duurzaam beleid een pandemie voorkomen? Dat weten we niet, maar de kans daarop was in elk geval veel kleiner geweest. En het had er bijvoorbeeld ook voor gezorgd dat de ziekenhuisbedden, die de laatste 15 jaar zijn wegbezuinigd, nog beschikbaar waren. Zodat er minder druk op de samenleving nodig was. Met minder economische schade als gevolg.
Wat we hier beschrijven is een vergaande versimpeling van een enorm complex proces dat zich de laatste halve eeuw heeft ontrafeld. Maar het is wel een rode draad die de kern blootlegt van wat politieke keuzes op de langere termijn voor gevolgen kunnen hebben. Keuzes waarin geen plek was voor duurzaamheid. Met alle ellende van dien.