Klimaatproblemen zullen leiden tot vergroening van de staalindustrie. Dit zal gepaard gaan met herstructurering. Groen ruwijzer is structureel goedkoper wanneer het geproduceerd wordt in landen waar duurzame energie veel goedkoper is, zoals in Afrika en het Midden Oosten.
Dit heeft ook implicaties voor Tata Staal in IJmuiden. Tata Steel wordt het meest duurzaam èn blijft winstgevend wanneer het gaat draaien op basis van schroot en geïmporteerd groen ruwijzer.
Onderhandelingen
De regering mag van de Tweede Kamer onderhandelen met het staalbedrijf over financiële steun voor het verduurzamen van de fabriek in IJmuiden. Met name de hoge kosten van het huidige plan – mogelijk drie miljard euro – maken dat de strijd rond de toekomst van Tata Steel nog niet gestreden is. Tata Steel kan volgens ons blijven met behoud van de huidige staalproductie (7 miljoen ton per jaar) met gunstige effecten ten aanzien van werkgelegenheid, zelfvoorzieningsgraad en klimaat, en winstgevend. Maar niet volgens het bestaande, dure plan (gebaseerd op een advies van Frans Blom en Hans Wijers), waarbij voorlopig één hoogoven blijft draaien, het gebruik van schroot nog beperkt blijft en Tata zelf een kleine groen-staalfabriek bouwt die afhankelijk is van het steeds duurdere aardgas en – later – van dure Nederlandse waterstof. De CO2-besparing volgens dit plan is gering. En het vraagt om blijvende, structurele subsidie voor de productie van groene waterstof.
Schroot recycling
Allereerst zal de schrootverwerking gemaximaliseerd moeten worden. Want onderbelicht is dat schrootverwerking de toekomst heeft. De komende eeuw zal de hoeveelheid gerecycled ijzer toenemen van 50% naar bijna 100% van de voeding van alle staalfabrieken wereldwijd.
De schrootkwaliteit moet wel verbeterd worden door de verontreiniging met koper – die ontstaat bij ongecontroleerde sloop van auto’s – te voorkomen. Dat vraagt dat ook met de auto-industrie en sloopbedrijven afspraken worden gemaakt. Dat kost tijd, en daarom heeft Tata Steel om haar businessmodel – de levering van staal van hoge kwaliteit – te behouden ook behoefte aan schoon ‘vers’ staal.
Groen staal
Dat verse staal kan groen gemaakt worden, op basis van waterstof uit groene stroom. Maar vanwege de hoge kosten in Nederland kan dat het best gebeuren in zonrijke (en dunbevolkte) gebieden, waar met name zonnestroom tot vijf keer goedkoper is. Dat maakt de productie van groene waterstof daar twee keer goedkoper, en dat blijft ook in de toekomst zo. In deze landen kan de ijzererts omgezet in groen ruwijzer dat als stabiel halffabricaat geëxporteerd kan worden, bijvoorbeeld naar Tata Steel in IJmuiden voor de productie van hoogwaardig staal. Dit zal leiden tot de laagst mogelijke groen-staalprijs, bij gelijkblijvende hoge staalkwaliteit. Een prijs die veel lager is dan bij een geïntegreerde productieketen in IJmuiden. Daarbij komt dat de transportkosten zullen afnemen: het transport van zowel ijzererts als steenkool verdwijnt. Transport van waterstof in plaats van halffabricaten is geen alternatief: het is inefficiënt en duur.
Meerdere locaties
Er zijn meerdere goede locaties in Afrika, zoals Namibië, Mauritanië, Algerije en Egypte. Maar ook in het Midden-Oosten, zoals in Saoedi-Arabië, de VAE en Oman. Al die landen zijn inmiddels druk bezig met de productie van groene waterstof. Wat ze extra interessant maakt, is dat ze nu al vaak staal maken met technologie op basis van aardgas. Dezelfde technologie is ook geschikt voor ombouw naar waterstof. Bovengenoemde landen beschikken over de helft van de huidige wereldcapaciteit voor deze technologie (58 miljoen ton/jaar) en er zijn diverse nieuwe investeringen aangekondigd (in Saoedi-Arabië, de VAE en Oman) voor nieuwe fabrieken die rond 2027 starten op aardgas maar volgens planning geleidelijk over zullen gaan op groene waterstof.
Mauritanië
Ursula von der Leyen heeft in februari in Mauritanië – nu een grote exporteur van ijzererts – voorgesteld om daar groen ruwijzer te produceren en dat deels te importeren naar Europa. Sinds mei 2022 maakt ArcelorMittal samen met het Mauritaanse bedrijf SNIM plannen voor een eerste fabriek met een productie van 2,5 miljoen ton ijzer per jaar. Dit soort initiatieven geeft een impuls aan lokale welvaart en werkgelegenheid. Het vermindert daardoor ook de noodzaak voor migratie van Afrika naar Europa. Ook Tata Steel zou kunnen investeren in groen staal in Afrika, mogelijk met Nederlandse en EU-overheidssteun (ontwikkelings- en klimaatgeld voor infrastructuur).
Staal en neokolonialisme
Bij elke investering in ontwikkelingslanden ligt neokolonialisme op de loer. Neokolonialisme wordt bedreven door alle economisch machtige landen. Daar hoort het kapitalistische Westen bij, maar net zo goed Rusland en China. China vist de West-Afrikaanse zee leeg, voor de productie van vismeel voor varkens en kweekvis in China, en beheerst de kobaltproductie in Congo, voor verrijking en productie van accu’s in China zelf. Rusland verrijkt 40% van alle uraniumerts van de wereld, die vooral geproduceerd wordt in Kazakhstan. Als we bij staal blijven: China koopt 75% van alle ijzererts in Mauritanië voor staalproductie in China. China produceert 53% van alle staal wereldwijd, en exporteert een deel daarvan naar Europa.
Winst eerlijk verdelen
Het verwerken van ijzererts is voor landen als Mauritanië een flinke verbetering ten opzichte van alleen het delven van ijzererts voor export. Het maakt beter gebruik van de lokale resources (ijzererts en zonne-energie) en versterkt de economie. Groen ruwijzer kan deels geëxporteerd worden naar bijvoorbeeld Europa en deels gebruikt worden voor de opbouw van staalindustrie met eindproducten voor de eigen regio (autarkie voor Afrika!). Dit is geen neokolonialisme wanneer de winst eerlijk verdeeld wordt, bijvoorbeeld door de opzet van joint ventures waarin nationale ondernemingen een belangrijk aandeel hebben.
Staal en autarkie
Het nastreven van autarkie, zelfvoorzienend en onafhankelijk zijn, is van belang voor elke regio, voor Afrika maar ook voor Europa. Staalproductie in Nederland houden is daar ook een voorbeeld van. Maar tot welke prijs? Produceren tegen een prijs boven de wereldmarktprijs is niet duurzaam en kan alleen met blijvende subsidies. Autarkie zal daarom nooit volledig zijn en afhankelijkheid van andere landen is normaal. Denk aan producten als aardolie, chips of zeldzame aardmetalen. Risico’s van zaken doen met landen die wij als politiek instabiel of onvriendelijk/onbetrouwbaar zien, met een kans op staatsgrepen en nationalisatie, kan je verminderen door risicospreiding (zaken doen met meerdere leveranciers) en door landen met veel ijzererts de mogelijkheid te bieden zich economisch te ontwikkelen
Verdwijnt staalindustrie uit Nederland?
Leiden investeringen in Afrika en het Midden Oosten om ijzererts te verwerken uiteindelijk tot het verdwijnen van staalindustrie uit Nederland? Dat is niet waarschijnlijk. Ook zonder de huidige geïntegreerde productie is er toekomst voor Tata Steel in IJmuiden. Denk aan de aardolieproductie in het Midden Oosten, waarbij de aardolieraffinage slechts voor een deel in de bronlanden is opgebouwd en de meeste olieraffinaderijen dichtbij de afzetmarkt gebleven zijn, voor de productie van diverse eindproducten. Bij staal zal het niet anders zijn. Ondersteund door het steeds grotere aandeel van schrootrecycling zal de staalindustrie in West-Europa zich ook in de toekomst blijven richten op de productie van hoogwaardig staal voor de regionale markt.
Slot
Overheidsgeld moeten we vooral stoppen in de meest duurzame en economische optie die de productie van hoogwaardig staal in Nederland behoudt. Dat kan door middel van de productie van groen ruwijzer in landen waar duurzame energie veel goedkoper is dan in Nederland. Het beleid moet gericht zijn op de bouw van elektrische vlamboogovens om halffabricaten en schroot om te zetten in hoogwaardig staal. Daarmee kan Tata Steel dan 100% groen staal maken. Dezelfde route is al gekozen door Tata Steel UK en British Steel in Engeland. Alleen op deze manier zal het mogelijk zijn om de staalindustrie in Nederland structureel winstgevend te houden, met maximale gezondheids- en klimaatwinst en behoud van hoogwaardige werkgelegenheid.
Peter Arnoldy en Dave van Ooijen