Regeringsleiders komen zaterdag 12 december, op de vijfde verjaardag van het Klimaatakkoord van Parijs, met nieuwe beloften om de doelen van het akkoord te halen.
Meer dan zeventig regeringsleiders, ceo’s en vertegenwoordigers van burgerorganisaties zijn zaterdag 12 december vertegenwoordigd bij een virtuele klimaattop. Precies vijf jaar eerder kwamen de landen in Parijs overeen de opwarming van de aarde “ruim onder 2 graden Celsius” te houden en te streven naar 1,5 graden tegen het einde van de eeuw.
Het event is de eerste test voor het klimaatakkoord, waaronder landen afspraken hun – tot dan toe onvoldoende – inspanningen om de opwarming tegen te gaan, te verhogen. Sindsdien bleef de uitstoot stijgen en werd de klimaatimpact intenser. Veel regeringen liepen al achter op hun klimaatplanning toen de covid-19-pandemie toesloeg. Om de pandemie te bestrijden, werd geld voor klimaatdoelen vervolgens ingezet voor gezondheidszorg, sociale zekerheid en steun aan bedrijven.
Nu er dit jaar geen klimaatonderhandelingen worden gehouden en de COP26-klimaattop in Glasgow is uitgesteld naar november 2021, organiseren de VN, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk, met steun van Chili en Italië, een top om de aandacht van politieke leiders weer te vestigen op het klimaat.
Nieuwe ambitie
“Veel mensen zoeken wat positiviteit … en hopen dat 2021 een beter jaar wordt”, zegt Marcel Beukeboom, klimaatgezant voor Nederland. “We hebben politiek momentum nodig”, voegt Agripina Jenkins, klimaatdiplomaat voor Costa Rica, daaraan toe.
Hoewel elke leider is uitgenodigd een vooraf opgenomen speech van 2 minuten te houden, zijn alleen degenen die extra ambitie tonen zeker van uitzending en krijgen de meest veelbelovende plannen voorrang.
Dat kan een aangescherpt doel voor 2030 zijn, een belofte om toe te werken naar nul uitstoot, een klimaatbelofte voor na 2020 of een robuuster programma voor aanpassing aan de klimaatimpact. “Er is geen ruimte voor algemene verklaringen”, staat in een notitie.
Slechts 16 landen
Onder het Klimaatakkoord van Parijs wordt van landen verwacht dat ze nieuwe of verbeterde klimaatplannen voor 2030 en een decarbonisatiestrategie voor de lange termijn inleveren voor het einde van het jaar.
Afgelopen maandag hadden slechts zestien landen, die samen goed zijn voor 4,6 procent van de wereldwijde uitstoot, formeel een nieuw of geactualiseerd 2030-doel ingediend bij de VN, volgens het World Resources Institute.
Een aantal landen zullen naar verwachting hernieuwde klimaatambitie tonen op de top, om de wereld dichter bij de klimaatdoelen te brengen. Formeel worden de plannen in de komende weken bij de VN ingediend.
China en VS
In de afgelopen maanden was bij belangrijke spelers beweging te zien op het gebied van langetermijnverplichtingen. China kondigde aan CO2-neutraal te willen zijn voor 2060, terwijl Japan en Zuid-Korea kwamen met plannen voor nuluitstoot tegen 2050. Joe Biden, de aankomende president van de Verenigde Staten, gaf al tijdens zijn campagne aan te willen streven naar decarbonisering van de Amerikaanse economie tegen 2050.
Als die beloften waargemaakt worden, kan de wereldwijde opwarming beperkt worden tot 2,1 graden tegen het einde van de eeuw, volgens een analyse van Climate Action Tracker. Daarmee komen de doelen van Parijs bijna binnen bereik.
Grootste uitstoters
Sébastian Treyer, directeur van de Franse klimaatdenktank Iddri, zegt “voorzichtig hoopvol” te zijn over tekenen dat het klimaatakkoord leidt tot grotere emissiebeperkingen “op de trage manier die karakteristiek is voor internationale relaties, maar ook met plotselinge versnellingen zoals we die zagen in de afgelopen zes maanden”.
Deze langetermijnambitie is echter nog niet terug te zien in de kortetermijndoelen van de grootste uitstoters in de wereld, merkt hij op. Hij voegt eraan toe dat de politieke dynamiek voor hogere ambities “fragiel” is, en dat er nog veel werk verzet moet worden om deze ambities tot “economische realiteit” te maken.
Hoewel er een reeks aankondigingen wordt verwacht tijdens de vijf uur durende top, zal het succes ervan afhangen van de bereidheid van de grote uitstoters om actie te ondernemen.
Herstelpakket EU
De EU lijkt toe te willen naar een vermindering van de uitstoot met 55 procent in 2030, ten opzichte van het niveau in 1990. Dit komt aan de orde op een bijeenkomst van de Europese Raad, twee dagen voor de top. Momenteel staat dat doel nog op 40 procent. Netelige discussies over het herstelpakket voor de EU dreigen de klimaatagenda te ontregelen.
Chinese bronnen verklaarden tegenover klimaatnieuwsorganisatie Climate Homedat Peking op koers ligt voor de presentatie van zijn geactualiseerde 2030-plan voor het einde van het jaar. Het is echter nog niet duidelijk of president Xi Jinping nadere details zal onthullen op dit forum, of gewoon de belofte van nuluitstoot zal herhalen.
Afgelopen week accepteerde het Verenigd Koninkrijk, het COP26-gastland, de aanbeveling van zijn klimaatadviseurs om de uitstoot tegen 2030 met 68 procent terug te brengen ten opzichte van 1990. “We gaan de wereldleiders uitdagen niet alleen onze ambitie te delen, maar ook precies te vertellen hoe ze dat willen gaan doen”, zei premier Boris Johnson in een videoboodschapin de aanloop naar de top.
Zonder Trump
Hoewel Donald Trump naar verwachting niet bij de top zal zijn, en Biden nog niet kan deelnemen als aankomende president, zullen de VS vertegenwoordigd zijn door deelnemers op lager niveau en aankomende leden van de nieuwe regering.
Onder sommige klimaatactivisten heerste scepsis over de top, die in hun ogen niet veel meer zal brengen dan een reeks beloften en speeches. “We hebben na Parijs een aantal topontmoetingen met veel toeters en bellen gezien, maar daar kwam niet echt iets zinnigs uit als het gaat om het beperken van de opwarming tot 1,5 graden.”
Nu milieuorganisaties niet de mogelijkheid hebben rechtstreeks te reageren op aankondigingen van leiders, kan de top een ruimte voor greenwashing worden, zegt hij.
Hoewel de top de aandacht zal vestigen op “hoopvolle tekenen”, verandert “de snelheid die nodig is om de doelen te halen niet”, zegt Yamide Dagnet, directeur klimaatonderhandelingen bij het World Resources Institute. Landen moeten nog met coherente actie komen, inclusief uitstootbeperkingen, aanpassing en steun voor kwetsbare landen, zegt ze.
De COP26-eenheid heeft donorlanden gevraagd nieuwe financiële beloften te doen, maar weinig wijst er nog op dat dat gaat gebeuren. Het Verenigd Koninkrijk snijdt vanwege de pandemie in zijn eigen hulpbudget.
“Hier maak ik me meer zorgen over en het stelt me teleur”, zegt Dagnet. “Op het moment dat ongelijkheid en armoede toenemen … schieten we tekort op het gebied van solidariteit.”
Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij IPS-partner Climate Home News.