Loslopende huiskatten schaden de biodiversiteit, door het doden en verstoren van wilde dieren, het overbrengen van ziektes, en op nog andere manieren. Dat stellen rechtswetenschappers van Tilburg University die het Europese natuurbeschermingsrecht onder de loep namen tegen de achtergrond van de groeiende wetenschappelijke literatuur over de invloed van katten op de natuur. Hun conclusie: EU-lidstaten moeten zwerfkatten en verwilderde katten verwijderen of beheren wanneer die beschermde soorten of gebieden bedreigen, en moeten tevens een verbod instellen èn handhaven op het los laten lopen van huiskatten.
Het is algemeen bekend dat huiskatten (Felis catus) jagen op vogels en andere kleine dieren. Volgens wetenschappelijk onderzoek van vooral de afgelopen vijftien jaar is de huiskat in Europa, en wereldwijd, zelfs één van de schadelijkste invasieve exoten. In het licht van deze kennis analyseerden de Tilburgse juristen de verplichtingen van Nederland en andere EU-lidstaten onder de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn. De resultaten zijn zojuist gepubliceerd in het rechtswetenschappelijk tijdschrift Journal of Environmental Law.
Loslopende katten botsen met natuurbeschermingsrecht
Wat katten zonder eigenaar betreft – zwerfkatten en verwilderde katten – laat het onderzoek zien dat de EU-wetgeving het verwijderen of beheren van deze katten vereist wanneer ze een bedreiging vormen voor beschermde soorten of Natura 2000-gebieden. Bovendien zouden lidstaten het laten loslopen van de vele katten die als huisdier worden gehouden moeten verbieden en dit verbod effectief moeten handhaven.
“Deze conclusie wekt wellicht verbazing,” zegt hoofdauteur Arie Trouwborst, “maar volgt vrij onvermijdelijk uit een gangbare juridische analyse van verplichtingen die al decennia bestaan.”
Inheemse vogels beschermd
EU-lidstaten zijn verplicht een verbod in te stellen en te handhaven op het “opzettelijk” doden, vangen en verstoren van beschermde dieren, waaronder alle inheemse vogels. In zijn rechtspraak heeft het Hof van Justitie van de EU stelselmatig benadrukt dat de term “opzettelijk” niet alleen van toepassing is wanneer iemand nadrukkelijk de bedoeling heeft een beschermd dier te schaden, maar ook wanneer iemand “de mogelijkheid aanvaardt” dat dit gebeurt – als een ongewenst maar geaccepteerd neveneffect. “En dat is precies wat er gebeurt als iemand zijn kat naar buiten laat,” zegt Trouwborst.
Verplichtingen genegeerd
Een landschap zonder katten is echter niet wat we zien, en de huiskat is tot op heden een blinde vlek in de toepassing van het Europese natuurbeschermingsrecht. Het Tilburgse onderzoek richtte zich daarom ook op de vraag hoe dit zou komen. Overwegingen rond haalbaarheid, het belang van huiskatten en dat van hun eigenaren, blijken echter geen van alle juridisch hout te snijden als rechtvaardiging voor de niet-nakoming van Europese verplichtingen.
Politiek gevoelig
Ondanks de schade die het aanricht, is het los laten lopen van huiskatten een diepgewortelde gewoonte – wat het verbieden ervan politiek onaantrekkelijk maakt. “De huiskat is een buitengewoon gevoelig onderwerp,” zegt co-auteur en hoogleraar Europees recht Han Somsen. “Maar vrees voor verlies van politieke populariteit levert juridisch bezien geen geldige rechtvaardiging op voor het niet nakomen van verplichtingen.”
Het creëren van een landschap zonder huiskatten zal naar verwachting forse winst opleveren voor de natuur, en de kosten om dit te bereiken vallen in het niet bij wat er nodig is voor een duurzame landbouw of het tegengaan van klimaatverandering. Het overwinnen van politieke aarzeling om de kattenkwestie effectief aan te pakken is dus niet alleen juridisch vereist, maar vormt ook laaghangend fruit in het licht van de huidige biodiversiteitscrisis.
De Nederlandse regering geeft aan dat zij niet van plan is op loslopende huiskatten te gaan controleren.