Twaalf EU-landen zullen hun nationale klimaatdoelstellingen niet halen, waarschuwt een analyse van milieudenktank Transport & Environment. Minstens zeven andere landen, waaronder Nederland en België, zitten in de gevarenzone. Duitsland en Italië presteren slecht, Spanje en Polen kunnen straks wellicht langs de kassa van de koolstofkredieten.
Volgens het onderzoek zullen Duitsland en Italië hun uitstootreductiedoelen niet halen, met een aanzienlijke kloof van respectievelijk 10 en 7,7 procentpunt. De cijfers gaan uit van het bestaande beleid en houden nog geen rekening met de afbraak door nieuwe, extreem rechtse regeringen.
Het is dan ook aannemelijk dat ze koolstofkredieten die overblijven voor andere landen zullen opsouperen, zegt T&E. Landen die hun doelstellingen niet halen, kunnen immers koolstofkredieten kopen van landen die hun doel wel halen. De prijs van die kredieten wordt onderling geregeld.
Koolstofkredieten
Duitsland alleen al zal 70 procent van de beschikbare kredieten nodig hebben om de doelstelling rond verminderde uitstoot te bereiken.
Andere landen die zich niet aan de regels houden, kunnen dan geen rechten meer opkopen en worden geconfronteerd met rechtszaken, legt Sofie Defour, klimaatdirecteur bij Transport & Environment uit: “Duitsland en Italië eten alle beschikbare koolstofkredieten van hun buren op, waardoor die vast komen te zitten en het risico lopen op rechtszaken. Om het zwakke beleid te compenseren zal de Duitse regering haar burgers snel om nog meer geld moeten vragen, waardoor ze de begroting nog harder raakt.”
Klimaatdoelstellingen
De nationale klimaatdoelstellingen worden vastgelegd in de ‘Effort Sharing Regulation’ (ESR) die de broeikasgasemissies van de EU-lidstaten bekijkt die worden veroorzaakt door binnenlands vervoer (met uitzondering van de luchtvaart), gebouwen, kleine industrie, afval en de landbouw.
Deze sectoren zijn verantwoordelijk voor meer dan 60 procent van de uitstoot in de EU. De doelstellingen zijn bindend en moeten bereikt worden in 2030. Aanvankelijk werden ze in 2018 vastgelegd op een uitstootreductie in ESR-sectoren met 29 procent (ten opzichte van 2005).
In 2023 werden de ESR-doelstellingen herzien in het kader van de Green Deal: ESR moet nu streven naar een uitstootvermindering van 40 procent op EU-niveau. Elk land dient een nationale doelstelling te behalen die werd vastgelegd op basis van hun bnp: rijke landen moeten een hogere uitstootvermindering halen dan de armere landen.
Rode zone
Volgens de T&E-analyse zullen minstens twaalf EU landen, waaronder ook Denemarken, Oostenrijk, Zweden en Ierland, hun nationale doelstelling niet halen.
Vijf andere landen flirten met de gevarenzone: België, Nederland, Frankrijk, Hongarije en Letland. Als een land als Frankrijk beleid terugschroeft of zelfs maar gewoon een koude winter doormaakt met een grotere vraag naar energie, kan dat het land in de rode zone doen belanden, zegt T&E.
De organisatie roept op tot onmiddellijk actie en waarschuwt voor schaarste aan koolstofkredieten als zoveel landen hun doelstellingen niet halen. “Dit zou kunnen leiden tot een ware biedingsstrijd om de credits in 2030, wat de prijzen zal opdrijven.”
Spanje langs de kassa
Volgens de analyse zullen Spanje, Griekenland en Polen de meeste overschotten opbouwen. Spanje zal de doelstelling voor 2030 naar schatting met 7 procentpunt overtreffen. De Spaanse regering zou zo 10 miljard euro kunnen ontvangen van landen die niet op schema liggen.
“De boetes die landen mogelijk moeten betalen in 2030 zijn torenhoog”, zegt Defour. “Landen staan voor een duidelijke keuze: miljarden betalen aan hun buren om hun koolstofschuld af te lossen, of nieuw beleid implementeren dat het leven van hun eigen burgers verbetert, zoals het isoleren van huizen. We hebben nog zes jaar om een koerswijziging door te voeren.”