Aan een treffende beeldspraak wordt vaak meer waarde gehecht dan de werkelijk situatie waar het beeld op slaat, doet rechtvaardigen. Daar moest ik dezer dagen sterk aan denken bij de ophef over de Nashville verklaring. De streng gelovigen beroepen zich op een Bijbeltekst in Genesis: “God schiep de mens als zijn evenbeeld, mannelijk en vrouwelijk”.
Zij interpreteren een beeldspraak als letterlijke tekst terwijl die meer dan 2500 jaar geleden is geschreven in een cultuur waar prozaïsche metaforen de gebruikelijke stijl waren. In datzelfde boek Genesis wordt op andere plekken een werkwijze beschreven waar God met aards stof en een zeer bijzondere orgaantransplantatie binnen één dag een Adam en een Eva creëert, maar dat terzijde.
Als we de tekst “als zijn evenbeeld, man en vrouw” echt letterlijk nemen zou dat betekenen dat God zelf uit een hetero-man en een hetero vrouw bestaat, maar zo heeft de Nashville beweging het niet gelezen. Als ik daarentegen, ruimdenkend in de geest van Mozes en Spinoza, me geen enkel concreet beeld mag voorstellen van God, dus God als de abstracte scheppingskracht voor de hele natuur op aarde moet beschouwen, klopt het nog niet. Gewoon omdat het in de natuur krioelt van de voorbeelden van homoseksuele relaties. Voor zover er zonde bestaat, valt het de schrijvers van het boek Genesis wel te vergeven omdat het meest uitgesproken voorbeeld, de bonobo in die tijd nog helemaal niet bekend was.
In Duurzaamnieuws voeren we liever geen discussies over religie, al is het soms moeilijk te verteren dat veel orthodoxe Islamieten en Christenen op grond van een naar eigen smaak geïnterpreteerde beeldspraak uit de Bijbel, weigeren om iets ter beteugeling van ons klimaatprobleem te doen, omdat ons lot in Gods hand zou liggen. Beeldspraak wordt echter ook door vele gelovige en niet gelovige politici misbruikt om voorlopig even niets te hoeven doen. De aansprekende logica van het beeld maakt zo veel indruk dat het gemakkelijk overtuigt en wordt geloofd alsof het in de Bijbel staat.
Voorbeelden:
Politici roepen graag voor de bühne dat eerst het laaghangend fruit geplukt moet worden, omdat we voor de moeilijke onderdelen van de transitie nog niet klaar zijn. De heer Wiegel voert daartoe aan dat infrastuctuur immers nog één grote gatenkaas is. De heer Samsom zegt dat we eerst moeten isoleren en overal LEDjes in moeten draaien, voordat we PV panelen op het dak leggen. Ook vindt hij dat we niet overhaast alle CV ketels moeten gaan uitslopen omdat we dan voor de muziek uitlopen en warmtepompen over tien jaar veel goedkoper worden. Hetzelfde prijsargument wordt ingezet om nog geen elektrische auto’s aan te schaffen omdat we het paard niet achter de wagen moeten spannen. VVD’er Dijkhof roept dat eerst de vieze oude bruinkoolcentrales in Duitsland en Polen maar moeten sluiten voordat wij onze hypermoderne steenkoolcentrales dichtdoen omdat we anders dweilen met de kraan open. Carla Dik-Faber heeft een motie ingediend met het beeld van een “zonneladder”, om te beargumenteren dat we eerst maar eens alle daken van bedrijven en woningen met PV moeten vol leggen voordat we kostbare landbouwgrond aan zonneparken opofferen.
Ik hoor natuurbeschermers zeggen dat we eerst de windturbines op zee moeten plaatsen voordat we ons fraaie weidelandschap met de prachtige natuur helemaal verknoeien en daardoor het kind met het badwater wegspoelen. Veel lokale dorpspartijen vinden dat we eerst moeten zien hoe ver we met PV panelen komen voordat we windturbines op land gaan zetten, omdat anders alle weidevolgels door de gehaktmolen gedraaid worden en de bewoners vanwege de slagschaduw geen oog meer dicht doen en gek worden van het lawaai der wieken, zodat je de huizen aan de straatstenen niet meer kwijt raakt. Vanuit de mensen met gele hesjes horen we dat eerst de energieverslinders onder de grote bedrijven maar eens wat moeten gaan doen voordat we de automobilist nog meer als melkkoe gebruiken. Ook lees ik in De Telegraaf dat de VS en China, omdat ze de grootste vervuilers zijn, eerst maar eens wat moeten gaan doen aan hun gigantische CO2 uitstoot, omdat ons kleine beetje toch geen zoden aan de dijk zet.
Hoewel er in de meeste voorbeelden een kern van waarheid achter zit, zijn het de sprekende beelden die “overtuigend bewijzen” dat we zelf nog maar even niets hoeven te doen. Omdat iedereen zich achter een andere “goede reden” verschuilt, schieten we niet op en blijven we oeverloos polderen om in beeldspraaktermen te blijven.
Rekenvoorbeelden
Tijd om de sigarendoos te pakken en eens wat door te rekenen. Het criterium om sommige klimaatmaatregelen eerder te treffen dan andere, zouden we niet op onze huidige portemonnee moeten baseren maar op het uiteindelijke klimaateffect in bijvoorbeeld het magische jaar 2050 waarmee we onze kinderen opzadelen.
Als rekenvoorbeeld heb ik een modale gemeente met 25.000 inwoners en 10.000 woningen in een buitengebied gekozen omdat ik daar zelf in mijn omgeving mee te maken heb.
Een eerste voorbeeld. Volgens het idee van de zonneladder zouden we eerst zonnepanelen op alle daken van woningen en bedrijven moeten leggen voordat we zonneparken in het groen aanleggen en pas als het helemaal niet anders kan, windmolens.
Zonnepark “nu”
Stel dat we vanwege de praktische uitvoerbaarheid en de beschikbaarheid van de SDE+ subsidie, binnen twee jaar ergens een groot zonnepark van 20 ha met 100.000 panelen zouden kunnen realiseren. Daarmee zouden we dan 30 miljoen kWh opwekken en de CO2 uitstoot door energiecentrales met 15.000 ton per jaar verminderen. Dus in de dertig jaar tot aan het jaar 2050 zouden we dan in totaal 300.000 ton CO2 minder in de atmosfeer hebben gebracht. Het zou bij een totale investeringsprijs voor het park van ca € 25 miljoen en rekenend met 10% van de investeringssom voor jaarlijkse kosten (kapitaalslasten + projectontwikkelingskosten, verzekering, afschrijving en onderhoud) gedurende 30 jaar in totaal op €100 miljoen uitkomen en dus € 333 per ton CO2 vermeden CO2.
Windpark ”nu”
Diezelfde hoeveelheid van 300.000 ton minder CO2 uitstoot kan ook bereikt worden met een windpark dat 30 miljoen kWh/j opwekt. De kosten voor windenergie op land bedragen alles inclusief €45 per MWh zodat dit jaarlijks 1,35 miljoen kost en over de periode van 30 jaar €40.5 miljoen. De prijs per ton minder CO2 is dan dus €135.
PV op “alle” daken in 2050
Als alternatief zouden we volgens het beeld van de zonneladder er naar kunnen streven dat we op zo veel mogelijk daken van bedrijven en woningen en op parkeerterreinen elk jaar 10 % meer PV panelen kunnen plaatsen tot we in 2050 ook 100.000 panelen hebben gelegd. Dat zou dan kunnen betekenen dat er in een dorp met 10.000 woningen, waarvan er nu al 500 woningen PV hebben, omstreeks 2050 op 3000 woningen elk 15 panelen liggen. Daarnaast zouden we op 275 bedrijfsdaken plaats voor gemiddeld 200 panelen per dak moeten vinden. De inspanning om dat te bereiken zal groot zijn. Alleen al om de weerstanden te overwinnen zou een noodwet met dwangbevelen nodig zijn of een torenhoge subsidie, dan wel een compleet andere tariefstructuur voor de energiebelasting.
Dat kan dus alleen als je zoals Carla Dik-Faber in wonderen gelooft. De gemiddelde kostprijs voor de installatie en aansluiting per paneel zou wegens de kleine schaal per installatie 20% hoger uitkomen en de gemiddelde opbrengst per paneel zou 20% minder zijn omdat de ligging niet op elk dak even gunstig zal zijn. De totale investering komt dan op ca € 40 miljoen. Rekening houdend met 10% jaarlijkse kosten en een geleidelijk oplopend (met 10% per jaar) totaal investeringsbedrag komen we voor de hele periode eveneens op ongeveer €100 miljoen uit. Door de traagheid waarmee uiteindelijk de hoeveelheid van 100.000 panelen gerealiseerd wordt, zal het klimaateffect een stuk minder zijn. In de periode tot aan 2050 hebben we dan slechts 165.000 ton minder CO2 in de atmosfeer gebracht en dat zal ons dan uiteindelijk minstens €606/ton vermeden CO2 gekost hebben.
Aangezien de opwarming niet pas na 2050 begint, maar nu al volop bezig is en aangezien die extra hoeveelheid CO2 die we niet verwijderd hebben, er na 2050 nog honderden jaren in zal blijven zitten, heeft de snelste en goedkoopste maatregel het grootste klimaateffect.
Warmtepompen “nu”
Een ander voorbeeld betreft het uitstellen van de aanschaf van warmtepompen ter vervanging van gasverwarming omdat die nog zo duur zijn en onze CV ketel nog niet is afgeschreven. Stel dat we binnen twee jaar vanaf nu in 10.000 woningen een warmtepomp in aanvulling op, of als volledige vervanging van, de CV ketel kunnen instaleren. De warmtepompen worden natuurlijk gevoed met onze eigen groene stroom.
Per woning kost dat gemiddeld éénmalig € 7000, vermeerderd met 10% extra jaarlijkse kosten over 30 jaar tot een totaalbedrag van €28.000 en we besparen daarmee per woning 1500 m3 gas per jaar. In totaal zijn de kosten €280 miljoen en in de periode tot aan 2050 verminderen we de CO2 uitstoot in totaal dan met ongeveer 810.000 ton. Per ton vermeden CO2 zijn de kosten dan €345 geweest.
Warmtepompen uitstellen tot ze goedkoper zijn
We kunnen er ook mee wachten tot sint juttemis en elk jaar de energiebelasting voor gas blijven betalen. Deze bedraagt voor huishoudens op dit moment omgerekend € 190 per ton CO2. Nog afgezien voor de prijs van het gas zelf, komt er elk jaar uitstel weer minstens € 190 per ton CO2 bij, waarvan we maar moeten hopen dat de overheid er iets goeds mee doet. Tien jaar uitstel in de hoop dat de warmtepomp dan nog maar € 4000 kost, betekent dat we dan anno 2050 € 120 miljoen kosten hebben gemaakt voor 540.000 ton minder CO2 in de atmosfeer. Dat heeft ons dan inderdaad slechts € 222 per ton vermeden CO2 gekost. Maar we hebben nog wel 10 jaar voor elke ton uitgestoten CO2 de energiebelasting betaald. Dit is voor de 10.000 woningen bij elkaar ruim €51 miljoen geworden. Onze totale uitgaven zijn dus eigenlijk €273 miljoen en per ton verwijderde CO2 hebben we € 317 uitgegeven.
Het relatief kleine voordeel door uitstellen, kan geheel omslaan in een nadeel. Als de energiebelasting op gas, zoals is aangekondigd, nog verder zal stijgen naar gemiddeld €240 per ton en de subsidie op warmtepompen à €1500 over 10 jaar zal zijn afgeschaft omdat die vanwege de prijsdaling niet meer nodig is. Direct investeren betekent dan € 276/ton minder CO2 en uitstel €340/ton minder CO2 die we voor onze kinderen achterlaten.
Zo zou ik al die andere voorbeelden ook even op simpele wijze kunnen doorrekenen, maar mijn sigarendozen zijn op en het duizelt u waarschijnlijk nu al. Dus zet ik de conclusies nog even overzichtelijk op rij in een tabel.
Maatregel | Klimaateffect in:
ton CO2 minder uitgestoten in periode tot aan 2050 |
Totale kosten in:
€ per ton CO2 |
Geleidelijke groei van PV op “alle” daken tot
100.000 panelen in 2050 |
165.000 | 606 |
Zonnepark met 100.000 panelen 30 miljoen kWh/j start in 2020 | 300.000 | 333 |
Windpark voor 30 miljoen
kWh/j start in 2020 |
300.000 | 125 |
10.000 woningen met warmtepomp in 2020 | 810.000 | 345 |
Idem met subsidie | 810.000 | 276 |
10.000 woningen met goedkopere warmtepomp vanaf 2030 | 540.000 | 317 |
Idem met hogere energiebelasting | 540.000 | 340 |
Er zal wel heel wat op mijn berekeningen zijn aan te merken dus wellicht kan ik de conclusie toch makkelijker overtuigend laten zijn met wat beeldspraak: “Met grote stappen snel thuis” of “Voor een dubbeltje op de eerste rang” en “Een dief van je eigen portemonnee” en “Kinderen er mee opzadelen”. Keus genoeg.
Han Blok