Nederlanders willen nieuwe energie. Daarom is de SER (Sociaal Economische Raad) met het halve land in conclaaf om tot een voorstel voor een breed gedragen energieakkoord te komen. De vorige minister van EZ heeft de SER om dat advies gevraagd. Nu dreigt de Raad rechts gepasseerd te worden door dat zelfde Ministerie van EZ, daarbij gesecondeerd door Financiën.
De ministeries ruiken onraad, want terwijl Maxime Verhagen in de adviesaanvraag aan de SER het woord duurzaam uiterst zorgvuldig heeft vermeden, sorteert de SER wel degelijk voor op een groene invulling. Dat was nu net niet de bedoeling, lijkt het. Dus stuurt EZ het voorstel voor de nieuwe energiewet maar gelijktijdig naar de eerste en de tweede kamer, als ware er sprake van een spoedeisend karakter.
Wanneer de SER zich niet hard maakt voor uitstel van behandeling van de nieuwe energiewet is het niet ondenkbaar dat de voorstellen van de SER bij voorbaat onuitvoerbaar worden door een snelle invoering van de wetswijziging. De beperkingen op het decentraal opwekken van duurzame energie in het wetsvoorstel en in de voorstellen maken dat meer dan waarschijnlijk. De spoed is dan gevolg van de haast om de SER voor te zijn.
Eind januari vond er een gesprek plaats tussen het Ministerie van Economische Zaken en een aantal vertegenwoordigers van belanghebbende organisaties. Het Ministerie wilde die bijeenkomst benutten om zogezegd ‘concrete voorstellen te doen om het voorgenomen beleid effectiever te maken voor de ontwikkeling van decentraal duurzame energie.’ Bronnen van Duurzaamnieuws.nl melden echter dat deze voorstellen ronduit schadelijk zijn voor de ontwikkeling van lokale duurzame energie. In ieder geval is overduidelijk dat de zinsnede in het regeerakkoord over het stimuleren van lokale duurzame energie door coöperaties in de meest beperkende zin wordt geïnterpreteerd. De doelstelling van EZ lijkt dan ook veel meer te zijn gericht op beheersbaarheid dan op duurzaamheid.
Een paar voorbeelden:
Wanneer niet is gegarandeerd hoe lang je welke hoeveelheid stroom mag salderen, wordt een investering in bij voorbeeld zonnepanelen onfinancierbaar. Geen bank neemt dat risico.
Een heffing op invoeden van stroom, met het argument dat bij het opwekken ook de infrastructuur wordt gebruikt, legt een onredelijke extra druk op het rendement. Er wordt immers al door iedere afnemer van stroom betaald voor de infrastructuur (transportkosten); zelf opwekken van stroom door burgers vermindert de investeringsbehoefte van de netbeheerders en stelt deze uit; zelf opwekken draagt bij aan de duurzaamheiddoelstelling van die zelfde overheid, die deze zo met een verkapte zonnepanelenbelasting frustreert.
Beperking van het gebied waarbinnen een coöperatie mag salderen tot een viercijferig postcodegebied resulteert in postzegeltjes van een paar straten. Dat maakt serieuze initiatieven en ook smart grids in de praktijk onuitvoerbaar want zelfs projectjes op wijkniveau worden onmogelijk.
Wanneer op termijn het recht op individuele saldering verdwijnt heb je nauwelijks nog voordeel van de zonnepanelen, zelfs op momenten dat de zon schijnt (en wanneer dus relatief weinig elektriciteit wordt gebruikt).
Het is van groot belang dat duurzaam Nederland zich razendsnel samenpakt en een gezamenlijk en niet mis te verstaan geluid richting politiek laat horen. Want als deze voorstellen wet worden, is het over en uit met lokale duurzame energie.