Net na het sluiten van de reguliere redactieburelen valt het nog in de mailbox: een persbericht van het Ministerie van Economische Zaken met een jubelbericht over de concurrentiekracht van Nederland. We schijnen het meest concurrerende land van de EU te zijn, en maar liefst nummertje vier van de wereld. Best of the rest na de Verenigde Staten, Singapore en Zwitserland.
Op het risico af om als azijnpisser opzij te worden gezet wil ik toch wel een kanttekeningetje bij de euforie plaatsen. Er is namelijk een vraag die niemand bij dit soort berichten lijkt te stellen. Dat is deze: voor wie is dat nou zo goed?
Natuurlijk zijn we op die plek terecht gekomen door het verbeteren van onze concurrentiekracht. Open deurtje? Met krakende scharnieren wellicht. Bedrijven, landen ook, worden vooral concurrerender door op kosten te besparen. Waar bespaar je die kosten dan op? Met stip op nummer één: arbeid. Snijden in werkplekken. Verschuiven van vast naar variabel naar af en toe naar eindeloze uitkering.
Besparen op energie is een mooie tweede optie. Niet investeren in schone technieken, maar zolang mogelijk doorwerken met oude vieze meuk want ja, als je groeit heb je natuurlijk wel meer energie nodig. En die mag dan niet te veel kosten. Zie de doelstellingen voor energiebesparing en CO2 uitstoot, die zich blijkbaar omgekeerd evenredig ontwikkelen met onze bejubelde concurrentiekracht.
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan met een donatie. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
Nog concurrerender word je als bedrijf als je steeds minder belasting hoeft af te dragen. Wat vervolgens de overheid dwingt om zichzelf af te slanken door bezuinigingen. Dat heeft ze de voorbije jaren dan ook enthousiast gedaan, vooral op gezondheidszorg, onderwijs, uitkeringen en cultuur.
Sommige mensen profiteren fors van die grotere concurrentiekracht: het aantal miljonairs in Nederland nam sinds 2006 met bijna 50% toe – jawel, in de jaren van crisis en bezuinigingen. Ook bedrijfswinsten namen fors toe. En daarmee de inkomensongelijkheid, en al die andere ongelijkheden die daar weer een gevolg van zijn.
‘Volgens de onderzoekers van het World Economic Forum is de vierde positie van Nederland te danken aan een infrastructuur van wereldklasse, een kwalitatief hoogstaande gezondheidszorg, een uitmuntend hoger onderwijs en een blijvende focus op innovatie.’ Zo staat het in het persbericht. Als je cynisch wil zijn, zijn die kennelijk zo goed dat we daar nog wel even op kunnen doorbezuinigen. Behalve die infrastructuur dan, want de handel moet wel bezorgd kunnen worden.
Ik wil best een voorspelling doen: als we nu alle werknemers naar huis sturen, de ziekenhuizen en de universiteiten sluiten en de belastingen afschaffen, dan staan we meteen met stip op plaats 1. Nee, dat is voor niemand goed, hoor ik iemand zeggen. Tja.
Peter van Vliet