Ooit was je fiets repareren de gewoonste zaak van de wereld. Maar het lijkt het erop dat ook fietsen het slachtoffer zijn geworden van de mantra: ze maken ze niet meer zoals vroeger.
Dat beweerde tenminste een Amerikaanse campagne, waarin fietsmonteurs fabrikanten opriepen om te stoppen met het produceren van “built-to-fail” budgetfietsen. Sommige van die fietsen gaan maar 90 uur mee, waarbij vitale onderdelen zoals frames en lagers letterlijk uit elkaar vallen.
De snelgroeiende markt voor e-bikes heeft niet alleen een onmogelijk te repareren budgetfiets opgeleverd, maar ook zijn eigen reparatie-dilemma: is het beter om e-bike-accu’s te vervangen of te repareren? En wat kunnen fietsers doen als er geen vervangende accu’s beschikbaar zijn?
Accu even duur als de hele fiets
Accupacks voor e-bikes vormen het meest waardevolle onderdeel van elektrische fietsen. Batterijen kunnen tussen de 300 en meer dan 1000 EUR kosten en kunnen tot 50% van de totale kosten bedragen. Maar batterijen moeten om de 2 tot 7 jaar worden vervangen zodra de stroomvoorziening begint te verminderen.
De batterijpakketten op e-bikes zijn samengesteld uit de batterijcellen, de behuizing en het batterij beheersysteem. Hoewel batterijcellen een standaardformaat hebben, zijn de batterijpakketten en beheersystemen afgestemd op fabrikanten en soms op specifieke fietsmodellen – wat reparatie en vervanging moeilijk maakt.
Net als bij consumentenelektronica zoals smartphones, kunnen niet-vervangbare of niet-repareerbare batterijen in fietsen en scooters leiden tot een kortere levensduur van het product, meer elektronisch afval, verlies van zeldzame materialen en onnodige uitgaven voor consumenten. Dat blijkt ook uit een recent rapport van de EEB, de campagne Right to Repair en het Institute for Industrial Environmental Economics van de universiteit van Lund.
Steeds meer kleine bedrijven in heel Europa bieden reparatiediensten voor batterijen aan. Ondertussen debatteren Europese wetgevers over de toekomstige EU-batterijverordening. Hoewel de meeste aandacht uitgaat naar accu’s van elektrische auto’s, staan ook e-bikes op de agenda. Een van de discussiepunten is of de accu’s van zogenaamde ‘lichte vervoermiddelen’, waaronder e-bikes en scooters, onder minimale reparatie- en vervangbaarheidseisen moeten vallen.
Repareren zou niet veilig zijn
De Belgische branchevereniging van de fietsfabrikant, CONEBI, heeft onlangs echter een position paper gepubliceerd waarin zij beweren dat het repareren van batterijen niet veilig is, zelfs niet voor onafhankelijke professionals, met het argument dat vanwege het ontbreken van een certificeringsproces de veiligheid van gerepareerde batterijen niet gegarandeerd zijn. Ze stellen ook dat het repareren van batterijen een beperkt milieuvoordeel oplevert. Over het algemeen moedigen ze mensen aan om in plaats daarvan nieuwe originele batterijen te kopen.
Reparatiebedrijven zeggen dat batterijpakketten in veel gevallen niet langer door de fabrikant worden geleverd, zodat sommige fietsers geen andere keuze hebben dan de hele fiets te vervangen. Ook kan een batterijstoring worden veroorzaakt door een schakelaar, waarvoor niet de gehele batterij hoeft te worden vervangen. In deze gevallen kan de batterij van je fiets repareren zowel hulpbronnen, afval als consumentenuitgaven besparen.
Het is tijd voor de industrie om te veranderen en het recht op reparatie te omarmen. Naarmate er jaarlijks meer e-bikes worden verkocht en de ecologische crisis heviger wordt, wordt dit een dringend probleem voor de consument en de planeet. Tussen 2019-2020 werden er in Europa 3 miljoen e-bikes verkocht, wat neerkomt op ongeveer 20% van alle fietsen die op het hele continent worden verkocht.
Aan de beleidskant is dit een geweldige kans voor besluitvormers om ambitie te tonen. De milieucommissie van het Europees Parlement stemt op 11 februari over amendementen op de batterijverordening. Ondertussen gaven de regeringen tijdens een recente bijeenkomst van de Europese Raad brede steun om lichte vervoermiddelen in de verordening op te nemen.