Als het aan de Rotterdamse wethouder Hamit Karakus ligt kunnen consumenten in de toekomst duurzame producten uitproberen in een nieuw themapark. Zo moet het mensen makkelijker worden gemaakt om te besluiten over de aanschaf van zonnepanelen, een kleine windmolen of een elektrische auto.
Hoe het themapark er precies uit komt te zien, is nog onbekend. Maar het wordt volgens de wethouder in ieder geval een soort winkelboulevard. Duurzame ondernemers kunnen er een concept-store openen waar consumenten zelf producten mogen testen en informatie kunnen krijgen over duurzaam leven.
Volgens Karakus zijn groene ondernemers nu nog onzichtbaar, weggestopt op anonieme bedrijventerreinen en bovendien te verspreid gehuisvest, waardoor groene consumenten in de praktijk vooral zijn aangewezen op internet en de gemiddelde klant niet in aanraking komt met groene producten. Voor een doorbraak bij het brede publiek is een bundeling van winkels op één goed bereikbare plek daarom cruciaal, denkt hij.
‘Een duurzame boulevard waar je producten kunt beleven zou uniek zijn in Nederland en voorzien in een behoefte’, zegt Karakus. ‘Als ik een nieuwe badkamer wil uitzoeken, ga ik ook graag naar één plek met meerdere aanbieders, zodat ik kan vergelijken en onderzoek kan doen naar de mogelijkheden. Dat geldt zeker voor ingewikkelde producten voor het opwekken van energie. Die bestel je niet even tussendoor op internet.’
Karakus ziet in een gethematiseerde winkelformule bovendien een nieuwe magneet voor de stad, vergelijkbaar met Woonboulevard Alexandrium. ´Het themapark kan mensen uit heel Nederland trekken, zeker als er iets te beleven valt en als consumenten weten wat ze daar precies kunnen verwachten’, zegt hij.
Toch is niet door de gemeente onderzocht of een thematische boulevard zal aanslaan bij groene consumenten. In Rotterdam zitten bovendien al ondernemingen waar mensen producten kunnen bekijken en uittesten, zoals het Innovatiecentrum Duurzaam Bouwen en het Elektrisch Vervoer Centrum. Maar volgens Karakus richten dergelijke bedrijven zich vooral op andere bedrijven en te weinig op consumenten.
Maurice van der Meer, oprichter en directeur van het Innovatiecentrum Duurzaam Bouwen, waar ongeveer 250 bedrijven innovatieve producten laten zien aan architecten, bouwers en ontwikkelaars, is verrast door het plan en de onderbouwing daarvan. ‘De wethouder is blijkbaar niet goed op de hoogte. We doen nu nog hoofdzakelijk business-to-business, maar we gaan ons steeds meer richten op consumenten, corporaties en op scholen. En we hebben vorige week net een nieuw huurcontract getekend voor tien jaar.’
Van der Meer heeft grootste plannen op de huidige locatie op de RDM Campus, nabij Heijplaat. De oppervlakte van het Innovatiecentrum neemt binnenkort toe met dertig procent en er komt een grote glazen pui in de historische loods. ‘We vergroten daarmee de allure en we gaan vanaf dat moment ook andere bedrijven ruimte aanbieden, zodat zij op één vloer binnen één one-stop-shopmodel in contact kunnen komen met klanten. Ook gaan we de boer op, bijvoorbeeld met een vestiging in het centrum van Rotterdam, zodat we voor consumenten beter te bereiken zijn. We zoeken daarnaast nadrukkelijk bewoners op in buurtcentra en bij vve-vergaderingen. Verhuizen naar een duurzaam themapark doe ik zeker niet.’
Volgens Van der Meer zou het logisch zijn als de gemeente Rotterdam juist de bestaande duurzame RDM Campus verder zou verbreden richting consumentenmarkt. Het idee voor een concurrerend duurzaam themapark staat als hersenspinsel in de kinderschoenen en kan wat Van der Meer betreft daarom nu nog zonder schade van tafel.
De formule voor het themapark moet zeker nader worden verkend en aangescherpt, erkent de wethouder. Rotterdam heeft bijvoorbeeld nog niet gepeild of ondernemers interesse hebben in een vestiging of verhuizing naar het park. Karakus: ‘Maar het is hoe dan ook dé toekomst om gebieden themagericht te ontwikkelen en om kleinere bedrijven te bundelen die in hetzelfde cluster actief zijn. Als overheid hebben wij de plicht om daarop het initiatief te nemen en de thema’s te benoemen. De ondernemers komen daarna vanzelf wel.’
Karakus wil het themapark zeker niet op de RDM Campus ontwikkelen, ver weg van alles, maar op een braakliggend terrein bij metrostation Capelsebrug, op de grens met Capelle aan den IJssel en goed te bereiken met auto en openbaar vervoer. Maar die gedroomde locatie is zeker geen uitgemaakte zaak. Het stadsbestuur van Capelle wil er liever een bioscoopcomplex laten verrijzen. Dat laatste ziet Karakus juist niet zitten vanwege een bioscoopontwikkeling op een steenworp afstand, bij winkelcentrum Alexandrium. ‘We willen Capelle graag helpen om een goede invulling te vinden voor het gebied bij Capelsebrug’, zegt Karakus. ‘Maar wel zonder hen als grote broer te overrulen.’
Is het plan van Karakus heimelijk een afleidingsmanoeuvre om een megabioscoop net over de gemeentegrens tegen te houden? Voor de Capelse wethouder Jouke van Winden is de komst van een duurzaam themapark in ieder geval slechts één van de vele ideeën, meldt diens woordvoerder Thomas Heesters diplomatiek. Er gaan ook stemmen op om het kavel te gebruiken voor een forse uitbreiding van het P&R-terrein bij het metrostation, weet hij. ‘We houden meerdere opties open om dit gebied in samenwerking met Rotterdam te ontwikkelen’, aldus Heesters. ‘Voor Capelle is duurzame bedrijvigheid er daar één van.’
Ivo Rodermans
Dit artikel dingt mee naar de prijs voor Beste Schrijftalent 2013. Stem via Facebook like en stuur het door via Twitter met #schrijftalent!