Gazprom heeft voor de verkoop van Noordpoololie haar oog laten vallen op raffinaderijen in Europa. Het Russische bedrijf is in gesprek met spelers op deze markt. De olie zal ondermeer afkomstig zijn van het platform waar de “Arctic 30” van Greenpeace werden gearresteerd.
Olieboringen in het noordpoolgebied zijn erg omstreden. Milieuverenigingen voeren aan dat de risico’s op een lek er veel groter zijn, de gevolgen moeilijker beheersbaar en de schade aan het kwetsbare ecosysteem potentieel enorm. Dat was ook de reden waarom Greenpeace er actie voerde.
Gazprom Neft, de oliearm van het Russische gasbedrijf, wil de ruwe olie uit het gebied nu verkopen op de internationale markt en is op zoek naar langetermijncontracten met Europese raffinaderijen. Dat liet Vadim Yakovlev van het management van Gazprom Neft woensdag weten op een persconferentie.
“Eerst zullen we de olie verhandelen op de spotmarkt. Later hopen we een vaste groep van aankopers te kunnen vormen, met bijvoorbeeld raffinaderijen uit noordwestelijk Europa, Nederland, Noorwegen, Groot-Brittannië”, zei hij.
Het olieveld Prirazlomnoye zal dit jaar naar schatting 6.000 vaten per dag produceren, en tegen 2021 zelfs 120.000 vaten per dag. Gazprom Neft rekent op termijn ook op productie in andere velden in het noorpoolgebied.
Prirazlomnoye kwam internationaal in het nieuws toen het Greenpeace-schip Arctic Sunrise werd geënterd door Russische veiligheidsdiensten. Greenpeace voerde actie bij het boorplatform van Gazprom om de risico’s van olieboringen in het noordpoolgebied aan de kaak te stellen.
Bij de operatie werden 28 activisten en 2 journalisten opgepakt. Ze werden aanvankelijk beschuldigd van piraterij, een straf waar maximaal 15 jaar gevangenisstraf op staat in Rusland. Na internationale kritiek werd de straf later afgezwakt, en dankzij een amnestiewet kwamen de zogenoemde “Arctic 30” uiteindelijk vrij.
Bron: IPS