In de uitzending van tegenlicht over de toekomst van duurzame energie werd recent een beeld gegeven van de snelheid waarmee duurzame energie zich ontwikkelt. Sinds kort is de prijs per kilowattuur zover gedaald dat deze concurrerend is met fossiele energie. Het effect daarvan is, blijkens de reportage, zichtbaar van Californië tot Abu Dhabi. In Nederland staat duurzame energie, in vergelijking met deze landen nog in de kinderschoenen. Hoe Nederland deze kinderschoenen zo snel mogelijk ontgroeit is op dit moment onderwerp van discussie.
In Pakhuis de Zwijger in Amsterdam werden op 14 en 15 maart twee bijeenkomsten georganiseerd over deze vraag. De eerste, georganiseerd door Trouw in het kader van de duurzame 100 serie, ging over de vraag of er in de toekomst nog ruimte is voor grote energiebedrijven. Indirect ging deze bijeenkomst vooral over de mogelijke vorm van een nieuw energiesysteem. De tweede bijeenkomst was een meet-up naar aanleiding van de uitzending van tegenlicht. Tijdens deze bijeenkomst werd teruggekeken op de oorzaken van het huidige achterblijven van Nederland bij deze transitie. Met deze terugblik werd vervolgens vooruitgekeken naar oplossingen voor de toekomst.
Richting voor de toekomst
De bijeenkomsten gaven geen kant en klaar plan maar wel een richting. Zo schetste Pallas Agterberg (Alliander) tijdens de bijeenkomst van Trouw een toekomst waarin Nederland 12.000 stroomleveranciers heeft die lokaal energie opwekken en delen. Energie wordt overdag opgewekt en opgeslagen in thuisbatterijen, in buurtbatterijen of in elektrische auto’s. Zo kan de variatie in energie over enkele dagen worden overbrugd. Met slimme software worden vraag en aanbod gereguleerd. Zomer en winter kennen respectievelijk een zonnepiek en een windpiek en kunnen daardoor seizoen fluctuaties opvangen. Jacqueline Kramer (USI) zag een rol voor de overheid in het creëren van een level playing field.
Spelregels voor deze nieuwe situatie bepalen en noodzakelijke investeringen zoals grootschalige opslag en windparken ondersteunen. Ook zal de overheid nieuwe machtsblokken die de markt verstoren moeten voorkomen. Arash Azami voegt daar tijdens de tegenlicht meet-up een andere dimensie aan toe. Hij stelt dat energie onafhankelijkheid op huishouden niveau inefficiënt is. Door op Europees niveau de verschillende netten open aan elkaar te knopen en de stuwmeren als batterijen voor energie surplus van wind en zon kan een veel grotere efficiëntie en gratis energie voor heel Europa worden verkregen.
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan met een donatie. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
Bedrijfsmodellen op de schop
De bedrijfsmodellen van bestaande energiebedrijven moeten daarbij op de schop om de perverse prikkel van meer inkomsten door hoger stroom- en gas gebruik eruit te halen. Nieuwe bedrijfsmodellen zoals dat van vandeBron passen beter bij deze nieuwe markt. Aart van Veller licht toe: Klanten worden lid van het bedrijf en betalen voor de stroom direct bij de leverancier. Daarmee is vandeBron een marktplaats voor vraag en aanbod en geen speler in de productie. Dit model wordt gedeeltelijk gekopieerd door Nuon (powerpeers) en Electrabel (Engie). Na enige discussie en opmerkingen bleef de noodzaak van grote bedrijven open. Ja er moeten windparken in zee worden aangelegd en grote investeringen worden gedaan maar dit zou ook kunnen gebeuren door nieuwe spelers die anders werken.
Energie in de vorm van elektriciteit is niet de enige opgave
Behalve stroom is energie ook nodig voor transport, warmte en industrie. Deze onderwerpen waren onderbelicht tijdens beide bijeenkomsten maar vormen wel ongeveer 70% van de energiebehoefte. Alleen aan warmtenetten werd enige aandacht besteed. Een warmtenet is een systeem van leidingen onder de grond waarmee restwarmte wordt vervoerd van industrie (afvalverbranding, koeltorens, servercentra) naar huishoudens en bedrijven. Nuon beheert een aantal van deze netten en legt ze op dit moment aan. De indruk bij zaal en panel bestond dat dit van een kant een goede ontwikkeling is die moet worden opgeschaald om kosten te drukken met meer warmte invoerende bedrijven enerzijds en meer afnemers anderzijds.
Anderzijds kleven er behoorlijk wat bezwaren aan omdat een warmtenet een grote investering vraagt die vervolgens terugverdiend moet worden. Een warmtenet vormt daarmee een legitimering voor afvalverbranding en kolencentrales. Deze bedrijven moeten dan blijven stoken om de restwarmte te produceren voor het net om de kosten eruit te halen waarmee de prikkel om naar duurzamere oplossingen te zoeken wordt gedempt of weggenomen.