De meeste mensen zullen afgelopen zomer niet hebben nagedacht over het verwarmen van hun huizen; onderzoekers van de TU Delft deden dat wel. De bij het geothermisch onderzoek betrokken wetenschappers hebben goede redenen om vooruit te kijken: het College van Bestuur van de TU Delft heeft een principebesluit genomen over de aanleg van een aardwarmtebron die voor geothermisch onderzoek kan dienen.
De overheid heeft besloten om in 2030 15 PJ (petajoule) energie op te wekken uit aardwarmte. Dat komt overeen met het energiegebruik van 300.000-500.000 huishoudens. Dit zou kunnen worden opgevoerd tot ongeveer 50 PJ in 2050, het energieverbruik van zo’n 1,5 miljoen huishoudens. Daarvoor moet dan wel bestaande technologie op korte termijn worden opgevoerd. Bovendien moet we onderzoeken hoe de opwekking van energie uit aardwarmte efficiënter kan en tegen lagere operationele en investeringskosten. TU Delft doet daarom onderzoek naar nieuwe materialen en innovatieve manieren om ondergrondse processen te monitoren. Onlangs kreeg de universiteit in het kader van het EPOS-NL-project ruim 5 miljoen euro van NWO voor wetenschappelijke apparatuur ten behoeve van een geothermische onderzoeksput.
Living Lab
Phil Vardon, universitair hoofddocent aan de afdeling Geoscience & Engineering, legt het idee achter de beoogde put uit: “Je kunt veel doen met laboratoriumwerk en modelleren, maar op een gegeven moment moet je onderzoeken wat er daadwerkelijk in de ondergrond gebeurt. We moeten onze modellen en theorieën controleren in een werkende geothermische put. Daarom kwamen we op het idee van een Living Lab, een geothermische put die niet alleen warm water produceert om onze gebouwen op de campus te verwarmen, maar die tegelijkertijd dient als onderzoeksinfrastructuur.” Het idee voor die geothermische put werd in 2008 gelanceerd door een groep studenten van de TU Delft als het Delfts Aardwarmte Project (DAP). Het project is inmiddels door de universiteit overgenomen, maar de Stichting DAP blijft een groot voorvechter van onderzoek, onderwijs en ontwikkeling op het gebied van geothermische energie aan de TU Delft.
Tijd
Het kunnen doen van metingen aan een werkende bron is de droom van alle geothermische onderzoekers. Maar om de wetenschappelijke doelen te bereiken en tegelijkertijd de continuïteit van de warmtevoorziening te waarborgen, is er behoefte aan goede samenwerking en planning, en duidelijke besluitvormingsinstrumenten. Het in kaart brengen van die verschillende belangen en verplichtingen was cruciaal aan het begin van het project en deze informatie zal de basis vormen voor de volgende fase. Een projectteam werkt momenteel aan de business case en de administratieve zaken die gepaard gaan met een infrastructuurproject waarbij veel gebouwen op de campus betrokken zijn. Er zijn nu grote stappen zijn gezet in de richting van een geothermische put op de campus, al vraagt een definitieve beslissing nog wat extra tijd. Die is nodig om de verschillende vergunningen te verkrijgen en de huidige ontwerptekening om te zetten in een gedetailleerd technisch ontwerp.
Duurzame warmte
De geothermische bron zal eerst de gebouwen op de campus zelf van warmte voorzien. In de toekomst kan dan onderzoek worden gedaan naar eventuele uitbreiding van het warmtenet. De TU Delft is er trots op te werken aan een duurzame campus. De universiteit voorziet al voor een deel in haar eigen elektriciteit via zonnepanelen op TU-gebouwen en koopt verder groene stroom in, afkomstig van een offshore windpark. Het verwarmen van de gebouwen op de campus met geothermische energie zou een grote stap betekenen in de richting van volledige CO2-neutraliteit.
Duurzaam beleggen
Aardwarmte is een duurzame bron voor warmte met een stabiele kosten- en opbrengstenbalans. De opbrengst is niet afhankelijk van weersinvloeden of andere snel variërende factoren. Dat maakt aardwarmte interessant voor duurzaam beleggen in regionale projecten.