Het aantal deelnemende bedrijven dat volledig voldoet aan de proceseisen rond maatschappelijk verantwoord ondernemen, is fors gegroeid van 5 naar 36. Er zijn nu meer dan 5.800 locaties in beeld waar kleding en textiel wordt geproduceerd. Dit staat in de jaarrapportage 2019 van het Convenant Duurzame Kleding en Textiel.
In de jaarrapportage 2019 staat een overzicht van de bereikte resultaten aan de hand van feiten & cijfers en een reeks interviews met betrokkenen over negen thema’s, waaronder leefbaar loon, kinderarbeid en dierenwelzijn. Het Convenant Duurzame Kleding en Textiel brengt veel partijen en bedrijven samen met als doel internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen in de kleding- en textielketen te bevorderen. Het marktaandeel van de deelnemende bedrijven is ongeveer 40 tot 45 procent.
Schone Kleren Campagne (SKC) en SOMO stellen dat verslaglegging van bedrijven aangesloten bij het Convenant Duurzame Kleding en Textiel over maatschappelijk-verantwoord ondernemen in internationale toeleveringsketens zwaar onder de maat zijn.
Het Convenant is onderdeel van een door de Nederlandse overheid gestimuleerd stelsel van convenanten per bedrijfssector, waarbij wordt gekeken hoe de sector duurzamer kan opereren over de grenzen heen. Het doel van het Convenant is om misstanden – zoals gevaarlijke werkomstandigheden, kinderarbeid, en hongerlonen – aan te pakken en te voorkomen. Dat is broodnodig omdat dit soort problemen aan de orde van de dag zijn in internationale toeleveringsketens.
Het Convenant verlangt van aangesloten bedrijven dat zij rapportages aanleveren die hun inspanningen beschrijven om misstanden in kaart te brengen en te verminderen. SKC en SOMO bekeken 34 van die rapportages en beoordeelden in hoeverre ze overeenkomen met internationaal overeengekomen standaarden.
Risico’s, transparantie, klachtenmechanisme en dialoog
Uit de analyse blijkt dat bijna alle bedrijven rapporteren over mensenrechtenrisico’s op landenniveau. Helaas blijkt dat slechts de helft ingaat op specifieke problemen in de fabrieken waarmee zij werken.
Ook schort het aan duidelijke informatie over wat de bedrijven doen om problemen in hun productieketens aan te pakken en tot verbetering te komen. De meeste bedrijven blijken niet of nauwelijks het gesprek aan te gaan met arbeiders in hun toeleveringsketens. Blijkens de rapportages doen convenant-bedrijven te weinig om arbeiders, vakbonden en andere belanghebbenden uit te leggen waar ze terecht kunnen in het geval van klachten. Tenslotte verstrekken maar weinig bedrijven specifieke informatie over fabrieken op hun websites, zoals bijvoorbeeld de namen en adressen.
Willemijn Rooijmans, onderzoeker bij SKC: “De resultaten vielen ons tegen. Eigenlijk doet geen enkel merk het helemaal goed. Er ontbreken essentiële onderdelen van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen in de rapporten van de kledingmerken.”
Gebrek aan actievoor een leefbaar loon en vrijheid van vakvereniging
Het Convenant wil voortgang boeken op twee belangrijke sectoronderwerpen: vrijheid van vakvereniging (het recht om vakbonden op te richten) in fabrieken en leefbaar loon. Hoewel het belang van deze kwesties algemeen wordt erkend door bedrijven, toont het onderzoek een gebrek aan concrete acties op deze twee thema’s.
Verplichtingen vastleggen via de wetgeving
De overheid evalueert op dit moment het convenantenstelsel en trekt afhankelijk daarvan conclusies over de te nemen maatregelen.
Op 17 juni dienden ChristenUnie, GroenLinks, PvdA en SP een initiatiefnota in, die de regering oproept om in Nederland een wettelijke ondergrens voor maatschappelijk-verantwoord ondernemen in te voeren. SKC en SOMO zijn blij met dit initiatief.
Met de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 in aantocht roepen SKC en SOMO ook andere politieke partijen op om hun standpunt te bepalen over IMVO en duidelijke taal hierover op te nemen in hun verkiezingsprogramma’s.