In korte tijd is #vliegschaamte een bekend begrip geworden. Het begon in Zweden, waar bekende Zweden die regelmatig vlogen publiekelijk aan de schandpaal werden genageld onder vermelding van de term ‘flygskam’.
Het woord wordt in het Nederlands volgens mij wat anders gebruikt, meer als de schaamte die je zelf ervaart bij het boeken of nemen van een vlucht, omdat je weet dat je daarmee bijdraagt aan een enorme CO₂-uitstoot. Je vertoont immoreel gedrag tegen beter weten in, misschien wel zelfs tegen je eigen idealen in, en dat leidt tot de zelfbewuste emotie schaamte. Vliegschaamte.
Schrikken
Toen ik onlangs eens de uitstoot van mijn eigen vlieggedrag berekende, schrok ik enorm. Ik telde de vliegreizen sinds het moment dat ik met zakgeld of salaris vliegtickets kocht, plus die ene keer met mijn ouders, en kwam uit op een gemiddelde van zo’n 2,5 (enkele) vliegreizen per jaar, met in totaal grofweg 25 ton CO₂-uitstoot van toen tot nu tot gevolg. En daar zaten bestemmingen tussen waarvoor minder milieubelastende alternatieven zijn om er te komen binnen acceptabele tijdspanne. Als ik het internet moet geloven is die totale uitstoot vergelijkbaar met die van een dieselauto die 150.000 kilometer rijdt. Om dat te compenseren moeten 1.250 bomen een jaar lang groeien. Deze rekensom leidde bij mij wel tot enige schaamte, dus die emotie herken ik wel. Maar eigenlijk leidde het nog meer tot een wens om de schade te herstellen. Hoe kan ik dit nog goedmaken?
Uit de jaarlijkse analyse van de carbon footprint van de Nederlandse vakantieganger door Breda University of Applied Sciences, bleek afgelopen jaar dat de CO₂-emissies van reislustige landgenoten zo’n 10 procent van de totale Nederlandse emissies vormden. Ouch. Een pijnlijke realisatie dat ik hier met mijn eigen toeristische uitspattingen aan heb bijgedragen. Het schijnt bovendien dat 2 procent van de wereldwijde CO₂-uitstoot komt van de luchtvaart. Dat percentage zal alleen maar toenemen, aangezien de wereldbevolking groeit en de welvaart stijgt. Sterker nog, de verwachting is dat de luchtvaart in 2050 de belangrijkste veroorzaker is van de wereldwijde CO₂-uitstoot. Het lijkt mij daarom heel goed als er een trend ontstaat die helpt deze zorgelijke ontwikkeling af te remmen. Maar of dat zo’n negatief frame van schaamte moet hebben, betwijfel ik.
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan als ondersteunend lid. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
De pijn verzachten
Gelukkig zijn er manieren waarmee je de pijn van het vliegen kunt verzachten, die mensen ook steeds meer ontdekken. Want wil je toch heel graag die ene droombestemming bezoeken, dan kan je de bijbehorende CO₂-uitstoot van de retourvlucht compenseren. Bijvoorbeeld door te investeren in natuurbeschermingsprojecten, zoals herbebossing of het adopteren van een stuk regenwoud. Of je koopt CO₂-rechten die je door Carbonkiller laat vernietigen, om zo de prijs van emissierechten op te drijven en zo het emissiehandelssysteem aan te scherpen. Je kunt er ook voor kiezen om de reis te compenseren door geen vlees meer te eten. Ook al verandert er niets aan de daadwerkelijke hoeveelheid CO₂-emissies van je vlucht, in ieder geval draag je op dat soort manieren indirect óók bij aan natuurbeheer, -behoud en -bescherming, of minder CO2 -uitstoot in z’n algemeenheid. En door er überhaupt mee bezig te zijn word je vanzelf bewuster van de keuzes die je in de toekomst maakt (of laat).
De Zweedse milieupsycholoog Patrik Sörqvist zegt dat compenseren voor het vliegen een averechts effect zou hebben. Door hun schuldgevoel op deze manier af te kopen, zo stelt de psycholoog, kunnen mensen met geld juist blijven doen wat slecht is voor het milieu. Daarmee houd je volgens Sörqvist niet-duurzame beslissingen juist in stand. Ik snap zijn punt, en natuurlijk heeft hij gelijk: wie het klimaat niet wil belasten, kan beter helemaal niet het vliegtuig pakken. Maar aangezien we dit toch massaal doen (de verwachting is zelfs dat de vraag naar luchtverkeer voorlopig alleen maar blijft toenemen), dan kan je toch beter de uitstoot compenseren dan er überhaupt verder niet over nadenken? Als compensatie het antwoord is op vliegschaamte, dan denk ik: lekker blijven schamen. Maar in het doen van een moreel appel geloof ik niet zo. En al helemaal niet in het uiten van morele afgunst, zoals het kennelijk in Zweden gaat.
Niet blindstaren op bewustwording
Je hoort gelukkig steeds vaker verhalen over mensen die minder vliegen en daar anderen toe willen inspireren, om zo de luchtvaartgroei te beperken. Ik vind het een geruststelling dat steeds meer mensen er bewuster mee om gaan dan, zeg, 10 jaar geleden. Maar of dat nu komt door de emotie schaamte, of samenhangt met een oproep van anderen om je moreel te gedragen… Want vooralsnog lijkt er weinig vliegschaamte af te lezen aan de vakantieplannen van de gemiddelde Nederlander voor de zomer van 2019. Van de overheid hoeven we het ook niet te hebben, moet ik helaas constateren. Een kleine nationale belastingheffing op kerosine, waarvan is aangetoond dat het uitstoot zou schelen en de economie als geheel niet schaadt, komt er pas in 2021. En niet van harte, want eigenlijk wil het kabinet liever dat de burger “bewuster wordt van de gevolgen van al zijn luchtreizen voor de planeet.”
De belangrijkste les die ik leerde over gedragsbeïnvloeding is dat je je in ieder geval niet moet blindstaren op bewustwording. Net als dat de klassieke theorie van ‘kennis, houding, gedrag’ (het opdoen van kennis over een onderwerp zou leiden tot het aanpassen van je houding ten opzichte daarvan, wat weer kan leiden tot gedragsverandering) allang omver is geworpen door de gedragswetenschappers van nu. Erkennen dat je je schaamt lijkt me een vrij bewust proces, het desondanks kopen van een vliegticket ook. En mensen wéten inmiddels allemaal prima dat uitlaatgassen van vervoersmiddelen schadelijk zijn. Dat leidt echter nog niet automatisch tot het mijden van dat vervoer. Nee, bewustwording over de gevolgen van vliegen, noch schaamte voor je eigen aandeel daarin, lijken me daarom niet genoeg voor een verandering van ons massale vlieggedrag.
Wat werkt dan wel?
Ben je zelf bereid om minder te vliegen, doe je dat dan ook? Met andere woorden, gedraag je je consistent met je voornemens? Durf je dan ook publiekelijk aan dat voornemen te committeren. Niet door alleen te vertellen dat je je schaamt, maar door ook daadwerkelijk voor je eerstvolgende vakantie een treinticket te boeken. En deel dan vooral je positieve ervaringen met anderen. De sociale psychologie wijst namelijk uit dat mensen sneller bereid zijn om hun gedrag aan te passen als anderen het ook doen. Dus heb je een positieve ervaring met een internationale treinreis? Ben je met een groep vrienden gaan road trippen in Europa? Deel het dan vooral met de wereld. Vertel erover op feestjes, schrijf er een blog over, en deel je vrolijke selfies op sociale media. En benadruk de haalbaarheid van zo’n prachtvakantie dichterbij huis, van je avonturen binnen Europa en het feit dat een vlucht daar niet voor nodig was. Bleek de treinrit boeken een fluitje van een cent? Of verrassend goedkoop? Laat zien dat het kan. Ben je met een elektrische auto over de grens gegaan? Deel je route langs de laadstations, en vertel wat een lol het je opleverde. En heb je succesvol virtueel deelgenomen aan een buitenlandse conferentie? Vertel erover aan je collega’s. (Of aan je baas, want werkgevers van Nederland mogen ook wel eens aan de slag met een duurzaam reisbeleid.)
Dus: laten we het vliegtuig mijden in een positief frame zetten. En laat het een trend worden, zodat steeds meer mensen de vliegloze reis als de norm gaan zien en we het juist ongewoon gaan vinden als mensen niet-duurzaam op vakantie gaan, of voor een zakelijke afspraak de wereld over vliegen. Het alternatief is namelijk haalbaar, betaalbaar, eenvoudig te regelen en ontzettend leuk. Let’s go!
Wendela Waller
Wendela is ambassadeur en lid van de Raad van Advies van de Klimaat- en Energiekoepel en werkt bij TKI Urban Energy.