Natuurlijk is 1 januari ook maar een van die willekeurige 366 dagen van het komende jaar. Maar de symbolische grens die door die datum wordt gemarkeerd maakt iets los in mensen dat hun hongerig maakt naar de toekomst; naar weten wat er gaat gebeuren.
Waarzeggers, weervoorspellers en economen verdienen er hun brood mee. En ook in steeds toenemende mate de beroepsgroep van de trendwatchers, de trendvoorspellers en de futuristen. Die hebben zichzelf de nobele taak toegedicht om kaas te maken van steeds snellere ontwikkelingen in een steeds complexere samenleving.
Naarmate het klimaat warmer, het weer wilder en de grondstoffen schaarser worden, speelt duurzaamheid een steeds nadrukkelijker rol in de mogelijke beelden van de toekomst. Dat kon je bij voorbeeld zien tijdens de uitreiking van de Twoty-awards, de prijzen voor de Trendwachters of the Year.
Je zou een aantal voorziene trends kunnen samenvatten onder het kopje “return to human dimensions” – de terugkeer van menselijke maat. Zoals bij trendwatcher-of-the-year Guido van de Wiel, die een samenvloeien voorziet van technologie, duurzaamheid en emotie, wat hij samenvat met de tagline: van duurzaam naar dierbaar. We bewegen weg van de kille techno-gedreven maatschappij en gaan technologie inzetten om samen met elkaar meer mens te kunnen zijn.
In die beweging van standaardisering naar personalisering ziet hij kansen ontstaan voor persoonlijke dieten die zijn afgestemd op je genprofiel. Wat gezond is voor de een, hoeft dat nog niet te zijn voor een ander, is de gedachte. Of voor medicijnen die kwaadaardige cellen herkennen, en alleen die weefsels elimineren, in plaats van alles vernietigende chemoterapie. In die zelfde lijn denkend kun je je een telefoon voorstellen die jou herkent op basis van je hartslag, je handprofiel en de manier van vasthouden. Beveiliging op basis van een combinatie van super-persoonlijke elementen.
Een vertaling van die trend die iets minder high-tech is, en die ik al een tijdje zie aankomen is de verbinding van lokale producenten en afnemers van bij voorbeeld voedingsproducten in virtuele markten met bijbehorende bezorging, zoals de Hofwebwinkel dat bij voorbeeld al een tijd doet. Wie zullen steeds vaker zien dat technologie juist in een lokale economie helpt om een optimale omvang voor een onderneming te bereiken, die de voordelen van schaal en lokaal verenigt
Als trendwatcher trekt Guido vooral lijnen vanuit vandaag, naar een toekomst die om de hoek ligt. Futuristen daarentegen storen zich niet zo aan de werkelijkheid van vandaag. Die kijken ver vooruit en associëren vrij op wat er ooit mogelijk en wenselijk zal zijn. Rachel Armstrong, futurist van het jaar, is zo iemand. Haar denkmodel noemt ze ‘Black Sky Thinking’ en ze wil er houvast mee bieden om heel anders om te gaan met complexiteit en risico, dan we nu doen.
Black Sky Thinking moet ons losmaken van het aangeleerde deterministische denken. Dat denken begon ooit lineair: een gebeurtenis wordt opgevolgd door een beperkt aantal mogelijke ontwikkelingen. Zoals in: je maakt een vuurtje en krijgt het warm. Als je te dicht bij komt verbrand je je neus, en als je het niet netjes uit maakt verbrandt een deel van het bos. Je hangt er een pot boven en het water gaat koken.
Naarmate de samenleving complexer werd, ontwikkelde het simpele lineaire denken zich tot “Blue Sky Thinking”, waarin we op basis van het oorzaak-gevolg principe op zoek gaan naar nieuwe kennis, die weliswaar voorbij de grenzen van het bekende ligt, maar wel moet voldoen aan vooraf vastgestelde criteria. Zo hebben we het vuurtje weten te vervangen door kernenergie. In die manier van denken worden onvoorziene gebeurtenissen vooral als risico gezien, omdat ze voorziene uitkomst van het proces (die al min of meer vast lag) veranderen. Risico’s zijn gebeurtenissen die verwachte uitkomsten in de weg staan en zo negatief zijn voor alle maatregelen die al zijn voorbereid met het oog op die uitkomst. Maar door de focus op het uitsluiten van risico’s missen we kansen op onvoorziene oplossingen. Het blijft bij vooruitzien met de kennis van vandaag.
De term Black Sky Thinking komt uit de ruimtevaart en wordt gebruikt om projecten te beschrijven die plaatsvinden aan de grenzen van onze kennis, en waarin onvoorspelbare ontwikkelingen een positieve rol spelen. Onvoorziene fenomenen zijn daarin de kansen om tot een volgend niveau te komen, in plaats van risico’s die voorspelbare uitkomsten in de weg staan. Een voorbeeld van een Black Sky project is Persephone, de ontwikkeling van een zelfvoorzienend ruimtestation. Het project dient vooral als model om nieuwe manieren te vinden om de huidige ecologische crisis te keren.
Black Sky is bij uitstek het domein van levende systemen, of systemen die zijn gebaseerd op zelfontwikkeling. Denk daarbij aan biomimicry, een ontwerpmethode met de natuur als uitgangspunt. Dat het hier om meer gaat dan een abstracte denkoefening laat het project van Armstrong in Venetië zien. Die stad zinkt langzaam weg op rottende houten palen waarop ze is gebouwd, in de stijgende zee. Armstrong en haar team onderzoeken nu de toepassing van protocellen die kalk afscheiden, en die zich van het licht af kunnen bewegen. Door die combinatie van eigenschappen kunnen ze zich op de funderingspalen afzetten en er als het ware een natuurlijke betonnen omhulsel omheen groeien. En je kunt er ook een rif mee laten groeien dat het wassende water tegenhoudt.
Een veelgehoorde uitspraak die wordt toegedicht aan Albert Einstein zegt zoveel als dat we nieuwe problemen niet met oude oplossingen kunnen bestrijden. Net zo goed moeten we voorkomen dat nieuwe oplossingen tot nog nieuwere problemen gaan leiden. Dat kunnen we doen door nu al voldoende ruimte te laten voor de kennis van morgen. Goed kijken naar de natuur helpt ook, want ze vernieuwt zichzelf voortdurend op onze groene stip in een eindeloos zwarte ruimte. Is zwart het nieuwe groen?
Peter van Vliet