Het aantal Nederlanders dat het ermee eens is dat huishoudens gaan stoppen met het gebruik van aardgas is het afgelopen jaar vrijwel stabiel gebleven, van 58 naar 57 procent. De zorgen, met name over de kosten, nemen toe. Dat blijkt uit onderzoek van Stichting HIER klimaatbureau onder 2.040 respondenten.
Ruim driekwart (76%) van de Nederlanders is inmiddels op de hoogte van de plannen van de Nederlandse overheid om te stoppen met het gebruik van aardgas voor de verwarming van woningen en gebouwen. In juni 2017 was dit nog 51 procent. De belangrijkste redenen die voorstanders aangeven zijn het klimaatprobleem, ‘Rusland’ de aardbevingen in Groningen en het feit dat het gas opraakt. De tegenstanders zijn met 29 procent veruit in de minderheid. Het aantal mensen dat opziet op tegen de kosten steeg wel van 35% in 2017 naar 47% dit jaar.
Susanne van Suylekom, programmamanager van HIER verwarmt bij het HIER klimaatbureau: “Je ziet dat veel meer mensen weten dát we gaan stoppen met aardgas, en zich tegelijkertijd vaker zorgen maken om de hoge kosten die daaraan verbonden zijn. Deze zorg is terecht. Mensen zijn beter geïnformeerd en weten dat de kosten al snel in de tienduizenden euro’s lopen. Goede regelingen voor financiering zullen daarom onontbeerlijk zijn. Het is wel zeer hoopgevend om te zien dat ondanks die zorgen, het draagvlak gelijk is gebleven.”
Warmtepompen
Elektrische oplossingen, zoals warmtepompen, zijn wederom op het eerste gezicht het meest populaire alternatief voor aardgas. 28% van de ondervraagden leek deze optie het meest aantrekkelijk. 17% zou kiezen voor een warmtenet en 8% voor biogas.
Van Suylekom: “We moeten ons realiseren dat een individuele oplossing zoals een warmtepomp niet in alle gevallen het meest optimale en goedkope alternatief is. Dat is van buurt tot buurt verschillend. Een wijkproces om te komen tot de beste oplossing is daarom cruciaal.”