Een duurzaam beheer en efficiënt gebruik van natuurlijke hulpbronnen realiseren tegen 2030, zo luidt SDG12. De internationale gemeenschap rekent daarbij op de goodwill van multinationals. Maar die vrijwilligheid volstaat niet, zegt Wies Willems, beleidsmedewerker natuurlijke rijkdommen bij Broederlijk Delen. “Het is tijd voor een zorgplicht rond mensenrechten en milieu.
Ons productie- en consumptiemodel botst op ecologische grenzen. Tussen 1970 en 2017 nam volgens het International Resource Panel van de Verenigde Naties de totale jaarlijkse extractie van materialen wereldwijd toe van 27 naar 92 miljard ton – een verdrievoudiging. Grondstoffen zijn niet oneindig beschikbaar, en dus moeten we op zoek naar oplossingen.
Europa draagt een grote verantwoordelijkheid: het is een rijk continent met een European way of lifedie een enorm beslag legt op de natuurlijke rijkdommen van de hele planeet. Met de aangekondigde Green Deal komt het grondstoffenprobleem hoog op de Europese agenda. De nieuwe Commissie gaat voluit voor een circulaire economie, en dat is uiteraard goed nieuws. Het Europees Milieuagentschap waarschuwde in haar recente rapport over de toestand van het milieu nog dat we onze productie- en consumptiepatronen drastisch moeten herzien.
Spreidstand
Maar met haar grondstoffenbeleid staat de Europese Unie in een lastige spreidstand. Enerzijds wil de EU inzetten op zogenaamde “grondstoffensoevereiniteit”. Naast de uitbouw van een circulaire economie (door slimmer productdesign, hergebruik en recyclage, deelsystemen), wordt er ook hardop nagedacht over het openen van nieuwe mijnen op het eigen grondgebied, van Portugal tot Finland.
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan als ondersteunend lid. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
Aan de andere kant spelen harde geopolitieke belangen. Europa blijft vooralsnog volop grondstoffen uit andere continenten importeren. De energietransitie zal de vraag naar bepaalde zeldzame aardmetalen en mineralen zoals lithium en kobalt bovendien doen toenemen (denk aan windturbines en accu’s voor elektrische wagens). De EU wil die toegang tot grondstoffen verzekeren via economische diplomatie en handelsverdragen.
Dat de ontginning van grondstoffen, vooral in het Zuiden, al te vaak gepaard gaat met schendingen van mensenrechten en vernieling van het leefmilieu, is bekend: landroof, negeren van het recht op voorafgaande toestemming, uitputting en vervuiling van waterbronnen, moorden op inheemsen en boerenleiders. Die wanpraktijken doen zich niet alleen voor bij de ontginning van olie, steenkool, gas of goud. Ook de ketens van “transitiemineralen” zoals lithium en kobalt zijn problematisch.
Te vrijblijvend beleid
De macht in de grondstoffensector is sterk geconcentreerd bij een aantal grote bedrijven. Hun handelsketens zijn complex en omspannen de hele wereld. Wanneer wanpraktijken plaatsvinden, blijven die vaak straffeloos: enerzijds door ontoereikende nationale wetgeving (of gebrekkige toepassing ervan), maar anderzijds ook door het gebrek van een effectief internationaal beleidskader.
Als sluitstuk van een verantwoord grondstoffenbeleid is het dan ook cruciaal om bedrijven op internationaal niveau strenger te reguleren. Ondernemingen die grondstoffen ontginnen, verhandelen en aankopen, moeten verantwoordelijk gesteld worden voor het voorkomen en aanpakken van mensenrechtenschendingen en milieuvervuiling, doorheen hun hele handelsketen en alle filialen. Bovendien moeten slachtoffers van wanpraktijken toegang krijgen tot rechtspraak en remediëring.
SDG12 wil in dit verband de bedrijven “aanmoedigen” om duurzame praktijken aan te nemen (in het bijzonder “grote en internationale bedrijven”). Maar het beleid moet dwingender. De bestaande, niet-bindende kaders van de VN en de OESO rond respect voor mensenrechten en milieu bij bedrijfsactiviteiten blijken volgens talrijke studies te vrijblijvend en leiden in de praktijk onvoldoende tot verandering.
Naar een zorgplicht voor bedrijven
De EU moet dan ook een voortrekkersrol spelen en werk maken van een overkoepelende zorgplicht voor bedrijven op het vlak van milieu en mensenrechten. Voor de handelsketen van minerale grondstoffen zette de EU al een belangrijke eerste stap, met wetgeving voor vier zogenaamde “conflictmineralen” (tin, tantaal, wolfraam en goud): de regulering verplicht bepaalde EU-bedrijven ertoe om deze grondstoffen vanaf 2021 uit verantwoorde bronnen in te voeren en erop toe te zien dat hun toeleveringsketens niet bijdragen tot de financiering van gewapende conflicten en ernstige mensenrechtenschendingen.
De tijd is rijp om deze zorgplicht uit te breiden naar alle grondstoffen. De Green Deal zal immers pas echt bijdragen tot een duurzame omgang met natuurlijke hulpbronnen, als het beleid ook vanuit mondiaal perspectief rechtvaardig is. De debatten rond wetgevende initiatieven in landen als Frankrijk, Noorwegen, Duitsland en Zwitserland bieden inspiratie, net als de recente ontwikkelingen in de cacaoketen – waarbij overigens grote bedrijven zelf opriepen tot strengere regels. Waar wacht de EU nog op?