2013 was het op drie na warmste jaar sinds het begin van de satellietmetingen, blijkt uit een nieuwe analyse. Sinds het begin van de satellietmetingen eind jaren zeventig waren alleen 1998, 2010 en 2005 warmer, berekende John Christy, klimaatwetenschapper van de Universiteit van Alabama in het Amerikaanse Huntsville. Acht jaren uit deze top tien dateren van de laatste tien jaar.
De temperaturen weken vorig jaar het sterkst af in het noordelijke deel van de Stille Oceaan en Antarctica. Daar lag het jaargemiddelde 1,4 graad Celsius hoger dan normaal.
Er waren ook kleinere gebieden waar het kouder was dan het gemiddelde voor de laatste dertig jaar, onder meer het centrum van Canada, waar het 0,6 graden kouder was.
Voor zijn analyse maakte John Christy gebruik van metingen door satellieten van de Amerikaanse klimaatdienst NOAA en de NASA. Het gaat om metingen voor bijna alle regio’s op aarde, ook afgelegen woestijn-, oceaan- en regenwoudgebieden waarvoor anders geen andere betrouwbare klimaatdata voorhanden zijn.
De satellieten meten de temperatuur van de atmosfeer vanaf het aardoppervlak tot een hoogte van 8 kilometer.
Extreem weer
Tot de zichtbaarste gevolgen van de klimaatverandering behoren de extreme weerfenomenen. Die veroverden vorig jaar een vaste plek in de nieuwsberichten. Van overstromingen en stormen tot bosbranden en droogte: extreem weer dreef steeds meer mensen op de vlucht en kostte de economie miljarden.
De zwaarste storm was Haiyan op de Filipijnen. Nooit eerder werden bij een storm die aan land kwam, zulke hoge windsnelheden gemeten.
De klimaatverandering had vorig jaar ook zware gevolgen voor de oceanen, met opnieuw sterk smeltend noordpoolijs, een almaar stijgende zeespiegel, verzuring en methaanuitstoot.
En ook 2014 is al weer extreem begonnen, met all-time kouderecords in de VS en een januari-hittegolf in Noordwest Europa.
Bron: IPS