
De COP30-onderhandelingen komen in de eindfase niet verder dan een verhaal zonder een enkele verwijzing naar fossiele brandstoffen. Als reactie kondigen de regeringen van Colombia en Nederland aan dat zij samen de Eerste Internationale Conferentie over de Rechtvaardige Transitie Weg van Fossiele Brandstoffen zullen organiseren. De aankondiging werd gedaan door de Colombiaanse minister van Milieu, Irene Vélez Torres, en de Nederlandse vicepremier en minister voor Klimaatbeleid, Sophie Hermans, tijdens een persconferentie in Belém.
De conferentie vindt plaats op 28 en 29 april 2026 in de havenstad Santa Marta in Colombia, een belangrijk exportpunt voor steenkool. Daarnaast hebben landen uit de Pacifische regio toegezegd later een vervolgconferentie te organiseren om de uitkomsten verder te brengen.
Sophie Hermans: “Er is duidelijk momentum om fossiele brandstoffen af te bouwen, en nu is het moment om dat om te zetten in actie. We moeten beginnen met het concreet vormgeven van wat die afbouw betekent, en een routekaart opstellen die ons in staat stelt het oude achter ons te laten en ruimte te maken voor het nieuwe.”
Internationale samenwerking
De conferentie wil internationale samenwerking bevorderen rond de overgang weg van fossiele brandstoffen. Dat zou het Akkoord van Parijs moeten versterken en aansluiten bij het recente advies van het Internationaal Gerechtshof. Dat bevestigde dat staten een wettelijke verplichting hebben om het klimaat te beschermen, ook door fossiele brandstofproductie, vergunningen en subsidies aan te pakken.
Dat de top wordt gehouden in een grote kolenhaven, in het vijfde grootste steenkoolproducerende land ter wereld, is symbolisch: landen die sterk afhankelijk zijn van olie, gas en kolen willen die afhankelijkheid doorbreken, maar een eerlijke transitie vereist ongekende internationale samenwerking zodat niemand wordt achtergelaten. En daar zit ook precies de pijn.
De Belém-verklaring in perspectief
De aankondiging ging gepaard met de “Belém Declaration on the Just Transition Away from Fossil Fuels”, die wordt gesteund door 24 landen. Maar zes daarvan zijn nieuw: Australië, België, Costa Rica, Denemarken, Nederland en Spanje. De andere, waaronder mede-initiatiefnemer van de conferentie Colombia, waren al lid van het Fossil Fuel Non Proliferation Treaty Initiative dat in 2020 werd opgericht door een groep eilandstaten uit de Stille Oceaan. Samengevat: van de 197 deelnemende landen aan COP30 vonden 80 landen dat er iets over ‘het wegbewegen van fossiele brandstoffen’ in de slotverklaring zou moeten worden gezegd. Onder aan de streep blijven er dan zes nieuwe landen over die daadwerkelijk een initiatief steunen om verder te praten over het uitfaseren van fossiel. Zonder enige macht of kracht om ook maar iets concreets voor elkaar te krijgen. Saillant detail: Nederland organiseert wel mede een conferentie, maar heeft het non-proliferatie verdrag dat er aan ten grondslag ligt, nog steeds niet getekend….
De conferentie wil dienen als platform voor dialoog tussen overheden, experts, inheemse volkeren, Afro-afstammelingen, maatschappelijke organisaties, industrie en wetenschap. Doel is om eerlijke, uitvoerbare paden te verkennen voor een duurzame en inclusieve energietoekomst. Het uiteindelijke doel: een geplande, rechtvaardige en structurele afbouw van fossiele brandstoffen en een fundamentele omslag in het mondiale sociaaleconomische model. Het klinkt mooi. Maar als dit het hoogst haalbare is in het voorkomen van klimaatrampen, dan is het tijd om je op het ergste voor te bereiden.
Blijf op de hoogte met de nieuwsbrief. Meld je hier aan.
( Je kunt ons ook steunen door lid te worden of te doneren )

