Kernenergie blijft de gemoederen bezighouden. Bijna iedereen heeft er een uitgesproken mening over, terwijl maar weinig mensen op de hoogte zijn van alle feiten (en fabels). Neem nou Arjen Lubach, die onlangs het vuurtje opstookte met een satirisch bedoeld programma vol met halve feiten. Daarmee zette hij veel mensen op het verkeerde been.
Duurzaamnieuws maakte een overzicht van feiten en bronnen waarmee je beter geïnformeerd kunt besluiten of je nu voor of tegen bent en je de discussie kan aangaan op basis van meer kennis.
Waarom opnieuw discussie
De directe aanleiding voor de hernieuwde aandacht voor kernenergie is het meest recente rapport van de IPCC, de klimaatonderzoekers van de Verenigde Naties. Daaruit blijkt dat het beperken van de opwarming van de Aarde nog kritischer is dan we al dachten. Dus moeten we sneller veel minder CO2 uitstoten, eigenlijk per direct.
Het IPCC onderzocht een aantal scenario’s met aan de ene kant de maatregelen die nodig zijn om de opwarming tot 1,5 graag te beperken, en aan de andere kant de mate van opwarming als we ons energieverbruik niet aanpassen. Daartussen liggen nog een groot aantal varianten.
In de berekeningen worden alle vormen van energie die we nu gebruiken meegenomen, plus varianten die mogelijk op korte termijn beschikbaar kunnen komen, zoals CCS (opvangen van CO2). Daarbij zit dus ook kernenergie. Maar er zijn ook varianten doorgerekend zonder kernenergie.
Maar het IPCC doet uitsluitend uitspraken over (combinaties van) energievormen in termen van invloed op het klimaat. Het IPCC rapport stelt duidelijk dat er geen eenduidig antwoord is op de vraag of de noodzakelijke condities om opwarming te beperken ook te realiseren zijn (SR15, pag. TS5)
En het IPCC doet geen uitspraak over de wenselijkheid van kernenergie. Het bespreekt slechts de kenmerken en vergelijkt deze met andere energievormen op basis van CO2 uitstoot, landgebruik, veiligheid, kosten en acceptatie. (SR15, 4.3.1.3)
CO2
Veel voorstanders van kernenergie beweren dat deze geen CO2 uitstoot. Dan praten ze alleen over de een kernreactor in gebruik. Om kernenergie op te wekken moet echter een lange keten worden doorlopen van het winnen van uranium tot en met het inbrengen van de brandstofstaven in de reactor. Die keten gaat de hele wereld over en daarbij komt wel CO2 vrij. Ook de bouw van een reactor is CO2 intensief, want er wordt veel beton in verwerkt en het vergt veel zwaar transport, vaak naar afgelegen gebieden. Gemeten per kWh is de CO2 uitstoot wel lager dan die van kolen of gas. Dat is gemiddeld 66 gr CO2/kWh, ofwel 3 maal meer dan wind en 10 maal minder dan stroom uit een kolencentrale.
Ten slotte is er de CO2 uitstoot van het conserveren van kernafval in betonnen bunkers en het bouwen van betonnen bunkers over gesloten reactoren na een meltdown. Daarvan is niet bekend of deze zijn meegenomen in de ketenberekeningen. Bij de bouw van de sarcofaag over de reactor van Tsjernobyl is 300.000 ton beton gebruikt, wat een CO2 emissie geeft van ca 54 miljoen kg.
Veiligheid
Om de veiligheid van kernenergie te beoordelen kun je niet alleen kijken naar het aantal slachtoffers dat direct is overleden als gevolg van een explosie of melt-down. Blootstelling aan straling verhoogt de kans op later overlijden aan verschillende vormen van kanker aanzienlijk.
Er zijn nauwelijks betrouwbare bronnen voor deze latere slachtoffers, omdat de informatie sterk afhankelijk is van plaats en wijze van de registratie van overlijden en het tijdsverloop tussen ongeval en overlijden. Wetenschappelijke schattingen worden gebaseerd op statistische verwachtingen. De schattingen van voor- en tegenstanders van kernenergie lopen dan ook extreem uiteen, in geval van Tsjernobyl varieert die van enkele tientallen tot 200.000.
De gemiddelde leeftijd van kernreactoren is wereldwijd ongeveer 30 jaar. Veel reactoren stammen diep uit de vorige eeuw en leveren steeds meer problemen op. Daarmee worden ze een toenemend veiligheidsrisico.
Op basis van de werkelijke cijfers over problemen met kerncentrales mag je statistisch rekenen met elke zes jaar een ramp als Fukushima.
Een ander aspect van veiligheid rond kernenergie is het risico op ontwikkeling van kernwapens uit afval van centrales, vooral door terreurgroepen en door regimes die minder vreedzame bedoelingen hebben met het opwekken van kernenergie.
Schade
Dan zijn er nog de andere vormen van schade die optreden bij een kernramp. Grote gebieden rond een ramp zijn voor lange tijd onbewoonbaar en onbruikbaar voor landbouw. Nog grotere gebieden staan bloot aan radioactiviteit in de vorm van fall-out.
De kosten van schade als gevolg van kernrampen zijn astronomisch. Alleen de kosten van de ramp in Fukushima worden geraamd op bijna 200 miljard dollar. Die schade is onverzekerbaar en wordt vrijwel geheel door de samenleving gedragen.
Beschikbare voorraad
Uranium komt veel voor in de natuur. Maar alleen voorraden met een hoge concentratie U235 zijn winbaar. Bij het huidige aantal reactoren is er gemiddeld voor bijna 100 jaar uranium beschikbaar. Gemiddeld, want Australië, wat over de grootste voorraden beschikt, heeft daarvan al het grootste deel aan China verkocht. Het overgrote deel van de rest komt uit politiek instabiele landen. Uranium wordt daardoor voor Europa een schaarse fossiele brandstof.
Noodzaak en urgentie
Voorstanders van kernenergie baseren zich op de noodzaak om snel CO2 uitstoot te verminderen. De ervaring leert dat de huidige Europese projecten voor nieuwe kerncentrales die volgens de laatste stand van de techniek worden gebouwd, ver achterblijven bij de tijdplanning en zijn tot wel 10 jaar vertraagd. Daarmee gaat de werkelijke tijd van plan tot levering naar bijna 20 jaar. Die planning veronderstelt dat er geen maatschappelijke weerstand en verzet optreedt tegen vestigingslocaties. Bovendien veroorzaakt juist de bouw van kerncentrales veel CO2 uitstoot. Dat maakt kernenergie bij voorbaat ongeschikt om snel CO2 uitstoot te verminderen
Kosten
Het bouwen van kerncentrales is duur en valt in de praktijk veel duurder uit dan begroot. Rekening houdend met oplopende uraniumprijzen bij een toenemende vraag en compenseren van toekomstige schade wordt stroom van kerncentrales in de loop van de tijd alleen maar duurder. Voor de geplande nieuwe reactor bij Hinxley Point in het VK wordt de stroomprijs nu al twee maal duurder dan windstroom, terwijl stroom van hernieuwbare bronnen in de toekomst nog goedkoper zal worden.
Niet alleen het bouwen koste geld, ook het ontmantelen van een kerncentrale kost een vermogen. Het bouwen van een betonnen sarcofaag over de reactor van Tsjernobyl kostte 1,6 miljard. De begrote kosten voor de ontmanteling van de Belgische kerncentrales van Tihange en Doel zijn bij elkaar begroot op € 15 miljard voor 7 reactoren. De praktijk leert dat ramingen vaak te laag zijn. En dan zijn er nog de kosten van opslag van kernafval.
Toepassing
Een kerncentrale kun je niet snel aan- of uitschakelen, of de stroomproductie regelen. Daardoor worden kerncentrales gebruikt voor de basislast op het stroomnet. Maar ze zijn ongeschikt om de schommelingen in stroomproductie van zon of windenergie op te vangen. Wanneer er te veel kernenergie naast zon of windenergie wordt geproduceerd levert dat regelmatig overschotten aan stroom op, waardoor de prijs zelfs tot 0 kan zakken.
Conclusie
Alles bij elkaar zal het moeilijk zijn om een rationeel argument te vinden om nu nog in Nederland aan nieuwe kerncentrales te denken. Ze lossen het probleem van snelle uitstootvermindering van CO2 niet op, integendeel, tijdens de bouwperiode neemt die zelfs alleen maar toe.
Economisch gezien is het een slechte keuze vanwege de hoge stroomprijs en de perverse werking op marktprijzen bij productieoverschot. Daarnaast nemen de kosten in de toekomst alleen maar toe. Zo moet er in geval van vervangen niet alleen in een nieuwe centrale worden geïnvesteerd, maar tegelijk ook in de stabilisatie en ontmanteling van de oude.
De risico’s op directe sterfgevallen bij een ramp mogen statistisch gering zijn, als het mis gaat raakt het de gezondheid en de leefomstandigheden van miljoenen mensen in een dichtbevolkt land als Nederland.
De kosten van een ramp worden door de samenleving gedragen en gaan de draagkracht van de Nederlandse economie waarschijnlijk te boven.
Ten slotte het argument dat we zonder kernenergie onvoldoende stroom produceren om de economische groei bij te houden. Dat argument heeft voor burgers weinig betekenis. Hun besteedbaar inkomen is er de laatste 30 jaar niet of nauwelijks op vooruitgegaan. Het overgrote deel van de winsten uit de groei zijn bij grote bedrijven en hun aandeelhouders terecht gekomen. Maar burgers betalen wel mee aan de hogere energieprijzen en ze lopen het volledige risico bij rampen, waarvan de kosten ook nog eens op hen als samenleving worden afgewenteld.
Missen we nog feiten of argumenten? Laat ons weten wat je mist! Dit artikel wordt regelmatig bijgewerkt.