
Waar gaat dit over:
De ruimte raakt vervuild met puin van satellieten en raketten. Als die onderling gaan botsen ontstaat een totale chaos rond de aarde.
Waarom wil je dit lezen:
Als dat gebeurt heeft dat grote gevolgen voor onze manier van leven omdat veel diensten die door satellieten worden geleverd onmogelijk worden.
Niet alleen op de Aarde maken we er een puinhoop van. Ook de ruimte om ons heen wordt steeds voller met puin van afgedankte en defecte satellieten. Ze raakt nu zo vol, dat een kleine oorzaak een enorme kettingreactie van op elkaar botsend ruimtepuin kan veroorzaken (het Kessler syndroom) dat ook actieve satellieten bedreigt die ons van waardevolle informatie voorzien. De situatie is kritiek, volgens wetenschappers.
Wat is het Kessler-syndroom?
De term komt van Donald J. Kessler, een NASA-wetenschapper die in 1978 een onheilspellende berekening maakte. Hij voorspelde dat zodra er te veel objecten in een baan om de aarde zijn, botsingen vanzelf nieuwe botsingen veroorzaken. Een soort domino-effect in de ruimte: één satelliet botst met een andere, daardoor vliegen honderden brokstukken weg, die weer andere satellieten raken en zo verder.
Op een gegeven moment ontstaat er een kettingreactie die zichzelf voedt. Elke botsing creëert meer puin waardoor nieuwe botsingen onvermijdelijk worden.
De ruimte is al vol en het wordt nog erger
Volgens de Europese ruimtevaartorganisatie ESA zweven er inmiddels vele miljoenen stukken en stukjes ruimtepuin rond de planeet. Elk stukje ruimtepuin is een potentieel projectiel. Een schroefje van een paar millimeter is onschuldig, tot je bedenkt dat het met 28.000 kilometer per uur voortbeweegt. Bij die snelheid kan zelfs een verfschilfer een satelliet doorboren.
Een berucht voorbeeld is de botsing in 2009 tussen de Amerikaanse Iridium 33-satelliet en de Russische Cosmos 2251. Die veroorzaakte in één klap tienduizenden brokstukken. Ze draaien nog steeds om de aarde.
Hoe snel neemt het risico toe?
Razendsnel. In 2010 cirkelden er nog minder dan 1.000 werkende satellieten rond de aarde. In 2025 zijn dat er meer dan 9.000. En dat is pas het begin. Bedrijven als SpaceX, Amazon en OneWeb willen de komende tien jaar tienduizenden kleine satellieten lanceren voor wereldwijde internetdekking.
Elk object vergroot de kans op een botsing en elke botsing maakt het probleem groter. Wetenschappers waarschuwen dat sommige banen, vooral boven de 1.200 kilometer hoogte, nu al “verzadigd” zijn: daar is de luchtweerstand zo klein dat puin eeuwenlang blijft zweven.
Het risico groeit dus exponentieel. Elke nieuwe lancering kan de balans doen kantelen.
Waarom dit een serieus risico is
Het Kessler-syndroom is geen scenario uit een Hollywood film. Het kan de basis van onze moderne wereld aantasten:
- Navigatie. Zonder satellieten valt GPS weg. Dat is onhandig voor wegverkeer, maar veel vervelender voor luchtvaart, die in grote gebieden volledig afhankelijk is van satellieten voor de navigatie.
- Communicatie. Geen internet via Starlink of noodverbindingen bij rampen
- Weer- en klimaatinformatie. Minder data voor voorspellingen. Dat kan gevolgen hebben voor de landbouw, en voor de voorbereiding op extreem weer.
- Ruimteonderzoek. Lanceringen worden te gevaarlijk
Als de kettingreactie eenmaal op gang komt, kan het tientallen jaren duren voordat het puin vanzelf verdwijnt. De ruimte rondom de aarde wordt dan tijdelijk — of misschien wel permanent — onbruikbaar.
Wat we eraan proberen te doen
Natuurlijk wordt eraan gewerkt. Over de hele wereld zoeken ruimteorganisaties naar manieren om het puin op te ruimen of te voorkomen. Kunstenaar Daan Roosegaarde hield zich er in 2019 al mee bezig.
1. Ruimtepuin vangen en verbranden
De ESA lanceert in 2026 de missie ClearSpace-1, die een oude rakettrap in een baan rond de aarde gaat “opvangen” met een robotarm. Daarna zal het geheel gecontroleerd in de atmosfeer opbranden. Ook Japan werkt met Astroscale aan een soort ruimtevuilniswagen die satellieten van hun baan kan duwen.
2. Satellieten met een zelfvernietigingsknop
Nieuwe satellieten moeten zó worden gebouwd dat ze aan het einde van hun levensduur vanzelf terugvallen. Sommige hebben een extra zeil of motor om hun baan te verlagen. Binnen 25 jaar — liefst sneller — moeten ze in de atmosfeer verbranden.
3. Internationale regels
De VN, ESA en NASA hebben richtlijnen opgesteld voor “Space Debris Mitigation”.
Maar: ze zijn vrijwillig, en lang niet iedereen houdt zich eraan.
Commerciële bedrijven hebben weinig prikkels om oude hardware op te ruimen — want dat kost geld, en levert niets op.
Daarom pleiten steeds meer experts voor een “ruimtebelasting”: wie lanceert, betaalt ook voor opruiming.
Een race tegen de tijd
Het Kessler-syndroom is een langzaam groeiende crisis, net als klimaatverandering. Zolang alles goed gaat, lijkt het probleem abstract. Maar één verkeerde botsing kan alles veranderen, letterlijk van de ene dag op de andere.
De ruimte is geen oneindige leegte. Het is een fragiel ecosysteem, vol met sporen van onze ambities en onze achteloosheid. Als we willen blijven kijken, reizen en dromen tussen de sterren, moeten we eerst leren schoon te maken wat we achterlaten.
Kort gezegd: Het Kessler-syndroom is geen ramp die nog moet gebeuren, het is een proces dat al begonnen is. De echte vraag is niet of we het kunnen stoppen, maar wanneer we besluiten om het serieus te nemen.
Blijf op de hoogte met de nieuwsbrief. Meld je hier aan.
( Je kunt ons ook steunen door lid te worden of te doneren )