Volgens Wouter Veldhuis Rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving (in Eigen Huis magazine april 2021) moeten we niet alle weilanden vol leggen met zonnepanelen. In plaats daarvan wil hij alle daken zoveel als mogelijk vol leggen met PV panelen. Veldhuis is niet de enige die dergelijke populistische lariekoek verkoopt. Ook LTO Nederland roept dat we elke ha nodig hebben om genoeg voedsel voor ons volk te kunnen produceren.
Laat ik beginnen met de term “alle weides vol leggen” en eens becijferen om hoeveel het echt gaat.
Ons huidige gebruik aan fossiele energie bedraagt omgerekend ca 750 miljard kWh.(Ik geef de voorkeur aan dit begrip kWh in plaats van m3 gas, liters benzine, tonnen kolen, tonnen olie equivalenten of PegaJoules etc.)
Door moderne technologie (isolatie, elektrisch vervoer, warmtepompen, PV en windmolens, LED technologie) kunnen we dit terugbrengen tot 185 miljard kWh duurzame elektrische energie, waarvan we er 170 miljard zelf duurzaam moeten opwekken. Zonder houtkachels of bio-centrales en zonder aardwarmte en kernenergie kunnen we dat betrekkelijk arbitrair als volgt in drie porties van 57 miljard kWh elk verdelen:
1/3 wind op zee, waarvan de helft voor 2030 al is voorzien in het regeerakkoord
1/3 wind op land, waarvan 25 % (2000 molens à 3 MW) al voor 2030 is voorzien in het regeerakkoord
1/3 PV zonnepanelen waarvoor we in totaal 460 km2 geschikt oppervlak nodig hebben, waarvan er eind 2019 ongeveer 10 % al gerealiseerd is
Volgens een betrouwbare studie (Planbureau PV potentieelstudie, 2014) kunnen zonnepanelen op alle daken van woningen en utiliteitsbouw maximaal 50 miljard kWh leveren. Het zal uiterst problematisch zijn om dit te realiseren en minstens bij wet verplicht meten worden. Nemen we gemakshalve aan dat slechts ongeveer de helft daarvan problematisch is wegens slechte aansluitingen of zwakke dakconstructies etc. dan blijft er voor zonneweides een behoefte bestaan van ca 230 km2. Dit is 2 % ten opzichte van het totale oppervlak van 983.000 ha Nederlands grasland plus 200.000 ha met snijmais.
Niet nodig
Hebben we die 230 km2 nodig voor ons voedsel? Nee, we hebben het nodig om er de drijfmest van de veestapel op kwijt te kunnen. Die veestapel hebben we weer nodig om er vlees mee te kunnen exporteren en dat willen we weer omdat we daar rijk van denken te worden. Onze totale export van vlees en zuivel levert namelijk jaarlijks zo’n € 16 miljard op. Vanwege de ammoniak overlast zou die veestapel overigens drastisch (met 30 – 50% ) moeten verminderen, maar dit terzijde.
Als die productie vanwege de zonnevelden met 2 % zou verminderen, kost dat ons dus circa € 0,32 miljard per jaar, door minder export van vlees en zuivel.
Zonder de eigen opwek van duurzame stroom uit zonneweides zullen we die 30 miljard kWh stroom moeten importeren of iets anders bedenken zoals kerncentrales. Bij 8 cent per kWh voor groene stroom uit het buitenland zou dit €2,4 miljard gaan kosten. Bij te bouwen kerncentrales (circa 8 stuks met de capaciteit van Borssele) zou dit minstens € 10 miljard per jaar gaan kosten.
Gezien deze verhoudingen van kosten en baten zou het veel eenvoudiger, sneller en goedkoper zijn als we geen 230 km2 maar 400 km2 zonneparken gaan realiseren, waarvan ook een groot deel op water.
Zonneweides een bedreiging noemen voor voedselvoorziening is lariekoek
Het grote belang van 230 km2 of zelfs 400 km2 voor onze voedselvoorziening en het belang voor onze export is dus lariekoek.
Vervolgens stelt Veldhuis dat het draagvlak voor zonneweides achteruit holt en dat mensen zich bedreigd voelen in hun leefkwaliteit omdat het landschap verdwijnt.
Ik zou Wouter Veldhuis willen uitnodigen eens met mij mee te fietsen. Ten eerste is het Nederlandse weidelandschap inclusief wegbermen, sloten en slootkanten een verschrikkelijk smerige dooie boel. Geen bloemen in het gras, geen kievieten en geen grutto’s, stinkende drab van algen in de sloten en brandnetels langs berm en slootkant. We zouden daarbij ook niet kunnen vermijden langs uitgestrekte velden met snijmais te fietsen waar zelfs de grootste optimist depressief van zou geraken. Ten tweede is een tochtje langs wat zonneweides ook zeer de moeite waard. Zelfs op fietsafstand zijn de zonneweides nauwelijks te zien omdat ze schuil gaan achter een haag of een dijk, maar als je dichtbij kijkt, kun je zien dat door het extensieve beheer van het gras, er weer heel veel leven tevoorschijn komt waarop bijen en vlinders voedsel kunnen vinden.
Tenslotte zou ik de adviseur voor de fysieke leefomgeving willen laten zien hoezeer de Nederlander gehecht is aan leefkwaliteit. In elk willekeurig dorp in het buitengebied staan de straten barstens vol met auto’s en zijn bijna alle voortuintjes bedekt met grijs gruis, gravel, grint of betontegels. Langs alle wegen, fietspaden, op en afritten wordt zoveel plastic verpakkingsmateriaal en erger weggegooid dat een vrijwillige opruimbrigade daar maandelijks per 5 km een vuilniszak mee vol kan krijgen. Ik zal het maar niet hebben over de hoeveelheid reclameborden en de troosteloze aanblik van industriewijken met logistiek dozen.
Niet zeuren
Voordat de heer Veldhuis of iemand anders nu ook nog gaat zeuren over die verschrikkelijke windmolens, waar we “het hele land mee gaan vol” zetten, het volgende:
Om 57 miljard kWh met windmolens op land op te wekken hebben we geen 2000 maar uiteindelijk 8.000 turbines à 3 MW nodig of 5000 met een capaciteit van 4.5 MW. Langs al onze 10.000 km rijks- en provinciale wegen zouden er al 30.000 geplaatst kunnen worden. Dus langs 25% van de totale weglengte is al voldoende. Daarbij zou helemaal niemand het geluid van de wieken boven het geluid van de auto’s uit kunnen horen.
Ja, maar al die dode vogels dan? Inderdaad er sneuvelen vogels. Het hangt af van vele factoren en er is ook van alles tegen te doen. Uit de talloze onderzoeken o.a. door bureau Waardenburg komt een gemiddelde van 15 per jaar per windmolen. Dat zouden dan bij elkaar 120.000 vogels worden. Ander onderzoek komt op 350 per miljard kWh, zodat we in ons land tot 20.000 dode vogels gaan betreuren. Vergeleken met aantal dat door onze huiskatten (18 miljoen dode vogels) en het verkeer (8 miljoen) sneuvelt, is dat tussen 0,1 en 0,5 % .
Maar beste meneer Veldhuis en geestverwanten, weten jullie welke leefkwaliteit er overblijft en hoeveel mensen en dieren er doodgaan als we straks de opwarming met gemiddeld 3 graden zijn gepasseerd? Ik kan u verzekeren dat er dan vanwege de droogte in ieder geval helemaal geen groen gras meer is. En dat is precies waar we nu mede dankzij jullie demagogische praatjes in volle vaart op afkoersen.
Han Blok