De blauwalgen, die zwemwateren onveilig maken in de zomer, hebben mogelijk ook interessante eigenschappen. Met behulp van licht kunnen ze olie produceren uit CO2.
Ondanks de populaire naam gaat het eigenlijk om bacteriën: de wetenschappelijke benaming voor de blauwalgen is “cyanobacteriën”. De organismen halen elke zomer wel eens de krantenkoppen wanneer ze zwemwateren onveilig maken. In een lange periode van hitte kunnen de giftige bacteriën snel groeien en vormen ze een gezondheidsrisico voor zwemmers en watersporters.
Maar onderzoekers van de Universiteit van Bonn hebben ontdekt dat de bacteriën ook nuttig kunnen zijn. Met behulp van licht en CO2 blijken de organismen olie te produceren. Die ontdekking verraste de wetenschappers, de eigenschap om olie te produceren werd vooral geassocieerd met planten.
Verrassend
“We hebben nu voor het eerst aangetoond dat cyanobacteriën olie kunnen produceren”, zegt bioloog Peter Dörmann van het Institute of Molecular Physiology and Biotechnology of Plants (IMBIO) aan de Universiteit van Bonn. “Dit was een complete verrassing.”
Het resultaat is vooral interessant vanuit evolutionair-biologisch oogpunt, omdat het ontdekte biologische mechanisme een evolutionaire link laat zien met de gelijkaardige mechanismen in planten. Maar de wetenschappers zien mogelijk ook interessante toepassingen, zoals de productie van diervoeder of biobrandstoffen. Een groot voordeel daarbij is dat er geen akkerland nodig is voor die productie: een container met kweekmedium en voldoende licht en warmte is voldoende.
Klimaatneutraal
Op die manier is de productie bijvoorbeeld ook mogelijk in woestijngebied, waar brandstof geproduceerd kan worden zonder te concurreren met voedselgewassen. En omdat bij de verbranding van die brandstof enkel CO2 vrijkomt die eerder door de bacteriën uit de atmosfeer is gehaald, wordt die brandstof klimaatneutraal.
De wetenschappers wijzen er op dat de cyanobacteriën die in de oceanen leven aanzienlijke hoeveelheden broeikasgas opslaan. Geschat wordt dat zonder hun bijdrage de concentratie koolstofdioxide in de atmosfeer twee keer zo hoog zou zijn.
“Soortgelijke experimenten zijn al gaande met groene algen”, legt Dörmann uit. “Deze zijn echter moeilijker te onderhouden; bovendien kunnen ze niet gemakkelijk biotechnologisch worden geoptimaliseerd om de hoogst mogelijke productiesnelheid te bereiken.”