Opnieuw haalt Nederland belangrijke duurzame doelen niet. Hoewel we efficiënter omgaan met grondstoffen, is het totale grondstoffengebruik sinds 2010 niet gedaald, terwijl dat in 2030 gehalveerd zou moeten zijn. Zes van de zeven nationale doelen voor afval worden naar verwachting niet gehaald. En de leveringsrisico’s voor de Nederlandse economie zijn toegenomen, in het bijzonder voor kritieke metalen. Dit concludeert de eerste Integrale Circulaire Economie Rapportage van het PBL.
De Integrale Circulaire-Economie Rapportage (ICER) geeft de stand van zaken weer van de overschakeling naar een circulaire economie in Nederland, en bevat handreikingen voor het kabinetsbeleid voor de transitie naar een circulaire economie. Het rapport beschrijft de acties van maatschappelijke partijen, de middelen die zij hiervoor inzetten en de interventies van de overheid. Het geeft een samenvattend beeld van het Nederlandse grondstoffengebruik en de daaraan verbonden milieudruk en sociaaleconomische effecten. De ICER zal tweejaarlijks verschijnen.
Niet meer, maar minder circulaire bedrijven
De Nederlandse overheid wil een transitie naar een circulaire economie. Maar het aantal circulaire bedrijven is nog steeds gering. Het aandeel circulaire bedrijven is in de afgelopen jaren zelfs afgenomen en hun activiteiten bedragen niet meer dan 4% van de economie. Het overgrote deel van de bedrijven met een circulaire aanpak richt zich op reparatie, recycling en hergebruik, en was hierop al actief vóórdat sprake was van een beleid voor circulaire economie. Denk aan garages en kringloopwinkels.
De huidige innovatieve bedrijven, startups, wetenschappelijk onderzoek, subsidies en projecten gericht op de circulaire economie zijn voor het grootste deel technologisch van aard en gericht op recycling. Er is minder focus op innovaties die het grondstoffengebruik radicaal efficiënter kunnen maken, nieuwe businessmodellen waarin wordt betaald voor gebruik in plaats van bezit, en vormen van financiering of beprijzing die dit kunnen ondersteunen. Hiervoor is meer aandacht nodig bij de verdere ontwikkeling van het circulaire-economiebeleid.
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan met een donatie. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
Meer ‘dwang en drang’ nodig in beleid circulaire economie
Er zijn forse ambities van de overheid om in 2050 een volledig circulaire economie te hebben gerealiseerd. In 2030 zou als tussendoel het niet-biologische grondstoffengebruik moeten zijn gehalveerd. Om die doelen nog te halen zullen in het beleid meer ‘dwang en drang’ nodig zijn.
Daarbij is te denken aan heffingen en regulering, inclusief normstelling. Milieuschade moet verrekend worden in de prijzen van producten en diensten. Wet- en regelgeving mag circulaire initiatieven niet benadelen ten opzichte van bestaande productiepraktijken. Dit vraagt ook om actie op EU-niveau. Ook moeten het eindbeeld van een volledig circulaire economie in 2050 en het tussendoel voor 2030 concreet en specifiek gemaakt worden voor de uiteenlopende sectoren (zoals de bouw en de maakindustrie), productieketens en productgroepen. Dit is niet een zaak van één ministerie, maar vergt een kabinetsbrede aanpak waarbij ieder ministerie een eigen rol en taak heeft in een samenhangend geheel.
De conclusie is dat Nederland nog ver verwijderd is van een circulaire economie, ondanks alle plannen en beloftes. Dat remt ook de toekomstige groei van sectoren die belangrijk zijn voor de energietransitie. Want veel aardmetalen die daar een belangrijke rol in spelen zijn zeer schaars en zullen voor een flink deel moeten worden teruggewonnen. En inkopen op een steeds schaarser wordende markt betekent de hoofdprijs betalen. Bovendien: waar zijn al die miljoenen aan subsidie heengegaan?